Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 oktober 2024 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] en [naam 2] , te [woonplaats] , (gemachtigde: mr. J.G. de Wit)
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Procesverloop
Overwegingen
€ 605,03 terugbetaald.
– voor zover hier van belang – dat administratieve controles worden uitgevoerd op steunaanvragen om na te gaan of voldaan is aan de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen. Verder volgt uit de artikelen 54 en 63 van Verordening 1306/2013 dat – kort gezegd – wanneer een begunstigde niet blijkt te voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria de steun wordt ingetrokken en onverschuldigde betalingen worden teruggevorderd. Deze bepalingen zijn in nationale regelgeving neergelegd in hoofdstuk 4 van de Uitvoeringsregeling (artikelen 4.6 tot en met 4.8). Het College volgt de maatschap daarom niet in het betoog dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor het herberekenen en gedeeltelijk terugvorderen van de inkomenssteun. Anders dan waarvan de maatschap uitgaat is de subsidietitel van de Awb hier niet van toepassing.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 365,- aan de maatschap te vergoeden;