Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 oktober 2024 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] , te [plaats]
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) (de Staat)
Procesverloop
Overwegingen
[naam 4] in gebruik gekregen. Dat is vastgelegd in een grondgebruiksverklaring van 8 februari 2016. De maatschap heeft zodoende ook het gebruiksrecht voor de helft van perceel […] gekregen. Zij heeft in haar Gecombineerde opgave 2021 de oostelijke helft van perceel […] (als onderdeel van het door haar opgegeven perceel 2) opgegeven.
€ 437,50 (één punt met een wegingsfactor van 0,5 en een waarde per punt van € 875,-).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 7 april 2022;
- draagt de minister op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar tegen het besluit van 10 december 2021 met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 365,- aan de maatschap te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van de maatschap tot een bedrag van € 1.750,-;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling van € 1.000,- aan de maatschap voor immateriële schade;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van de maatschap tot een bedrag van € 437,50.