dhr. mr. A. Venekamp

De Regeling aanpak flitskrediet is onverbindend verklaard; AFM mag niet optreden tegen Spaanse kredietaanbieder. Nederland heeft Spanje niet vooraf geïnformeerd, wat in strijd is met het Unierecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat BGN zonder vergunning opereert als schadeverzekeraar en betalingsdienstverlener, bevestigt de last onder dwangsom en stelt een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie.

Hoger beroep van administratiekantoor [naam 2] tegen boete wegens overtreding Wwft ongegrond verklaard. Hoge contante omzet supermarkt niet gemeld, verscherpt toezicht niet uitgevoerd.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Bpf Vervoer de vrijstelling van deelname aan het pensioenfonds niet mag beperken tot bestaande werknemers. Proceskosten van €1.814,- worden toegewezen aan Chainges.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Nedcargo vrijstelling krijgt van deelname aan Bpf Vervoer voor alle werknemers, ook toekomstige, na wijziging van bedrijfsactiviteiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de landbouwer tegen besluiten van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ongegrond en niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de correctiebedragen voor SDE-subsidies aan DLB niet in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel. De beroepen worden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken de subsidie voor [naam 2] terecht heeft verlaagd en voorschotten mocht terugvorderen wegens niet-naleving van verplichtingen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete wegens niet voldoen aan mestverwerkingsplicht. College oordeelt dat [naam 1] abusievelijk als verwerker is opgenomen in DPO's. Geen overtreding van de Meststoffenwet vastgesteld. Boete herroepen.

Het College heeft de boetes voor het vervoeren van ongeschikte zeugen gematigd vanwege termijnoverschrijding, maar in stand gehouden. De boetes zijn vastgesteld op € 1.282,50 en € 1.425.

College oordeelt over landbouwsubsidies en subsidiabele oppervlaktes; minister moet nieuwe besluiten nemen na gegronde beroepen van landbouwer.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw terecht de subsidiabele oppervlakte van perceel 4 heeft vastgesteld op 92,53 ha en een sanctie heeft toegepast wegens overdeclaratie. Beroepen ongegrond.

Het beroep van een landbouwer tegen de vaststelling van zijn basis- en vergroeningsbetaling voor 2022 is ongegrond verklaard. De minister handelde terecht op basis van de opgegeven oppervlakte van 36,35 ha.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 9% heeft opgelegd aan [naam 1] VOF wegens niet-naleving van milieuregelgeving. De vennootschap ontvangt € 1.000,- schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de verantwoordelijkheden van importeurs bij het in de handel brengen van navulverpakkingen met onjuiste nicotinegehaltes.

Het College bevestigt de randvoorwaardenkorting van 3% voor niet-naleving van het medisch register en kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep vernietigt het boetebesluit tegen een melkveebedrijf, dat niet langer door de minister wordt gehandhaafd, en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de maatschap recht heeft op uitbetaling van GLB-betalingen en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beroep van de maatschap tegen herberekening en terugvordering GLB-betalingen ongegrond verklaard; minister heeft terecht sanctie toegepast.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de subsidiabiliteit van perceel 32 met zonnepanelen en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep over voedselveiligheid van [zalmroker] B.V. inzake Listeria monocytogenes. Verbod en boetes in stand, één boete vernietigd. Verantwoordelijkheden levensmiddelenbedrijven benadrukt.

Het beroep van de landbouwer tegen de herberekening van zijn basis- en vergroeningsbetaling is ongegrond verklaard. De minister hoeft geen fysieke metingen uit te voeren als de meetgegevens betrouwbaar zijn.

Beroep ongegrond. Herberekening en terugvordering GLB-betalingen door de minister, omdat vier percelen niet in gebruik waren bij de landbouwer. Landbouwer heeft dit niet aangetoond.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. De minister had onvoldoende rekening gehouden met de feitelijke situatie van de onderneming bij het opleggen van een korting op GLB-subsidies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] ongegrond, de 3% randvoorwaardenkorting op GLB-subsidies is terecht opgelegd wegens niet-naleving van mestopslag eisen.

Het College oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd aan de landbouwer wegens niet-emissiearm uitrijden van mest. De landbouwer krijgt schadevergoeding van € 1.500,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College heropent het onderzoek in hoger beroep om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen, na hoger beroep van de staatssecretaris tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam.

Het College vernietigt het kostenbesluit I wegens gebrek aan inzicht in de werkzaamheden, maar bevestigt kostenbesluit II. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van [naam 1].

Het College oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 25% heeft vastgesteld op GLB-subsidies van [naam 1] wegens onjuiste registratie in het I&R-systeem. Tevens wordt € 1.000,- schadevergoeding toegekend voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar tegen de intrekking van deelname aan het protocol niet-ontvankelijk.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroepen van onderneming tegen afwijzing subsidieaanvragen COVID-19 ongegrond; geen voortzetting van vorige exploitant, onvoldoende omzetverlies.

Het College verklaart het beroep van een pluimveebedrijf ongegrond, de minister heeft de tegemoetkoming van € 302.364,64 op juiste gronden vastgesteld na preventieve ruiming van pluimvee.

Het College verklaart het beroep ongegrond; omwonenden zijn geen belanghebbenden bij handhavingsverzoek tegen biogasbedrijf.

Hoger beroep ongegrond; boete voor overschrijding gebruiksnormen Meststoffenwet bevestigd. Landbouwer betwistte beginvoorraad, maar geen bewijs geleverd. Geen aanleiding voor matiging boete.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de bestuurlijke boete aan [naam 1] B.V. herroept, omdat de gezondheidswaarschuwing op de verpakking correct was aangebracht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over twee beroepen inzake afwijzing ontheffingen Winkeltijdenwet. Beroep I gegrond, beroep II ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een warmtepomp door de minister, omdat de omgevingsvergunning na 30 juni 2018 was aangevraagd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening van Groen Gas Jelsum af, bevestigt de opgelegde bestuurlijke maatregelen door de minister en benadrukt de noodzaak van naleving van de wetgeving omtrent dierlijke bijproducten.

Hoger beroep van maatschap [naam 1] tegen boete Meststoffenwet. College bevestigt overtredingen, matigt boete tot € 57.209,10 en veroordeelt minister in proceskosten.

Beroep ongegrond; kosten bestuursdwang terecht bij appellant in rekening gebracht.

De wrakingskamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van [naam] niet in behandeling genomen, omdat het geen betrekking had op een specifieke rechter en blijk gaf van misbruik van het wrakingsmiddel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht het vervangingsbesluit heeft genomen op basis van teledetectierapportage, en verklaart het beroep van de landbouwer ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond tegen de afwijzing van een ontheffingsverzoek door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Appellant verliest hoger beroep over loonsom in NOW-3 regeling; alleen eigen personeel telt mee, niet payrollpersoneel.

Het College bevestigt de correctie van de S&O-verklaring van [naam 1] B.V. en de boete van € 800,- wegens administratieplicht. Immateriële schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep tegen bestuurlijke boetes aan trustkantoren wegens niet beschikken over een auditfunctie. Boetes voor [naam 2] en [naam 4] vastgesteld op € 9.500,-, voor [naam 1] op € 72.500,-.

Het College bevestigt de heffing van toezichtkosten door DNB voor [naam 1] B.V. op basis van de totale groepsomzet in 2019, oordeelt dat de maatstaf 'omzet' legitiem is en dat er geen strijd is met de wet of algemene rechtsbeginselen.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Mestdistributie Twente B.V. bestuurlijke boetes heeft overtreden door niet te voldoen aan de Meststoffenwet. De minister heeft voldoende bewijs geleverd dat de vrachten dierlijke meststoffen betroffen.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het isolatiemateriaal niet over een prestatieverklaring beschikt, waardoor de subsidieaanvraag voor dakisolatie is afgewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister bevoegd is om voorwaarden te verbinden aan een ontheffing onder de Meststoffenwet. Het beroep van de maatschap is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat de minister bevoegd was de subsidie in te trekken op basis van onjuiste gegevens verstrekt in de aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Noord Nederland over de overtreding van de Meststoffenwet. Het College bevestigt de uitspraak en oordeelt dat er geen strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een lucht-luchtwarmtepomp, omdat deze niet voldoet aan de voorwaarden van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister geen wettelijke rente hoeft te betalen over de toegekende subsidie, gezien de onjuiste aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor dakisolatie en glas- en kozijnisolatie door de minister.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van [naam] voor isolatiemaatregelen, oordeelt dat de minister onzorgvuldig heeft gehandeld en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep ongegrond, maar oordeelt dat de minister het griffierecht van € 184,- aan [naam] moet vergoeden wegens schending van de hoorplicht.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van Zonvarken wegens onvoldoende zorgvuldigheid en motivering door de minister.

Hoger beroep van [naam 1] N.V. tegen KSA over aanwijzing op grond van de Wwft. KSA niet bevoegd om aanwijzing te geven voor herhaling van overtredingen. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Gano Excel Netherlands B.V. verzocht om een voorlopige voorziening na weigering van een zending samengestelde producten door de minister. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, oordelend dat de minister terecht handelde op basis van de Wet Dieren en Europese regelgeving.

Het College verklaart het beroep van de maatschap tegen het besluit van de minister gegrond, maar het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Beroep ongegrond; afwijzing GLB steunaanvraag door verhindering bedrijfscontrole. Minister handelde conform Verordening 1306/2013.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de eigenaar-bewoner ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor isolatiemaatregelen niet voldeed aan de minimale Rd-waarde van 3,5 m²K/W.

Het College verklaart het beroep van een landbouwbedrijf gegrond, omdat de minister ten onrechte de GLB-uitbetaling weigerde op basis van een gebrek aan geldige gebruikstitel.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister inzake GLB-betalingen, oordeelt dat de minister onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld en draagt hem op een nieuw besluit te nemen.

Beroep tegen afwijzing ontheffing Winkeltijdenwet ongegrond; schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. tegen de afwijzing van de KvK om gegevens van uiteindelijk belanghebbenden af te schermen niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang is.

Hoger beroep over aanwijzing en benoeming curator van BK Groep wegens overtredingen van de Wtt 2018. DNB's aanwijzing werd bevestigd, maar de benoeming van de curator was in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Het College verklaart het beroep van een landbouwbedrijf gegrond en oordeelt dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de aansluitvergoeding voor het warmtenetwerk geen subsidiabele kosten zijn. De minister moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

De aanvraag voor subsidie voor woningisolatie is afgewezen omdat het isolatiemateriaal niet voldeed aan de vereiste isolatiewaarde. Het beroep is ongegrond, maar de appellant ontvangt € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam] ongegrond verklaard, omdat de minister de subsidieaanvraag voor isolatiemaatregelen terecht heeft afgewezen op basis van eerdere subsidieverstrekking.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond; de subsidieaanvraag voor een warmtepomp is afgewezen omdat deze niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.

Het College bevestigt de bestuurlijke boete en intrekking van de derogatievergunning van maatschap [naam 1] wegens overtreding van de Meststoffenwet in 2018.

Het College oordeelt dat de dierenarts terecht een paard niet heeft toegelaten tot de slacht voor menselijke consumptie. De minister verklaarde het bezwaar van de slachterij niet-ontvankelijk, maar het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt dit besluit.

Tussenuitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de aanvraag van basis- en vergroeningsbetalingen, waarbij de minister wordt opgedragen een gebrek in het besluit te herstellen.

De aanvraag om extra betaling voor jonge landbouwers is afgewezen omdat de opgegeven jonge landbouwer langdurige zeggenschap had over een landbouwbedrijf. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de minister inzake de vergroeningsbetaling, oordeelt dat de minister onterecht concludeerde dat de landbouwer niet voldeed aan de voorwaarden, en draagt de minister op opnieuw te beslissen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Melkveehouderij [naam 1] ongegrond inzake betalingsrechten voor perceel 19, bevestigend dat hij geen recht heeft op deze rechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven trekt op 28 november 2023 het verzoek tot prejudiciële beslissing in, omdat het gewijzigde standpunt van de minister de vraag niet langer relevant maakt.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [naam 1] tegen de boete ongegrond, oordelend dat de hygiënevoorschriften ook voor haar gelden.

Hoger beroep ongegrond verklaard tegen bestuurlijke boete van € 10.000,- voor overtreding Wwft door financieel administratiekantoor [naam 1].

Hoger beroep ongegrond; bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over bestuurlijke boetes aan [naam 1], [naam 2] en [naam 3] wegens overtredingen van de Wft.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over randvoorwaardenkorting op GLB-subsidies en veroordeelt de minister in proceskosten van de veehouderij tot € 2.092,50.

Hoger beroep tegen boetes voor niet-melden ongebruikelijke transactie door trustkantoor en feitelijk leidinggevende. Boetes verlaagd wegens overschrijding redelijke termijn.

Appellant verzoekt om kinderbijslag voor zijn kinderen in Marokko. De Svb heeft eerdere aanvragen afgewezen. De Raad bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag voor de meeste kwartalen en oordeelt dat de Svb in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte kosten heeft doorberekend aan appellanten voor exportkeuringen van levend vee. Nieuwe besluiten zijn vereist.

Het College oordeelt dat de minister bij de berekening van NVWA- en KDS-tarieven onterecht kosten heeft doorberekend aan appellanten. Nieuwe besluiten zijn vereist.

Het College oordeelt dat de minister bij de berekening van NVWA- en KDS-tarieven ten onrechte kosten heeft doorberekend aan [naam 1] B.V. De minister moet nieuwe besluiten nemen op de bezwaren van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit niet verplicht is om de facturen voor 2016 te corrigeren en de terugbetaling van weerstandsvermogen aan slachthuizen ongegrond is.

Het College verklaart het beroep van [naam] B.V. niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. Proceskostenvergoeding van € 837,- wordt toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd aan [naam 1] V.O.F. wegens opzettelijke niet-naleving van voorschriften bij het aanwenden van drijfmest.

De aanvraag van de landbouwer voor basis- en vergroeningsbetalingen is afgewezen wegens te late indiening. Er is geen sprake van overmacht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwbedrijf ongegrond inzake de herberekening van basis- en vergroeningsbetalingen door de minister.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op Rijnvarende en weigering van de Svb om een regularisatieovereenkomst te sluiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het teeltverbod van de minister op grond van onvoldoende bewijs van besmetting met knolcyperus op het volledige perceel.

Het College verklaart het beroep van HBM ongegrond; bezwaar tegen kwekersrecht niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister fytosanitaire maatregelen ter bestrijding van spintmijt op kerststerren terecht heeft opgelegd. Het beroep van [naam 1] B.V. is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de Verordening (EU) 2015/751 inzake afwikkelingsvergoedingen, in het kader van een geschil tussen Amex en KLM over de toepassing van deze regels op co-brandingpartners.

Het College verklaart het beroep van de landbouwer ongegrond, bevestigt de randvoorwaardenkorting van 70% en de terugvordering van € 10.029,64 door de minister.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing door Svb van verzoek om regularisatieovereenkomst voor 2012; geen overleg met Luxemburgse autoriteiten nodig.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de weigering van de toelating van de biocide Vapona spray, vanwege onaanvaardbare risico's voor het milieu.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] e.a. niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht, omdat zij geen verklaring voor recht hebben overgelegd voor inschrijving in het handelsregister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam 1] voor extra betaling als jonge landbouwer afgewezen, omdat hij niet kon aantonen dat hij blokkerende zeggenschap had.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep van Logistic Intermodal Services B.V. af inzake energie-investeringsaftrek; besparingseis niet gehaald.

De verzoeken om herziening van besluiten inzake vergoedingen voor officiële controles bij slachterijen zijn afgewezen. De bedrijven hadden geen nieuwe feiten aangedragen en de kosten voor opleiding vallen niet onder de vergoedingen.

Het College vernietigt de afwijzing van de minister van Landbouw inzake de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers, omdat onvoldoende blokkerende zeggenschap is vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een administratieve sanctie heeft opgelegd aan de firma wegens onterecht opgegeven percelen in de Gecombineerde Opgave 2021. Het beroep van de firma is ongegrond verklaard.

Beroep van veehandel tegen sanctie en oppervlaktevaststelling ongegrond verklaard; minister heeft juiste oppervlakte vastgesteld en sanctie terecht opgelegd.

Het College verklaart het beroep van de V.O.F. Natuurboerderij gegrond, vernietigt het besluit van de minister en draagt op binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen.

Het beroep van [naam 1] e.a. is niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling van het griffierecht, ondanks herhaalde aanmaningen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een taxichauffeur ongegrond, na intrekking van zijn chauffeurskaart wegens het niet overleggen van een verklaring omtrent gedrag.

Wraking verzoek van [naam] niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel door het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 juni 2023.

Hoger beroep van de maatschap tegen de minister over de vaststelling van de begin- en eindvoorraad dierlijke meststoffen. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 13 juni 2023 het beroep van [naam 1] ongegrond verklaard inzake de wijziging van het adres van de vennootschap door de Kamer van Koophandel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam] ongegrond verklaard inzake de subsidie voor vervanging van glas en kozijnen, vastgesteld door de minister voor Klimaat en Energie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de eigendomseisen voor investeringssteun in de landbouwsector na afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van 22 april 2023 niet in behandeling genomen, omdat het verzoek niet betrekking had op de behandelend rechter.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heropent het onderzoek naar een subsidieaanvraag van een landbouwbedrijf en stelt een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de EU.

Het College verklaart het beroep ongegrond. De minister heeft de subsidieaanvraag voor warmtepompen afgewezen omdat deze al waren aangeschaft vóór de aanvraag. De aanvraag voldeed niet aan de voorwaarden van de subsidieregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. De subsidieaanvraag voor een warmtepomp is afgewezen omdat deze al was aangeschaft vóór de aanvraag.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht de subsidieaanvraag voor de warmtepomp afgewezen omdat deze niet door een installatiebedrijf is geïnstalleerd.

Het College bevestigt de aanwijzing van DNB aan [naam 1] B.V. wegens overtredingen van de Wft en Wwft. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van [naam 2] niet-ontvankelijk, omdat hij geen procesbelang heeft bij de afwijzing van het verzoek tot overdracht van subsidies voor biomassaketels.

Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar tegen de intrekking van de subsidie voor duurzame energieproductie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Argonaut ten onrechte een OV-begeleiderskaart met een geldigheidsduur van één jaar heeft verstrekt. De geldigheidsduur wordt hersteld naar vijf jaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 7 maart 2023 het beroep van een taxichauffeur ongegrond verklaard, die een dwangsom had verbeurd voor het aanbieden van taxivervoer zonder vergunning.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond in de herzieningsprocedure van een invorderingsbesluit wegens taxivervoer zonder vergunning, ondanks sepot door de officier van justitie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de schorsing van de chauffeurskaart van de appellant, wegens vermoedelijke onrechtmatige overdracht aan zijn broer.

Het College van Beroep verklaart het beroep van [naam] B.V. tegen de minister van LNV ongegrond inzake nacalculatie ploegendiensttoeslag voor slachthuizen.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen boetes voor vangletsel bij kuikens. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat de boetes terecht zijn opgelegd, gezien de bevindingen van de NVWA.

Hoger beroep over bestuurlijke boete en inbewaringneming van tonijn met koolmonoxide. Appellanten betwisten toevoeging als additief. College oordeelt dat minister ten onrechte belanghebbende niet erkende en verlaagt boete.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast bij het houden van honden, gezien de slechte leefomstandigheden. De kosten van € 44.196,27 kunnen op appellant worden verhaald.

Het beroep van appellante tegen een last onder dwangsom is niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Tevens is schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst de ISDE-subsidie af voor warmtepompen aangeschaft voor verhuurwoningen, omdat de aanvraag niet voldaan aan de vereisten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een zonneboiler en warmtepomp, omdat niet voldaan is aan de installatie-eisen.

Het College verklaart het beroep van de appellant tegen de last onder dwangsom niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, maar verplicht de minister tot vergoeding van het griffierecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Softs Nederland B.V. ongegrond verklaard, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de intrekking van de subsidie rechtvaardigden.

Het College bevestigt de boetes voor het ongeschikt vervoeren van een geit en twee schapen, oordelend dat de minister terecht handelde en de boetes evenredig waren.

Het College verklaart het beroep van appellant gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de KvK en veroordeelt de Staat tot betaling van € 500,- schadevergoeding.

Bunq B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen DNB over een aanwijzing op basis van de Wwft. Het College oordeelt dat DNB niet alle overtredingen heeft bewezen, maar dat enkele wel in stand blijven. Validatieverplichting en managementverklaring zijn niet noodzakelijk.

Uitschrijving van de bestuurder na overlijden; gerede twijfel over opgave; beoordeling civielrechtelijke feiten voorbehouden aan civiele rechter.

Hoger beroep van American Express en Visa niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang, na stopzetting van de Bijenkorf Card.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 1 september 2022 een wrakingsverzoek van een verzoeker niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie voor een project niet conform het projectplan is uitgevoerd, waardoor nihilstelling en terugvordering van de subsidie gerechtvaardigd zijn.

Hoger beroep over boete voor gebruik elektrische prikker bij varkens. College bevestigt eerdere uitspraak van rechtbank, oordeelt dat rapport van bevindingen voldoende is en dat appellante de Wet dieren heeft overtreden.

Appellante heeft beroep ingesteld tegen de uitschrijving van haar onderneming door haar bewindvoerder. Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat appellante niet in staat is tot redelijke waardering van haar belangen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake het tarief voor controles op naleving van landbouwkwaliteitsregels.

Hoger beroep van AGA SAAT GmbH en Waalhaven Douane Service B.V. over de vernietiging van sesamzaad uit India wegens overschrijding van de maximumresidugehalten voor ethyleenoxide. Het College bevestigt de uitspraak van de voorzieningenrechter dat terugzending niet mogelijk is en vernietiging noodzakelijk is.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst subsidieaanvraag voor sanering varkenshouderijen af wegens niet voldoen aan emissie-eisen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens het gebruik van een niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel. Appellante ontvangt € 500,- schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College bevestigt dat Bpf HiBiN de vrijstelling van RRM niet mocht intrekken op basis van het vertrouwensbeginsel, omdat RRM redelijkerwijs mocht aannemen dat de groepsvoorwaarde niet meer gold.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellante ongegrond, omdat zij onjuiste gegevens heeft verstrekt in haar aanvraag voor subsidie voor warmtepompen, terwijl zij al een bindende verplichting was aangegaan.

Hoger beroep ongegrond verklaard; boete voor overtreding rookverbod in horeca bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van appellante ongegrond en bevestigt de boete opgelegd door de staatssecretaris wegens niet-naleving van hygiënevoorschriften.

Appellant's subsidieaanvraag voor een warmtepomp werd afgewezen omdat er al subsidie was verstrekt aan de installateur. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant tegen de afwijzing van de graasdierpremie 2020 en de opgelegde sanctie ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor een warmtepomp afgewezen omdat deze te laat was ingediend. Appellante maakte niet aannemelijk dat tijdige indiening onmogelijk was.

VEH heeft hoger beroep ingesteld tegen DNB over de niet-ontvankelijkheid van haar handhavingsverzoek. Het College bevestigt dat VEH belanghebbende is en dat DNB een nieuw besluit moet nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat de subsidie op nihil was vastgesteld wegens onjuiste gegevens over de aankoop van warmtepompen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond verklaard inzake de randvoorwaardenkorting GLB wegens niet-naleving van zorgplicht voor zieke dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de B.V. niet als actieve landbouwer was aangemerkt en niet tijdig de juiste accountantsverklaring had overgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een stichting tegen de minister van Landbouw ongegrond, omdat de percelen niet als subsidiabel landbouwareaal zijn aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers wegens gebrek aan blokkerende zeggenschap.

Appellant's subsidieaanvraag voor een warmtepomp is afgewezen omdat deze niet binnen zes maanden na installatie is ingediend. Het College oordeelt dat de opgegeven installatiedatum niet klopt.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op een nieuw besluit te nemen.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen besluiten minister over GLB-betalingen. Beroep gegrond, vervangingsbesluit vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-inkomenssteun voor een schapenhouder bevestigd, wegens nalatigheid in de bescherming van schapen tegen slechte weersomstandigheden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de beroepen van appellanten ongegrond verklaard, omdat de geïnstalleerde biomassaketels niet voldoen aan de subsidie-eisen en het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de afwijzing van subsidieaanvragen wegens gebrek aan verklaring van netbeheerder over transportcapaciteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om kwijtschelding van kinderbijslag terugvordering; appellant voldoet niet aan voorwaarden.

Hoger beroep van de erven van betrokkene inzake AOW-verzekering is niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang na overlijden betrokkene.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de randvoorwaardenkorting van 3% voor een landbouwer en stelt deze vast op 1% vanwege onvoldoende rekening houden met de ernst van de overtreding.

Hoger beroep van FNV Havens en anderen tegen DNB over de overgang van de verzekeringsportefeuille van Optas naar Aegon. DNB verklaart bezwaren niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. College bevestigt uitspraak rechtbank.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over bestuursdwang en kostenbesluit in het kader van de Wet dieren, waarbij appellant deels in het gelijk wordt gesteld.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen over subsidiabele landbouwgrond binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afkeuring van subsidiabele landbouwgrond en de berekening van GLB-betalingen.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen over de subsidiabiliteit van perceel 114 binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van 8 april 2022 afgewezen, omdat verzoeksters geen relevante feiten hebben aangedragen en misbruik maken van het wrakingsmiddel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van [naam 1] B.V., [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V. afgewezen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel, zonder relevante gronden voor wraking.

Hoger beroep van Duinzigt Wonen B.V. tegen last onder dwangsom wegens oneerlijke handelspraktijk. College oordeelt dat appellante transparant was over kosten en vernietigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep van appellante tegen een bestuurlijke boete van de AFM wegens overtreding van de Wft. Boete vernietigd en herroepen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het besluit van de minister van Landbouw inzake de herberekening van GLB-betalingen voor 2016, oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd en draagt op een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep van appellante tegen de vaststelling van subsidiabele oppervlakte van landbouwpercelen ongegrond en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af; ambtshalve uitschrijving van eenmanszaak was terecht.

Hoger beroep over overtredingen van de Wwft door [naam 1] B.V. Het College oordeelt dat er voldoende aanwijzingen waren voor een hoger risico op witwassen. Boete vastgesteld op € 2.000,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante haar schapen onvoldoende heeft beschermd tegen hitte, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-betalingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 15% aan de appellant bevestigd wegens niet-naleving van milieueisen voor mestopslag, en het beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een appellant ongegrond verklaard, omdat de extra betaling voor jonge landbouwers voor 2020 terecht is geweigerd na de inbreng van zijn eenmansbedrijf in een vennootschap onder firma.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de herziening van betalingsrechten en vergroeningsbetaling voor 2016, oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van appellante minder waarde hebben, en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening van subsidies rechtvaardigen.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen besluit minister over uitbetaling betalingsrechten en vergroeningsbetaling 2018. Beroep ongegrond, proceskostenvergoeding van € 1.518,- aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt een randvoorwaardenkorting van 15% op GLB-subsidies wegens herhaalde niet-naleving van dierenwelzijnseisen.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister inzake terugvordering van GLB-betalingen en oordeelt dat de percelen mogelijk als landbouwareaal kunnen worden aangemerkt.

Het College verklaart het beroep van VB-Airsuspension B.V. ongegrond, oordelend dat de kosten voor uitbesteed onderzoek niet in aanmerking komen voor afdrachtvermindering onder de Wva.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat terecht een S&O-verklaring voor 215 uren heeft afgegeven, in plaats van de aangevraagde 600 uren. Het beroep van PHJ Automation B.V. is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwer ongegrond inzake de herberekening van GLB-betalingen en terugvordering door de minister.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister inzake GLB-betalingen en draagt op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van de appellant.

Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat verweerders belanghebbenden zijn bij het instemmingsbesluit van DNB over de fusie van Optas en Aegon. DNB wordt veroordeeld tot proceskosten en het dwangsombesluit wordt vernietigd.

Het College bevestigt dat CRH geen belanghebbende is bij de intrekkingsbesluiten van Bpf HiBiN, omdat haar belang afgeleid is en niet rechtstreeks betrokken.

Het College bevestigt de intrekking van de vergunning van [naam 1] B.V. als trustkantoor door DNB, vanwege twijfels over de betrouwbaarheid van bestuurder [naam 2] en overtredingen van de Wtt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de herberekening van GLB-betalingen en het vertrouwensbeginsel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de herberekening van GLB-betalingen voor 2015, oordeelt dat de minister onvoldoende motiveerde waarom verklaringen van de verdachte zwaarder moesten wegen dan die van appellante, en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van [naam] B.V. tegen besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling GLB voor 2020.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, maar veroordeelt de minister tot betaling van € 1.000,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van appellante om extra betaling jonge landbouwers voor 2019 en 2020 ongegrond verklaard, omdat de zoon niet voldeed aan de vereisten voor langdurige zeggenschap in de maatschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een melkveebedrijf opzettelijk niet-naleving heeft gepleegd bij de identificatie van runderen, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 50.000,- opgelegd door de AFM verlaagd tot € 30.000,-, oordelend dat de boete niet in verhouding stond tot de ernst van de overtreding en de rol van appellant.

Hoger beroep van WindShareFund N.V. tegen last onder dwangsom van AFM wegens misleidende informatie over investeringen in windturbines. Overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de uitspraak van 19 juni 2018 vervallen, omdat een derde-belanghebbende niet was uitgenodigd om deel te nemen aan de procedure.

Hoger beroep tegen boetes voor overtreding van de Pensioenwet door bestuurders van een pensioenfonds. Boetes vernietigd wegens onvoldoende duidelijkheid van de norm.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan een pensioenfonds en vermogensbeheerder wegens overtredingen van de Pensioenwet, oordelend dat de norm onvoldoende duidelijk was.

Het College vernietigt de randvoorwaardenkorting van 80% op GLB-betalingen, herroept het primaire besluit en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een V.O.F. ongegrond, na decertificering van biologische percelen vanwege glyfosaatgebruik, met gevolgen voor de biologische status van eieren.

Slimstock Holding B.V. kreeg geen S&O-verklaring omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de werkzaamheden speur- en ontwikkelingswerk betroffen. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd wegens niet-naleving van mestverwerkingsvoorschriften. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

Twee appellanten kregen hun aanvragen voor een tegemoetkoming COVID-19 afgewezen omdat hun SBI-codes niet overeenkwamen met de vereisten in de Beleidsregel. De beroepen werden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een tegemoetkoming op basis van SBI-code, omdat de registratie in het handelsregister leidend is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens te late indiening van de aanvraag voor tegemoetkoming COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een kunstenaar ongegrond, omdat zijn aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19 is afgewezen op basis van de geregistreerde SBI-code op de peildatum.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een BV ongegrond, omdat de SBI-code niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel stond. De afwijzing van de tegemoetkoming was terecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een BV ongegrond inzake afwijzing van een tegemoetkoming op basis van SBI-code in het kader van COVID-19 steunmaatregelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens niet tijdige inschrijving in het handelsregister voor tegemoetkoming COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding in het kader van GLB-betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens niet-naleving van mestopslagvoorschriften.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van VOF [naam 1] ongegrond, wegens een randvoorwaardenkorting van 5% op GLB-betalingen door gebruik van glyfosaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de aanvraag voor betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers ten onrechte is afgewezen, omdat er sprake was van een proefmaatschap.

Hoger beroep over medewerkingsverplichting en last onder dwangsom door AFM aan Rodeler. Het College bevestigt de eerdere uitspraak dat Rodeler de medewerkingsplicht heeft geschonden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% terecht is, maar de eerdere korting van 23% onterecht. Het besluit wordt vernietigd en hersteld op 20%.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over randvoorwaardenkortingen op GLB-subsidies wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen. Korting voor 2018 aangepast van 54% naar 5%, voor 2019 volledig vernietigd.

Het College wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake GLB betalingsrechten af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die tot een andere uitspraak kunnen leiden.

Het beroep van de appellant tegen de weigering van de minister om terug te komen op een eerder besluit inzake betalingsrechten 2015 werd ongegrond verklaard. De appellant kreeg een schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers, omdat de opgegeven persoon eerder een landbouwbedrijf heeft opgericht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen aan appellante bevestigd wegens opzettelijke niet-naleving van mestaanwendingseisen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag compensatie zelfstandigen bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008, o.a. wegens te late indiening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag compensatie zelfstandigen bevallen tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008, wegens te late indiening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing compensatie voor zelfstandige die al zwangerschaps- en bevallingsuitkering ontving. Geen discriminatie vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale reserve, omdat de percelen niet als subsidiabel kunnen worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag vanaf 2017 door niet-nakoming ouderschapsplan; derde-partij heeft hoogste bijdrage geleverd.

Het College vernietigt de ambtshalve vaststelling van de subsidie op nihil, omdat de appellante niet correct was aangemaand om een aanvraag in te dienen. Verweerder moet een nieuwe termijn stellen voor de aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 3 augustus 2021 het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat de subsidieaanvragen op grond van het Besluit SDE zijn afgewezen wegens gebrek aan toestemming van de locatie-eigenaar.

Hoger beroep van een notaris tegen een boete van € 36.000,- voor overtredingen van de Wwft. Het College vernietigt de boete voor de leveringsakte, maar handhaaft deze voor de hypotheekakte, en stelt de boete vast op € 18.000,-.

Hoger beroep over correctie S&O-verklaringen en RDA-beschikkingen door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarbij de rechtbank oordeelt dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor S&O-werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat Svb onvoldoende heeft gemotiveerd dat betrokkene geen onevenredig zware last heeft door verhoging AOW-leeftijd. Schadevergoeding van € 500,- toegekend.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af in hoger beroep tegen de Sociale verzekeringsbank, omdat geen sprake is van tegemoetkoming aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van een maatschap voor uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling voor 2019 afgewezen, omdat deze niet als actieve landbouwer was geregistreerd in het handelsregister.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op een nieuw besluit te nemen binnen acht weken.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over intrekking van betalingsrechten en herberekening van uitbetaling 2015. Beroepen ongegrond, vergoeding voor immateriële schade van € 500,- toegekend.

Het College vernietigt de randvoorwaardenkorting van 5% op rechtstreekse betalingen GLB en stelt deze vast op 3%. Tevens wordt schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de weigering van een S&O-verklaring voor een project gericht op grondwatertransportmechanismen.

Het College oordeelt dat de weigering van de EIA-verklaring voor de spudpaal onvoldoende gemotiveerd was, terwijl de andere beroepen ongegrond werden verklaard.

Het College verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar draagt verweerder op het griffierecht van € 345,- te vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, omdat de aanvragen voor EIA voor WKK's terecht zijn afgewezen door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de appellant ongegrond inzake GLB betalingsrechten en teruggave financiële discipline.

Hoger beroep over ZEZ-uitkering van € 2,92 per dag. Uwv negeert nieuw beleid inzake hardheidsclausule. Besluit vernietigd, nieuw besluit binnen 8 weken vereist.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de afwijkingenbrief van Skal geen besluit is, maar gelijkgesteld moet worden met een besluit. Appellante is belanghebbende en het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de verkoop van niet-gecertificeerd biologisch gras, en oordeelt dat de afwijkingenbrief van Skal terecht als kritieke afwijking is aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van de subsidieverlening voor het project 'Autonome Cassave Plant' en de terugvordering van voorschotten aan Adverio B.V. bevestigd, ondanks een gebrek in de besluitvorming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van appellante ongegrond, omdat zij niet tijdig beroep had ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de omgevingsvergunning voor de subsidieaanvraag te laat was verleend.

Hoger beroep over boetes aan trustkantoor wegens overtredingen van de Wtt en Sw; boete van € 534.375,- gehandhaafd, boete van € 10.000,- vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de EIA-aanvraag voor een B&B, omdat deze als woonhuis wordt aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt voor kinderbijslag, omdat zij geen duurzame band met Nederland had op de relevante peildata.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Ghanese appellante recht heeft op kinderbijslag voor haar kinderen vanaf het eerste kwartaal van 2018, ondanks eerdere afwijzing door de Svb.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de beroepen van Spack Trading B.V. en een andere B.V. ongegrond verklaard, betreffende de decertificering van zonnebloempitten door Stichting Skal vanwege herbicide residuen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van B.V. [naam 1] ongegrond inzake de decertificering van zonnebloempitten door Stichting Skal, wegens ontbrekende transportdocumenten en onregelmatigheden in de biologische productie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de weigering van de minister van Economische Zaken en Klimaat om een Energie-investeringsverklaring af te geven, omdat onomkeerbare verplichtingen niet zijn aangetoond.

Rectificatie van proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak door College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 april 2021.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 13 april 2021 een eerdere uitspraak van 23 maart 2021 vanwege kennelijke onjuistheden in de tekst.

Het College bevestigt de boete van € 125.000,- aan [naam 1] voor feitelijk leidinggeven aan overtredingen van de Wft door [naam 6].

Afwijzing van aanvullende betalingsrechten voor jonge landbouwers en toewijzing van schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de nabestaandenuitkering heeft herzien en teruggevorderd op basis van het inkomen van de betrokkene, zonder dringende redenen om hiervan af te wijken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie of beheerseis 10 inzake het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ook geldt voor niet-toegelaten middelen. De zaak betreft een randvoorwaardenkorting opgelegd aan appellante.

Het College oordeelt dat de maatschap niet voldeed aan de opgelegde maatregelen van de Wet Dieren, en bevestigt de invordering van € 3.000,-. Tevens wordt schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij de controle ter plaatse heeft verhinderd, wat leidde tot de afwijzing van haar GLB-subsidieaanvraag.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, de 15% randvoorwaardenkorting voor GLB-subsidies is terecht opgelegd wegens herhaalde niet-nalevingen.

Appellant verzocht om uitbetaling van GLB-betalingen, maar zijn aanvraag werd afgewezen omdat hij geen originele etiketten van zaaizaad aanleverde. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen intrekking van betalingsrechten en herberekening uitbetaling GLB ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verhoging van de randvoorwaardenkorting van 75% naar 85% voor GLB-subsidies rechtmatig was, ondanks bezwaar van de appellante. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart de beroepen van appellante ongegrond en bevestigt de randvoorwaardenkorting op GLB-subsidies. Schadevergoeding van € 3.500,- voor overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over ontheffing van minimaal vereist eigen vermogen voor pensioenfonds. DNB weigerde volledige ontheffing, College bevestigt deze beslissing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de beperkte duur van de ontheffing van de Winkeltijdenwet gerechtvaardigd is, gezien de bescherming van de openbare orde en veiligheid. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

Randvoorwaardenkorting van 61% opgelegd aan Loon- en Verhuurbedrijf wegens niet-naleving identificatie- en registratieregels voor runderen; beroep ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de invordering van een dwangsom van € 10.000,- wegens overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren door de maatschap, maar oordeelt dat de last onder dwangsom deels onduidelijk was.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst aanvraag GLB-subsidies af wegens verhindering controle ter plaatse door appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% op GLB-subsidies terecht is opgelegd wegens niet-naleving van registratievoorschriften door de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, omdat de minister de oppervlakte van de percelen correct heeft vastgesteld en geen betalingsrechten kon toewijzen.

Het College heeft de randvoorwaardenkorting op subsidies GLB van 61% verlaagd naar 21% wegens onterecht opgelegde korting voor niet-gemelde doodgeboortes.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie of het Unierecht zich verzet tegen de beoordeling van het nationaalrechtelijke vertrouwensbeginsel in het kader van betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers.

Het College vernietigt de besluiten van de minister die subsidies op nihil vaststelden en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een maatschap ongegrond inzake herberekening en verrekening van GLB-betalingen voor jonge landbouwers door de minister van LNV.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bestreden besluiten inzake uitbetaling van GLB-betalingen en herroept eerdere besluiten, met proceskostenvergoeding aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond in de zaak over de herberekening van GLB-betalingsrechten voor 2015, waarbij geen geldige gebruikstitel voor percelen werd aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van GLB-subsidies door de minister, wegens verhindering van controle door appellant.

De waarschuwing van de minister aan de appellant wordt niet aangemerkt als besluit in de zin van de Awb. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van Eurofins MITOX B.V. voor een S&O-verklaring afgewezen, omdat het project niet aannemelijk maakte dat het gericht was op technisch-wetenschappelijk onderzoek.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van [naam 1] V.O.F. voor ammoniakreductie in stallen afgewezen, omdat het systeem niet voldeed aan de BWL-code. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de toekenning van betalingsrechten uit de Nationale reserve onvoldoende heeft onderbouwd en vernietigt de bestreden besluiten.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister inzake betalingsrechten en draagt op een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College verklaart de beroepen van appellante ongegrond en wijst de verzoeken om schadevergoeding af, omdat appellante de melding van de huur van betalingsrechten niet tijdig heeft gedaan.

Appellante verliest beroep tegen minister van Landbouw over GLB-betalingen; percelen niet als subsidiabel aangemerkt. Proceskostenvergoeding toegewezen.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar het beroep tegen het vervangingsbesluit gegrond. Verweerder moet binnen acht weken een nieuw besluit nemen op het bezwaar van appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 3% voor een maatschap wegens niet-naleving van identificatie-eisen en het niet in acht nemen van de wachttermijn voor diergeneesmiddelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de controle op GLB-subsidies door de vennoot van een agrarisch collectief werd verhinderd, wat leidde tot de afwijzing van de subsidieaanvraag. Het beroep is ongegrond.

Afwijzing van de EIA-verklaring voor Loonbedrijf [naam 1] C.V. omdat niet voldaan is aan de besparingseis. Beroep ongegrond, griffierecht wordt vergoed.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister van LNV inzake GLB uitbetaling 2018 en veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en de herberekening van de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling voor 2015 door verweerder bevestigd.

Het College vernietigt het besluit van de minister en herstelt de subsidie voor een project tot € 1.315.995,-, oordelend dat de werkzaamheden als industrieel onderzoek moeten worden gekwalificeerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting op het fosfaatrecht van appellante geen individuele en buitensporige last oplevert. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 8 september 2020 verzoeken om schadevergoeding afgewezen wegens het ontbreken van onrechtmatige besluiten.

Het College verklaart het beroep van appellante tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond en veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep ongegrond verklaard en de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers bevestigd, omdat de opgegeven persoon niet voldeed aan de vereiste blokkerende zeggenschap.

Het College vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor uitbetaling van betalingsrechten en oordeelt dat de ondernemer ten onrechte niet als actieve landbouwer is aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de uitbreiding van een melkveehouderij een ondernemersbeslissing is, waarbij risico's door de melkveehouder zelf gedragen moeten worden. Het beroep van appellante wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over fosfaatrechten en niet-tijdig nemen van besluiten. Beroep niet-ontvankelijk verklaard, verzoek om schadevergoeding toegewezen.

Het College heeft het fosfaatrecht van de appellant vastgesteld op 3.793 kg en de Staat veroordeeld tot € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de beslissing van appellante om haar melkveebedrijf te verplaatsen en uit te breiden niet navolgbaar is, gezien de risico's en omstandigheden. Het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 2.273 kg, maar het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd, wat leidt tot proceskostenvergoeding voor appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van de appellante terecht heeft vastgesteld en dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouder tegen de verlaging van fosfaatrechten ongegrond, omdat geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vaststelling door de minister van LNV ongegrond verklaard; knelgevallenregeling niet van toepassing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond inzake fosfaatrechten en grondgebondenheid, waarbij de minister de generieke korting toepaste.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken en Klimaat in redelijkheid de subsidie voor Block-IT Now B.V. met 50% heeft verlaagd, omdat de projectdoelstellingen niet zijn behaald. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechten van appellant niet als een buitensporige last kunnen worden aangemerkt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar verweerder moet wel proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] en [naam 2] V.O.F. gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 6.150 kg, na vernietiging van het eerdere besluit van de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van appellante op 6.160 kg moet worden vastgesteld, na vernietiging van het eerdere besluit van de minister. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een maatschap gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 6.579 kg, na vernietiging van het eerdere besluit van de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechten van appellante correct zijn vastgesteld, maar het bestreden besluit was onvoldoende gemotiveerd. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van appellante moet worden vastgesteld op 7.094 kg, na vernietiging van het bestreden besluit wegens onvoldoende motivering.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 14 april 2020 een eerdere uitspraak van 10 maart 2020, waarbij onjuistheden in het aantal melk- en kalfkoeien en proceskosten zijn gecorrigeerd.

Appellant komt niet in aanmerking voor verhoging van fosfaatrecht; onvoldoende bewijs van individuele en buitensporige last door fosfaatrechtenstelsel.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit inzake fosfaatrechten van een melkveehouder wegens onvoldoende motivering en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen de vaststelling van het fosfaatrecht ongegrond, omdat niet gerealiseerde uitbreidingen niet in aanmerking worden genomen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam 1] tegen het vervangingsbesluit van de minister van Landbouw gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 8.207 kg, met proceskostenvergoeding van € 2.100,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en dat appellante geen individuele en buitensporige last ervaart. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP, maar dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is. Beroep ongegrond, griffierecht terugbetaald.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de fosfaatrechtstelling van appellante, een melkveehouderij, niet in strijd is met het eigendomsrecht. De investeringen waren niet volledig onderbouwd met vergunningen voor de hogere dieraantallen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van de appellant te laag heeft vastgesteld, rekening houdend met de gevolgen van mycoplasma op de melkproductie. Het fosfaatrecht wordt hersteld naar 8.297 kg en proceskostenvergoeding wordt toegewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van een maatschap tegen de vaststelling van fosfaatrechten afgewezen, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden voor de knelgevallen- en startersregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet kan aantonen dat de knelgevallenregeling van toepassing is op haar situatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Fa. [naam 1] ongegrond, omdat appellante niet als starter kan worden aangemerkt voor fosfaatrechten na omschakeling van vleesvee naar melkvee.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister inzake fosfaatrechten en kent appellante een schadevergoeding van € 500,- toe.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst de afwijzing van de knelgevallenregeling fosfaatrechten af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het fosfaatrecht van appellante terecht op 7.606 kg heeft vastgesteld. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, maar zij ontvangt wel een schadevergoeding van € 500,- wegens een gebrek in de motivering van het besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet in aanmerking komt voor verhoging van het fosfaatrecht op basis van de knelgevallenregeling. Het beroep is ongegrond, maar appellante ontvangt € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de investeringsbeslissing van de appellant in zijn melkveehouderij een ondernemersrisico is. Het fosfaatrechtenstelsel vormt geen onaanvaardbare inbreuk op zijn eigendomsrecht. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 500,- toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de dieren van appellante niet als melkvee kunnen worden aangemerkt, omdat zij primair voor geneesmiddelenonderzoek worden gehouden. Het beroep is ongegrond en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Duitse grond van appellante niet meetelt voor fosfaatrechten. Het beroep is ongegrond, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten. De beslissing om uit te breiden zonder vergunning op de peildatum wordt als niet navolgbaar beschouwd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt. Beroep ongegrond, griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep tegen het bestreden besluit is niet-ontvankelijk, het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in bezwaar tegen fosfaatrecht.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake fosfaatrechten, oordelend dat er geen strijd is met artikel 1 van het EP.

Verzoekers hebben mr. H.S.J. Albers gewraakt wegens onvoldoende spreektijd en vermeende partijdigheid. Het College heeft het verzoek afgewezen en het proces voortgezet.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen het fosfaatrecht ongegrond en het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk. Verweerder moet griffierecht vergoeden en in proceskosten betalen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en verklaart het beroep van de melkveehouder niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft niet aangetoond dat er sprake is van een individuele en buitensporige last. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam 1] tegen het fosfaatrecht ongegrond verklaard, oordelend dat de investeringen als ondernemersrisico's moeten worden gezien.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 3.641 kg, na erkenning van een onjuiste vaststelling door de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij geen nieuw gestart bedrijf is volgens de Meststoffenwet, gezien de continuïteit van de exploitatie op dezelfde locatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, die een melkveehouderij exploiteert. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister moet het griffierecht vergoeden.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; boete is vervallen en proceskosten vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van appellante onjuist was vastgesteld en herstelt dit naar 13.368 kg, maar wijst het beroep op de knelgevallenregeling af.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, een melkveehouder die zijn bedrijf heeft uitgebreid. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met proceskostenvergoeding van € 1.050,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het fosfaatrecht vastgesteld op 7.135 kg en het bestreden besluit vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor een individuele en buitensporige last. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen recht heeft op de startersregeling voor fosfaatrechten, omdat zij een bestaande melkveehouderij heeft overgenomen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht van appellant, maar dat het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd was. Het beroep wordt ongegrond verklaard, met vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Appellante heeft niet aangetoond dat het stelsel een buitensporige last oplegt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het Eerste Protocol, maar dat de motivering van het besluit niet deugdelijk was. Beroep ongegrond, minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar verweerder moet proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last vormt. Proceskosten van € 1.024,- worden aan appellante vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP en verklaart het beroep van de melkveehouderij ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten door een uitbraak van BVD.

Appellante, een melkveehouderij, komt niet in aanmerking voor verhoging van het fosfaatrecht op basis van de knelgevallenregeling. Het College verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante tegen het fosfaatrecht ongegrond, omdat zij niet heeft aangetoond dat de alternatieve peildatum van 10 juli 2013 moet worden gehanteerd. Het beroep tegen het bestreden besluit wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last vormt voor appellante, een melkveehouder, en verklaart het beroep ongegrond, met proceskostenvergoeding van € 1.024.

Het College vernietigt de besluiten inzake LNV-subsidies en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond inzake fosfaatrechten, maar veroordeelt de minister in proceskosten van € 512,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het bezwaarschrift van appellante te laat is ingediend, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De termijn voor indienen begint op de dag na toezending van het besluit.

Beroep van Commanditaire Vennootschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vaststelling door de minister. College oordeelt dat geen knelgeval is en verklaart beroep ongegrond.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten, oordeelt dat de appellant een buitensporige last ervaart en draagt de minister op om compensatie te bieden.

Appellant verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling; geen causaal verband met gezondheidsproblemen aangetoond. Knelgevallenregeling niet van toepassing. Proceskostenvergoeding van € 1.024,- aan appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard, de fosfaatrechten vastgesteld zonder compensatie in strijd met artikel 1 van het EP, en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen.

Het College vernietigt de vaststelling van de subsidie op nihil en oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de subsidie niet is uitbetaald. Beroep is gegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 8 oktober 2019 het beroep van appellante ongegrond verklaard in een zaak over fosfaatrechten en grondgebondenheid, waarbij de minister een korting van 8,3% op het fosfaatrecht toepaste.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden binnen de gestelde termijnen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen het fosfaatrecht, vastgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam] niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een tijdige schriftelijke machtiging van de gemachtigde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Melkveehouderij [naam] vof ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt. Proceskosten van € 1.024,- worden toegewezen aan appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt. De minister wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten van € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, die investeringen deed na de peildatum. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de vaststelling van hun fosfaatrecht op 14.208 kg. Het College oordeelt dat de korting van 8,3% geen individuele en buitensporige last oplevert. Beroep ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de subsidieaanvraag van een stichting in de visserijsector, omdat de stichting niet als aanbestedende dienst kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit over de subsidieaanvraag van Stichting [naam] en oordeelt dat appellante ten onrechte als aanbestedende dienst is gekwalificeerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit over de subsidieaanvraag van een stichting in de visserijsector, oordeelt dat de stichting geen aanbestedingsplicht heeft en veroordeelt verweerder in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de vaststelling van het fosfaatrecht van de appellante op 7.088 kg rechtmatig is en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven rectificeert een eerdere uitspraak over fosfaatrecht en knelgevallenregeling, waarbij proceskosten worden aangepast van € 512,- naar € 1.024,-.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond en het beroep tegen het vervangingsbesluit niet-ontvankelijk, met proceskostenvergoeding voor de appellante.

Beroep van Maatschap [naam 1] tegen fosfaatrecht vaststelling ongegrond verklaard; proceskostenveroordeling tot € 1.280,-.

Het College verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de feitelijke beschikkingsmacht had over de percelen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij geen feitelijke beschikkingsmacht had over het natuurlijk grasland, wat invloed had op zijn fosfaatruimte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de korting op het fosfaatrecht van appellante, als gevolg van verpachting, leidt tot een individuele en buitensporige last. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder moet compensatie bieden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Melkveehouderij [naam] ongegrond verklaard, maar het fosfaatrecht verhoogd tot 3.942 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de vaststelling van fosfaatrechten, waarbij de knelgevallenregeling niet van toepassing werd geacht.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de minister het fosfaatrecht correct heeft vastgesteld en de generieke korting van 8,3% terecht is toegepast.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwer ongegrond over de vaststelling van fosfaatrechten op 30 juli 2019, waarbij de minister de fosfaatrechten correct had vastgesteld op 13.989 kg.

Het College verklaart de beroepen gegrond, vernietigt de bestreden besluiten en draagt de minister op nieuwe besluiten te nemen over GLB-betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom van melkveehouders. De appellante kan niet aantonen dat het stelsel een buitensporige last oplegt. Het beroep is deels gegrond, maar schadevergoeding wordt afgewezen, behalve voor proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een maatschap tegen de vaststelling van het fosfaatrecht ongegrond verklaard en het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk verklaard. Proceskosten van € 512,- zijn toegewezen aan de appellante.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister over fosfaatrechten en draagt op een nieuw besluit te nemen, wegens onzorgvuldige voorbereiding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de terugvordering van subsidie door de minister van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit terecht is, en verklaart het beroep van Stichting [naam 1] ongegrond.

Het College vernietigt het bestreden besluit over betalingsrechten en administratieve sancties, oordeelt dat de 2% marge onjuist is toegepast en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de omzetting van varkensrechten naar fosfaatrechten, omdat de benodigde regelgeving ontbreekt.

Het College vernietigt de fosfaatrecht vaststelling van de minister en draagt op een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten, omdat niet is gekeken naar de bijzondere omstandigheden van de appellante.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat fosfaatrecht van appellante moet worden vastgesteld op 7.897 kg, na vernietiging van het vervangingsbesluit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over fosfaatrechten en excretieforfait. Het beroep van appellant wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en de minister moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Stille Maatschap tegen de fosfaatrecht vaststelling ongegrond, ondanks bijzondere omstandigheden zoals ziekte.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van een vleesveehouderij gegrond verklaard en het besluit van de minister over fosfaatrechten vernietigd, omdat de minister ten onrechte de zoogkoeien niet als melkvee heeft aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van de uitspraak.

Het CBB vernietigt de randvoorwaardenkortingen op GLB-subsidies voor een landbouwbedrijf wegens onvoldoende motivatie van de minister en draagt op nieuwe besluiten te nemen.

Hoger beroep over bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet; boete vernietigd en herroepen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een te lage melkproductie heeft aangenomen bij de vaststelling van fosfaatrechten, en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en oordeelt dat het beroep op de knelgevallenregeling alsnog beoordeeld moet worden.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten wegens onduidelijkheid in de melkproductie en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 6.495 kg, na erkenning van onjuistheid in de eerdere vaststelling van 6.417 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over een randvoorwaardenkorting van 5% voor een V.O.F. wegens niet-nalevingen. Er zijn twijfels over de geldigheid van Europese verordeningen en een prejudiciële vraag wordt gesteld aan het Hof van Justitie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een firma tegen de vaststelling van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen ongegrond, oordelend dat de minister de subsidiabele oppervlakte correct heeft vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 55% op GLB-inkomenssteun terecht is opgelegd wegens overtredingen van dierenwelzijnseisen door appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 9 april 2019 de verzoeken van varkens- en pluimveehouders om ontheffingen op grond van de Meststoffenwet afgewezen, omdat de fosfaatproductieplafonds waren overschreden en het handhaven van deze plafonds essentieel was voor het behoud van de derogatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de herziening van bedrijfstoeslag voor landbouwgrond. Beroep van appellant tegen de afkeuring van percelen en uitsluitingsbedragen wordt deels niet-ontvankelijk verklaard en deels ongegrond.

Ursa Major Services B.V. heeft beroep ingesteld tegen een subsidiebesluit van de minister, die de subsidie op € 74.502,- heeft vastgesteld. Het College heeft het beroep gegrond verklaard, het besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten.

Visserijvereniging '[naam 1]' verliest beroep tegen terugvordering subsidie van € 35.943,- door de minister van LNV. Het College oordeelt dat de minister terecht handelde en geen proceskostenvergoeding toekent.

Ursa Major Services B.V. heeft beroep ingesteld tegen de subsidiebeslissing van de minister, die de subsidie voor een project in het kader van het Europees Visserijfonds lager vaststelde. Het College heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gehouden.

Het College verklaart de beroepen van appellante gegrond en vernietigt de bestreden besluiten inzake betalingsrechten, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor het gebruik van bepaalde percelen op de peildatum.

OMRA B.V. verzocht om uitstel van subsidievaststelling, maar het College verklaart het beroep ongegrond omdat de Regeling geen verlenging toestaat en overmacht niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 55% op rechtstreekse betalingen voor 2016 terecht is opgelegd wegens herhaalde niet-nalevingen van de zorgplicht voor dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake terugvordering van subsidie af, omdat de aangevoerde feiten niet tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.

Appellant verliest beroep tegen minister over uitbetaling betalingsrechten 2016; geen kennelijke fout vastgesteld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond.

Coöperatieve Visserij Organisatie U.A. heeft beroep ingesteld tegen de subsidievaststelling door de minister van LNV. Het College vernietigt het bestreden besluit en verplicht verweerder een nieuw besluit te nemen.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister inzake LNV-subsidie voor aanlandplichtprojecten en draagt op een nieuw besluit te nemen, met proceskostenvergoeding van € 1.536,- aan appellante.

Beroep van Coöperatieve Visserij Organisatie U.A. tegen subsidievaststelling door de minister van LNV, waarbij het College de minister opdraagt een nieuw besluit te nemen en proceskosten vergoedt.

Het College verklaart het beroep van de Coöperatieve Visserij Organisatie U.A. gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Agrarisch bedrijf [naam 1] V.O.F. ongegrond inzake de vaststelling van een subsidie voor duurzame stallen. Bezwaar tegen wijzigingsbesluit niet-ontvankelijk verklaard.

Appellanten betwisten de afwijzing van hun aanvraag voor uitbetaling van betalingsrechten GLB door de minister, omdat zij niet tijdig melding hebben gemaakt van de overdracht. Het College verklaart het beroep van appellante sub 1 ongegrond en dat van appellante sub 2 niet-ontvankelijk.

Beroep gegrond; bestreden besluit vernietigd; minister moet nieuw besluit nemen binnen acht weken; proceskostenveroordeling van € 1.024,-.

Het College heropent het onderzoek naar de subsidieaanvraag van Rederij [naam 1] B.V. voor het project 'Pulsvis Zonder Kabel', na onduidelijkheden over de subsidiegrondslagen en verplichtingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de 20% randvoorwaardenkorting op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens opzettelijke niet-naleving van mestuitrijdregels.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de 9% randvoorwaardenkorting op rechtstreekse betalingen GLB terecht is opgelegd wegens herhaalde niet-naleving van milieuregelgeving door appellante.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening van eerdere besluiten tot toewijzing van betalingsrechten rechtvaardigen.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening van het besluit tot uitbetaling van basis- en vergroeningsbetaling rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een V.O.F. ongegrond inzake herziening van besluiten over betalingsrechten en uitbetaling van basis- en vergroeningsbetalingen.

Het College oordeelt dat de afwijzing van de melding overdracht betalingsrechten onterecht was, maar handhaaft de afwijzing van het verzoek om uitbetaling, omdat appellante op de peildatum niet voldeed aan de voorwaarden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de herberekening van de bedrijfstoeslag 2013 door de minister terecht was, en verklaart het beroep van appellante ongegrond.

Het beroep van maatschap [naam 1] tegen het besluit van de minister van Landbouw inzake GLB-betalingsrechten is ongegrond verklaard. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat de jonge landbouwer niet beschikte over de vereiste blokkerende zeggenschap voor de aanvraag van betalingsrechten uit de Nationale reserve.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de opgegeven jonge landbouwer niet over de vereiste blokkerende zeggenschap beschikt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van European Livestock B.V. ongegrond verklaard, omdat de minister terecht uitvoerrestituties introk en terugvorderde wegens overschrijding van transport- en rusttijden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van European Livestock B.V. ongegrond, wegens discrepanties in transportdocumenten die leidden tot terugvordering van uitvoerrestituties door de minister van Landbouw.

College van Beroep wijst aanvraag uitvoerrestituties af wegens niet-naleving van de Welzijnsverordening en overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 18 december 2018 het beroep van European Livestock B.V. ongegrond verklaard inzake de intrekking van uitvoerrestituties voor de export van runderen, wegens overschrijding van de maximale transporttijd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht uitvoerrestituties introk wegens overschrijding van transporttijden. Appellante krijgt schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de aanvraag om uitvoerrestituties af en kent een schadevergoeding toe van € 2.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de terugvordering van uitvoerrestituties aan Masterrind GmbH en constateert overschrijding van de redelijke termijn, wat leidt tot schadevergoeding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van een B.V. gegrond, vernietigt de intrekking van uitvoerrestitutie door de minister en herroept het primaire besluit 1.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante gegrond en vernietigt de bestreden besluiten over de toewijzing van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen voor 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een jonge landbouwer ongegrond, omdat de aanvraag voor extra betaling niet voldeed aan de vereiste zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de Vereniging Agrarisch Natuur- en landschapsbeheer Slochteren ongegrond inzake betalingsrechten en subsidiabiliteit van landbouwgrond.

Beroep gegrond verklaard; bestreden besluit vernietigd; rechtsgevolgen in stand; vergoeding griffierecht aan appellant.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Vion Livestock B.V. ongegrond wegens onvolledig journaal tijdens transport, waardoor terugvordering van uitvoerrestitutie gerechtvaardigd is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Vion Livestock B.V. ongegrond inzake de intrekking van uitvoerrestitutie wegens onvolledige journalen tijdens transport van runderen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van European Livestock B.V. ongegrond inzake intrekking en terugvordering van uitvoerrestitutie wegens ontbreken van transportgegevens.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van De Katwinkel tegen de randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-betalingen ongegrond verklaard, wegens overschrijding van de stikstofgebruiknorm.

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit inzake uitvoerrestituties, met proceskostenveroordeling van € 1.002,-.

Het College verklaart het beroep van de appellant niet-ontvankelijk en veroordeelt de minister in de proceskosten tot € 1002,-.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst aanvraag uitbetaling betalingsrechten GLB af wegens verhindering bedrijfscontrole. Appellant ontvangt € 500,- schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen aan Agro Nuland B.V. wegens gebrek aan bewijs voor overtreding van artikel 8a van het Besluit gebruik meststoffen en schending van de hoorplicht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens niet-naleving van vanggewasverplichting na maïsteelt, met een randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf ongegrond, wegens vernietiging van graszode en toepassing van randvoorwaardenkorting door de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verhoogt de randvoorwaardenkorting op GLB-betalingen van 3% naar 12% wegens herhaalde overtredingen van dierenwelzijnseisen. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet emissiearm mest heeft uitgereden, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 20% op GLB-subsidies. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% op de GLB-subsidies van appellante terecht is opgelegd wegens niet-emissiearm uitrijden van mest, in strijd met artikel 5 Bgm.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, omdat hij geen geldige gebruikstitel had voor perceel 31 op de peildatum van 15 mei 2016.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een korting heeft opgelegd aan de appellant wegens overdeclaratie van betalingsrechten voor 2015. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij op de peildatum niet over de benodigde juridische titel beschikte voor perceel 107.

Het College vernietigt de subsidievaststelling van de minister en oordeelt dat de restwaarde van het pulssysteem ten onrechte in mindering is gebracht. De minister moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen en vergoedt € 500,- schade aan de appellanten.

Beroep van Stichting [naam 1] tegen subsidiebesluit LNV-subsidies ongegrond verklaard; geschil over afschrijvingskosten.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister van LNV, herroept het primaire besluit en oordeelt dat er geen onregelmatigheid is aangetoond in de subsidievaststelling.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister en herroept het primaire besluit, omdat er geen onregelmatigheden zijn aangetoond die een terugvordering van subsidie rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond inzake de toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten uit de Nationale reserve voor 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens faillietverklaring en het ontbreken van gegronde redenen om de procedure voort te zetten.

Het College verklaart het beroep van de appellant tegen de besluiten van de minister van Landbouw inzake GLB-betalingsrechten ongegrond en niet-ontvankelijk, en veroordeelt de minister in de proceskosten.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister over subsidie voor visvangstverlies en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens te late indiening van etiketten voor betalingsrechten GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat perceel 1 van de appellant terecht als tijdelijk grasland is aangemerkt, wat leidt tot een verlaging van de vergroeningsbetaling. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het herziene bestreden besluit ongegrond, met een vergoeding van het griffierecht aan appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister van Landbouw inzake GLB-betalingsrechten en draagt op een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het herziene bestreden besluit ongegrond, met vergoeding van griffierecht aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij niet voldeed aan de inschrijvingsvereisten voor uitbetaling van GLB-subsidies.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen besluiten over GLB-betalingen en kortingen. Het College verklaart de beroepen tegen de bestreden besluiten niet-ontvankelijk en de beroepen tegen de herziene besluiten ongegrond.

Beroep van Maatschap [naam] tegen de minister van LNV over uitbetaling betalingsrechten 2016 ongegrond verklaard. Besluit van 18 december 2015 staat in rechte vast.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de weigering van uitbetaling van basis- en vergroeningsbetaling voor percelen, wegens onvoldoende bewijs van onjuiste voorlichting.

Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College vernietigt de besluiten van de minister inzake betalingsrechten voor perceel 4, oordeelt dat luchtfoto's onvoldoende zijn voor beoordeling en draagt nieuwe besluiten op binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een agrarisch ondernemer ongegrond, waarbij een randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen werd opgelegd wegens niet-naleving van milieuregels.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de uitbetaling van GLB-betalingen voor henneppercelen. De minister had de aanvraag gedeeltelijk afgewezen wegens onvoldoende zaaizaad. Het College vernietigt het besluit voor perceel 25, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de verkoper van de betalingsrechten geen actieve landbouwer was, wat een vereiste is voor de overdracht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten, waarbij een private overeenkomst niet is betrokken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten, waarbij geen juridische wijziging is vastgesteld die invloed heeft op de waarde.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat de vader niet als actieve landbouwer kan worden aangemerkt voor de toewijzing van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de minister van Landbouw over de subsidiabiliteit van landbouwpercelen en verklaart de beroepen van appellante gegrond.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister van Landbouw inzake betalingsrechten en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 4% heeft opgelegd aan een landbouwbedrijf wegens niet-nalevingen tijdens NVWA-controles. Het beroep van de appellante is ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het herziene besluit van de minister inzake de basis- en vergroeningsbetaling voor landbouwgrond en oordeelt dat de minister een nieuw besluit moet nemen.

Beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen minister van Landbouw over betalingsrechten en landbouwgrond. Korting op basisbetaling gehandhaafd. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep verklaart de beroepen van V.O.F. [naam 1] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een schriftelijke machtiging van de vennoten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellante niet heeft aangetoond dat de jonge landbouwer blokkerende zeggenschap had in de relevante periode.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor jonge landbouwers, omdat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor blokkerende zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht betalingsrechten aan Natuurmonumenten heeft toegewezen en kent de appellant € 500,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap [naam 1] gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, omdat de teelt van sedum op afgedekte grond als bouwland moet worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de afwijzing van zijn aanvraag voor betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers.

Appellanten verzoeken schadevergoeding voor blijvend grasland in Natura 2000-gebied Rijntakken. College verklaart beroepen ongegrond; geen bezwaar mogelijk tegen de aanwijzing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. tegen de vervangingsbesluiten van de minister van Landbouw ongegrond verklaard en het griffierecht vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwer ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten en de uitbetaling op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB.

Het College vernietigt de besluiten van de minister inzake betalingsrechten en subsidiabele oppervlakte van landbouwpercelen, oordeelt dat de greppels niet voldoende gemotiveerd als niet-subsidiabel zijn aangemerkt en draagt de minister op nieuwe besluiten te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over de afwijzing van subsidieaanvragen aan jonge landbouwers en bevestigt dat de aanvragers niet voldoen aan de vereisten voor effectieve zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking over de subsidieverlening aan PO Texel, die subsidie aanvroeg voor haar productie- en afzetprogramma 2014, maar werd afgewezen door de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de toewijzing van betalingsrechten aan appellante terecht was en verklaart de beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor 2015, waarbij de subsidiabele hectaren centraal staan.

Het College vernietigt de besluiten van de minister inzake GLB-betalingsrechten wegens onzorgvuldigheid en oordeelt dat de minister opnieuw moet beslissen op het bezwaar van de appellant.

Het College verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] ongegrond inzake de vergroeningsbetaling en herinzaaiplicht voor perceel 53, dat ecologisch kwetsbaar grasland betreft.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister van Landbouw inzake betalingsrechten en draagt op een nieuw besluit te nemen binnen zes weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de minister inzake betalingsrechten voor Notarispraktijk [appellante] B.V. wegens onvoldoende onderzoek naar subsidiabiliteit van percelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 23 mei 2018 het beroep van een actieve landbouwer gegrond verklaard en het bestreden besluit van de minister van Landbouw vernietigd.

Het College vernietigt de lagere subsidie vaststelling en oordeelt dat bepaalde kosten subsidiabel zijn. Verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen en betaalt € 500,- schadevergoeding aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Zuivelbeheer Nederland B.V. tegen de opgelegde superheffing ongegrond, oordelend dat de melkquoteringsregeling nog van kracht was en de omrekeningsfactor rechtmatig was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant geen recht heeft op betalingsrechten voor percelen met meer dan 50 bomen per hectare, ondanks zijn beroep op een handleiding van de RVO.

Het College heropent het onderzoek naar betalingsrechten voor een landbouwer en vraagt om een ontbrekend besluit van de minister binnen twee weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellant de controle door de NVWA heeft verhinderd, wat leidt tot afwijzing van de GLB-subsidieaanvraag.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de afwijzing van registratie van tijdelijke overdrachten van melkquotum. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar is, ondanks persoonlijke omstandigheden van de appellant. Het beroep wordt gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers af; appellante voldoet niet aan vereisten voor jonge landbouwers.

De maatschap [naam 1] heeft geen recht op betalingsrechten uit de Nationale Reserve voor startende landbouwers, omdat niet aan de voorwaarden is voldaan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen wegens niet-emissiearm verwerken van mest, ondanks verweer van de appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 25 april 2018 een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen voor [naam 1] V.O.F. bevestigd wegens niet-naleving van regelgeving omtrent gewasbeschermingsmiddelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 12% op rechtstreekse betalingen aan appellante terecht is opgelegd wegens niet-nalevingen in het I&R-systeem.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers wegens een kennelijke fout in het BSN-nummer en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de statuten van de appellante geen blokkerende zeggenschap vermelden, wat vereist is voor toewijzing van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Mts. [appellante] ongegrond inzake de afwijzing van aanvragen voor betalingsrechten en extra betaling voor jonge landbouwers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor jonge landbouwers, omdat de jonge landbouwer geen blokkerende zeggenschap had.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vernietigd wegens strijd met de motiveringsplicht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 13 april 2018 de beroepen van een maatschap gegrond verklaard en de bestreden besluiten van de minister van Landbouw vernietigd wegens onvoldoende motivatie en strijd met de zorgvuldigheidsbeginselen.

Beroep ongegrond; appellante voldeed niet aan vergroeningsvoorwaarden GLB door niet tijdig inzaaien vanggewassen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen de minister van LNV ongegrond inzake GLB-vergroeningsbetaling en ecologisch aandachtsgebied.

Beroep ongegrond; appellante voldeed niet aan vergroeningsvoorwaarden voor GLB-vergroeningsbetaling.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet tijdig de vanggewassen heeft ingezaaid en geen overmacht kon aantonen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van maatschap [naam 1] ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor 2015, omdat de percelen niet voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, wegens niet-naleving van gebruiksvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen, resulterend in een randvoorwaardenkorting van 20%.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 29% op GLB-steun aan [naam 1] B.V. bevestigd wegens niet-emissiearm verwerken van mest. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een vennootschap onder firma gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en oordeelt over de vereisten voor jonge landbouwers en langdurige zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de aanvraag van [naam 1] B.V. voor betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers, omdat de zoon geen langdurige zeggenschap had.

Het College vernietigt de ambtshalve vaststelling van subsidie op nihil en herroept het besluit, omdat de minister niet bevoegd was zonder aanmaning. Beroep 16/687 is niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat [naam 2] niet als jonge landbouwer kan worden aangemerkt volgens de EU-regelgeving.

Het College oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen rechtmatig is wegens niet-naleving van identificatie- en registratieregels voor runderen. Schadevergoeding van € 500,- en proceskosten van € 1.002,- aan appellante.

Het College verklaart het beroep ongegrond in de zaak over de herroeping van een superheffing en de afwijzing van proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van tijdelijke overdracht fabrieksquotum en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat het verzoek tot reactivering van een vervallen melkquotum te laat was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Handelsonderneming De Heidemar ongegrond, betreffende de subsidiabiliteit van bermen voor GLB-betalingsrechten.

Het College verklaart de beroepen van appellante gegrond, vernietigt de bestreden besluiten en veroordeelt de minister in de proceskosten van € 1.002,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, bevestigt de toewijzing van betalingsrechten en oordeelt dat perceel 22 niet als subsidiabel kan worden aangemerkt vanwege overwegend recreatief gebruik.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale Reserve voor jonge landbouwers, omdat de jonge landbouwer geen blokkerende zeggenschap kon aantonen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de weigering van GLB-inkomenssteun voor jonge landbouwers, omdat appellant [naam 3] eerder een landbouwbedrijf heeft opgericht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit van de minister van Landbouw vernietigd, omdat onvoldoende was gemotiveerd waarom de appellant niet in aanmerking kwam voor GLB-inkomenssteun voor jonge landbouwers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verzoeken van ACM om vertrouwelijke behandeling van enquêtegegevens niet gerechtvaardigd zijn, behalve voor persoonsgegevens van medewerkers.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De afwijzing van de GLB-steunaanvraag blijft geldig vanwege de verhindering van de controle door de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat kosten voor houtsnippers en opstartadvies niet subsidiabel zijn onder de Regeling LNV-subsidies. Het beroep van de appellant is gegrond, het bestreden besluit wordt vernietigd en de minister moet een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten op basis van de Gecombineerde opgave 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van de appellant gegrond verklaard en de bestreden besluiten van de minister vernietigd wegens onjuiste vaststelling van subsidiabele oppervlakte en onvoldoende zorgvuldigheid in de besluitvorming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de herberekening van de bedrijfstoeslag van appellant en de verjaring van terugvordering. Het beroep tegen het bestreden besluit I wordt niet-ontvankelijk verklaard, en het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten GLB, waarbij wijziging van de aanvraag na de uiterste datum niet mogelijk was.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen besluiten over bedrijfstoeslag 2013 en 2014. Het College oordeelt dat de staatssecretaris de percelen terecht heeft afgekeurd en dat de uitsluiting van bedrijfstoeslag niet in strijd is met reformatio in peius. Beroepen worden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een actieve landbouwer gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep van een actieve landbouwer gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep van een actieve landbouwer gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] V.O.F. gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. Proceskosten van € 751,50 worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 17 januari 2018 de beroepen van een actieve landbouwer gegrond verklaard en de bestreden besluiten van de minister vernietigd, met een proceskostenvergoeding van € 501,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van meldingen van overdracht van melkquotum door de staatssecretaris van Economische Zaken.

Beroep tegen afwijzing aanvraag GLB-inkomenssteun voor jonge landbouwers ongegrond verklaard; dwangsom vastgesteld op € 280,-; proceskostenvergoeding van € 1.252,50 aan appellante.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen wijziging van hun subsidie voor gescheperde schaapskuddes. Het College vernietigt de besluiten wegens onjuiste aanmelding bij de Europese Commissie.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen binnen zes weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor toewijzing van betalingsrechten op basis van de GLB-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van betalingsrechten aan een B.V. omdat deze ten onrechte niet als actieve landbouwer werd aangemerkt. Verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Hoger beroep van de staatssecretaris tegen uitspraak rechtbank over bestuurlijke boetes aan melkveebedrijf wegens overtredingen Meststoffenwet. College oordeelt dat percelen niet tot bedrijf behoren, boetes terecht opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling LNV-subsidies met betrekking tot de geldlening voor investeringen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor jonge landbouwers, omdat de jonge landbouwer geen schriftelijke overeenkomst had die zijn zeggenschap aantoonde.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen sprake is van dubbele bestraffing voor de boete wegens onjuiste opgave van gewaspercelen en lagere vaststelling van de bedrijfstoeslag.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep ongegrond verklaard inzake de afwijzing van betalingsrechten voor jonge landbouwers, omdat niet is aangetoond dat de jonge maten blokkerende zeggenschap hadden.

Het College vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor betaling jonge landbouwers, oordeelt dat de minister onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar zeggenschap binnen de vennootschap en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken over schadevergoeding wegens paprikasnuitkever, vanwege motiveringsgebrek en oordeelt dat een nieuw besluit moet worden genomen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een agrariër ongegrond, bevestigt een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB wegens niet-emissiearm gebruik van mest.

Het College bevestigt de boetes voor overschrijding van de fosfaatgebruiksnorm en het ontbreken van een vervoersbewijs voor meststoffen. Appellante had niet de feitelijke beschikkingsmacht over de percelen. Hoger beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van Maatschap [naam 1] en [naam 2] gegrond verklaard en de besluiten van de staatssecretaris van Economische Zaken vernietigd wegens onvoldoende motivering van de subsidiabele oppervlakte van landbouwpercelen.

Het College verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pootaardappelteler ongegrond tegen de aanzegging van maatregelen vanwege besmetting met Meloidogyne fallax. Schadevergoeding wordt afgewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van een landbouwer ongegrond verklaard, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor toewijzing van betalingsrechten in het kader van het GLB.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, omdat zij niet ingeschreven stond in het handelsregister als agrarisch ondernemer op de vereiste datum voor toewijzing van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een B.V. om toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers ongegrond, omdat de jonge landbouwers geen blokkerende zeggenschap hebben.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Maatschap Hoeve gegrond verklaard en het bestreden besluit van de staatssecretaris vernietigd, omdat de afwijzing van de aanvragen voor betalingsrechten onterecht was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling jonge landbouwers, omdat de dochter wel degelijk langdurige zeggenschap heeft binnen de maatschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken over de subsidieverlening voor Jonge Landbouwers 2013, oordeelt dat de appellant geen verplichtingen was aangegaan vóór de subsidieverlening en kent schadevergoeding toe.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat zij in 2013 geen rechtstreekse betaling van minimaal €500,- heeft ontvangen, wat vereist was voor toewijzing van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag om betalingsrechten, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de afwijzing van zijn aanvraag voor betalingsrechten op grond van de GLB-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de afwijzing van haar aanvragen voor betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond inzake de afwijzing van betalingsrechten door de staatssecretaris van Economische Zaken.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verlaagde de boete voor verkeerd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen van € 1.125,- naar € 500,- en verklaarde het beroep gegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het bestreden besluit van de staatssecretaris vernietigd en de toekenning van betalingsrechten voor een landbouwperceel gegrond verklaard, met proceskostenveroordeling van € 990,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de randvoorwaardenkorting op GLB-subsidies wegens gebrek aan bewijs van overtreding door de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de boete opgelegd aan appellant wegens gebrek aan bewijs voor het gebruik van glyfosaathoudend gewasbeschermingsmiddel op een talud.

Het College heeft het beroep van de maatschap [naam] gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen binnen vier weken.

Hoger beroep van Maatschap [naam 1] tegen staatssecretaris van Economische Zaken over bestuurlijke boetes op basis van de Meststoffenwet. Oordeel dat de Maatschap artikel 7 Msw heeft overtreden en boetes worden bevestigd met aanpassing van proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de toekenning van betalingsrechten, waarbij de staatssecretaris de perceeloppervlakten kleiner vaststelde dan opgegeven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de aanvraag van appellant sub 2 voor betalingsrechten is afgewezen omdat hij niet op de vereiste datum ingeschreven stond in het handelsregister. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat hij niet ingeschreven stond in het handelsregister op de vereiste datum voor toewijzing van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en bevestigt de nihilstelling van de bedrijfstoeslag. Verweerder wordt veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellant een geldlening is aangegaan vóór de subsidieverlening, wat in strijd is met de Regeling LNV-subsidies.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de subsidiabele oppervlakte GLB-inkomenssteun 2012 en draagt de staatssecretaris op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond inzake teruggave financiële discipline GLB-inkomenssteun, vastgesteld op 1,44%.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de melkveefosfaatreferentie van een agrarisch ondernemer en wijst het beroep ongegrond. Proceskosten van € 990,- worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwer ongegrond inzake toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten voor 2015, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden.

Het College verklaart het beroep van de maatschap [naam 1] ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten en de waarde daarvan, omdat de staatssecretaris de referentiewaarde van de verpachter niet ten onrechte niet heeft meegenomen.

Het beroep van de commanditaire vennootschap [naam 1] tegen de verlaging van de subsidie voor duurzame stallen is ongegrond verklaard. De kosten waren niet voldoende onderbouwd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat de subsidieaanvraag niet voldeed aan de eisen en de staatssecretaris terecht een terugvordering heeft gedaan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond inzake de vaststelling van betalingsrechten en subsidiabele oppervlakte van landbouwpercelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte van landbouwgrond. Het beroep tegen het bestreden besluit II is ongegrond verklaard, en de staatssecretaris moet het griffierecht vergoeden.

Het College vernietigt het besluit van de staatssecretaris inzake betalingsrechten GLB 2015 en draagt op een nieuw besluit te nemen binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de staatssecretaris over subsidie vaststelling en stelt deze vast op € 158.534,48, met schadevergoeding van € 1.000,-- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de afwijzing van betalingsrechten en draagt de staatssecretaris op een nieuw besluit te nemen binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de staatssecretaris van Economische Zaken over de toekenning van betalingsrechten en oordeelt dat de pachtovereenkomst geen reden is om de regelgeving buiten toepassing te laten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van betalingsrechten voor een landbouwperceel, oordeelt dat de uitvoeringsregeling onverbindend is en veroordeelt de staatssecretaris in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van betalingsrechten voor landbouwpercelen en oordeelt dat de staatssecretaris opnieuw moet beslissen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de uitbetaling van GLB-betalingsrechten voor percelen 15 en 16, omdat geen kennelijke fout is aangetoond.

Het College verklaart het beroep van V.O.F. Landbouw en Fruitteeltbedrijf ongegrond, omdat het bezwaar tegen de afwijzing van de aanvraag voor betalingsrechten GLB te laat is ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris terecht een randvoorwaardenkorting van 15% heeft opgelegd wegens herhaalde niet-naleving van dierenwelzijnseisen door de maatschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris van Economische Zaken een kennelijke fout heeft gemaakt in de beoordeling van de aanvraag voor GLB-betalingsrechten en vernietigt het bestreden besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de herbeplantplicht op grond van de Boswet van toepassing blijft.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Edelmetaal Waarborg Nederland B.V. ongegrond, betreffende de aanwijzing van WaarborgHolland als waarborginstelling onder de Waarborgwet.

Beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen herziening bedrijfstoeslag 2011 ongegrond verklaard, maar schadevergoeding van € 500,-- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor betalingsrechten van appellante, omdat deze ten onrechte als geen actieve landbouwer werd aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor betalingsrechten, oordelend dat de appellant ten onrechte als niet-actieve landbouwer is aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de subsidie voor het project 'Merry merries van Groninger bloede' terecht is vastgesteld op € 44.268,00, omdat niet alle activiteiten zijn uitgevoerd zoals vereist.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de intrekking van de Taxxxivergunning van appellant wegens onjuiste wettelijke grondslag en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een B.V. ongegrond inzake wijziging S&O-verklaring en fictieve dienstbetrekking, omdat er geen loonbetalingsverplichting bestond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Veehouderij [naam 1] ongegrond, omdat de aanvraag voor betalingsrechten GLB te laat is ingediend en het beroep op overmacht niet slaagt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de aanvraag voor betalingsrechten uit de Nationale reserve voor starters versus jonge landbouwers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de aanvraag om bedrijfstoeslag voor 2014 terecht is afgewezen wegens verhindering van controle door de appellant. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert de EIA-verklaring voor energiebesparende voorzieningen van een scheepvaartbedrijf, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor de gestelde energiebesparing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten voor 2015, waarbij de staatssecretaris de subsidiabele oppervlakte correct heeft vastgesteld binnen de toegestane marge van 2%.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant terecht een randvoorwaardenkorting van 20% is opgelegd wegens niet-emissiearm gebruik van meststoffen, ondanks zijn verweer dat de nalatigheid van de loonwerker niet aan hem kan worden toegerekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, omdat hij geen aanvraag voor betalingsrechten had ingediend en zijn verzoek te laat was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en handhaaft een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen wegens niet-naleving van meststoffenwetgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De appellante had niet voldaan aan de vereisten voor tijdige indiening.

Het College bevestigt de randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-subsidies voor de Maatschap [naam 1] wegens niet-emissiearm gebruik van mest, en verwerpt de beroepsgronden.

DVC Holding B.V. verliest beroep tegen weigering EIA-verklaring voor zonnepanelen met grootverbruikaansluiting. College oordeelt dat aanvraag terecht is geweigerd.

Appellanten verzochten om een ontheffing voor pluimveerechten, maar hun aanvraag werd afgewezen op basis van een loting. Het College verklaarde het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 10 mei 2017 een tussenuitspraak gedaan over de toekenning van betalingsrechten aan [naam 1] V.O.F. en opgedragen om gebreken in de besluiten te herstellen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over de afwijzing van betalingsrechten voor jonge landbouwers. Het beroep is gegrond, en de staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend. Appellant kon geen bewijs leveren voor tijdige verzending.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een beleggingsmaatschappij ongegrond verklaard, omdat zij niet tijdig bewijs heeft geleverd voor haar status als actieve landbouwer en onder de uitsluitingen voor betalingsrechten valt.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op binnen tien weken een nieuw besluit te nemen over de bedrijfstoeslag voor GLB-inkomenssteun.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de AFM niet heeft aangetoond dat de provisies van [naam 1] kennelijk onredelijk zijn, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College vernietigt het kostenbesluit van 19 juli 2016 en bepaalt dat appellante € 89.467,64 verschuldigd is aan verweerder. Proceskosten van € 1.237,50 worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat de aanvraag voor betalingsrechten te laat was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake wijziging subsidieaanvraag Jonge Landbouwers 2013 van spuitmachine naar trekker.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van een ontheffing voor het houden van varkens door [naam 1] & Zonen B.V. bevestigd, omdat niet voldaan werd aan de voorschriften van de Meststoffenwet. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de besluiten van de staatssecretaris inzake bedrijfstoeslag voor 2011 en 2012 terecht zijn genomen. Beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk, overige beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap ongegrond inzake de herziening van de bedrijfstoeslag op basis van GLB-regelgeving, vanwege onjuiste perceelinformatie.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van hun bezwaar tegen de uitbetaling van betalingsrechten GLB. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen over de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012.

Het College verklaart de aanvragen om toewijzing van betalingsrechten voor 2015 niet-ontvankelijk wegens te late indiening en oordeelt dat appellante geen belanghebbende is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het bezwaar van appellante tegen het primaire besluit 1 niet-ontvankelijk is, maar dat het bezwaar tegen het primaire besluit 2 gegrond is. De staatssecretaris moet een nieuw besluit nemen op het bezwaar tegen het primaire besluit 2.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris over de melkveefosfaatreferentie en verklaart het bezwaar van de appellant ongegrond.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken over de subsidievaststelling op nihil, omdat niet is aangetoond dat de appellant verplichtingen is aangegaan vóór de subsidieverlening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een investeringsmaatschappij ongegrond inzake de terugvordering van onverschuldigd betaalde subsidie op basis van de Subsidieregeling innoveren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] v.o.f. ongegrond, omdat de subsidie voor de warmtepomp op nihil is vastgesteld wegens het aangaan van verplichtingen vóór de subsidieverlening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de verrekening van te veel betaalde steun aan de appellant door de staatssecretaris van Economische Zaken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake de subsidiabele kosten voor melkrobots, waarbij de staatssecretaris de juiste KWIN-norm heeft gehanteerd.

Het College vernietigt de verlaging van de subsidie voor de Universiteit van Amsterdam in het project Hyperlocal Service Platform, oordelend dat de Minister onvoldoende onderbouwd heeft dat appellante haar verplichtingen heeft geschonden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een ontheffing voor pluimveerechten, waarbij loting als verdelingsmethode werd toegepast.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van Criss Cross Technologies B.V. wegens onvoldoende kwaliteit van het projectplan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de herziening van de bedrijfstoeslag 2011, waarbij de subsidiabiliteit van landbouwgrond aan de orde is.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een boete van € 45.000,- wegens overtreding van de Meststoffenwet. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de staatssecretaris voldoende bewijs heeft geleverd voor de overtreding.

Het College vernietigt het besluit van de staatssecretaris over de bedrijfstoeslag 2014 en oordeelt dat niet voldoende is aangetoond dat bepaalde percelen niet subsidiabel zijn. Verweerder moet binnen 12 weken een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] V.O.F. ongegrond inzake de herberekening van de bedrijfstoeslag en de kwalificatie van perceel 2 als landbouwgrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, omdat zijn aanvraag voor bedrijfstoeslag te laat was ingediend.

Appellant verliest beroep tegen vaststelling bedrijfstoeslag; percelen niet subsidiabel door gebruik voor opslag en recreatie.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen een bestuurlijke boete van € 15.900,50 wegens overtreding van de Meststoffenwet. Het College bevestigt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de feitelijke beschikkingsmacht over de percelen had.

Hoger beroep tegen bestuurlijke boete wegens overtreding Meststoffenwet; boete verlaagd van € 22.879,- naar € 20.492,10.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de invordering van een dwangsom van € 10.000,- voor taxivervoer zonder vergunning, ondanks financiële bezwaren van de appellant.

Het College verklaart het beroep van de maatschap [naam 1] en [naam 2] ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld wegens niet tijdige realisatie van het investeringsplan voor duurzame stallen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Mosselzaad Bedrijf ongegrond en bevestigt de terugvordering van een subsidie van € 508.821,- op basis van onverschuldigde betaling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten ongegrond, omdat zij geen rechtstreeks belang hebben bij de intrekking van de erkenning van FresQ als producentenorganisatie en de terugvordering van subsidie.

SHER Holland B.V. verliest beroep tegen afwijzing verzoek om wettelijke rente door staatssecretaris. Het College oordeelt dat appellante niet tijdig actie heeft ondernomen tegen onterechte heffingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een taxichauffeur zonder vergunning ongegrond, na constatering van illegaal taxivervoer op 4 november 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak niet-ontvankelijk wegens onredelijke termijn van indiening.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk wegens het niet indienen van bezwaar tegen het primaire besluit over de S&O-verklaring.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser en het inreisverbod van twee jaar gerechtvaardigd zijn wegens frauduleus handelen en het niet melden van een wijziging in de inkomenssituatie.

Delft Offshore Turbine B.V. verliest beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag voor windenergieproject. College oordeelt dat minister tekortschiet in vergewisplicht en vernietigt besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een tweede energiescherm vanwege overschrijding van het energieverbruik.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de afwijzing van de subsidieaanvraag voor duurzame stallen op basis van onvoldoende score in de tenderprocedure.

Het College vernietigt de subsidievaststelling van de staatssecretaris van Economische Zaken, omdat appellante niet kon weten dat de verleningsbeschikking onjuist was. Verweerder moet een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de maatschap [naam 1] ongegrond, omdat de opgelegde randvoorwaardenkorting van 3% voor niet-emissiearm aanwenden van meststoffen terecht was.

Het College vernietigt de randvoorwaardenkorting van 1% voor appellante wegens onrechtmatigheid van de 3% korting en oordeelt dat de staatssecretaris een nieuw besluit moet nemen.