ECLI:NL:CBB:2024:800
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke beroepszaak met samenhangende zaken
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 5 november 2024, wordt de minister van Economische Zaken veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in een beroepszaak. De zaak betreft een onderneming, vertegenwoordigd door mr. A.K. van der Vis, die in beroep is gegaan tegen een besluit van de minister. Het College stelt vast dat de minister aan de onderneming is tegemoetgekomen, wat aanleiding geeft om de minister in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het College over voldoende informatie beschikt om tot een beslissing te komen.
De beoordeling van de kostenvergoeding is gebaseerd op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Het College merkt op dat de beroepszaak samenhangt met nog 30 andere beroepszaken, wat van invloed is op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De kosten worden vastgesteld op een totaalbedrag van € 3.100,-, wat neerkomt op € 100,- per beroepszaak. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de proceshandelingen en de samenhang van de zaken, waarbij het College rekening houdt met de eerder toegekende subsidie aan de onderneming.
De uitspraak benadrukt dat de minister ook al een vergoeding in bezwaar heeft toegekend, waardoor het College geen aanleiding ziet voor een nadere kostenveroordeling in bezwaar. De verplichting voor de minister om de kosten van het griffierecht te vergoeden, wordt ook genoemd. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen de uitspraak.