mw. mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor betrokkene voor de duur van twaalf maanden, tot 15 oktober 2025, op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Moeder verzoekt om toevertrouwing van kinderen na terugkeer naar vader in Frankrijk. Verzoek wordt afgewezen; belang van kinderen staat voorop.

Rechtbank Noord-Holland verklaart ontkenning vaderschap van [naam 2] gegrond en stelt ouderschap van [naam 1] vast. Geslachtsnaam van kinderen wordt [geslachtsnaam].

Rechtbank verleent vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarig kind, wijst gezamenlijk gezag af en houdt beslissing over omgangsregeling aan tot 15 januari 2025.

De rechtbank verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen tot 21 november 2024, vanwege onveilige thuissituatie bij de ouders.

De rechtbank verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige tot 11 april 2025, met een omgangsregeling voor de ouders.

De kinderrechter heeft op 4 april 2024 de minderjarigen onder toezicht gesteld vanwege ernstige ontwikkelingsbedreigingen door conflicten tussen de ouders.

De kinderrechter heeft het verzoek tot voorlopige voogdij gewijzigd in een verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling en verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige.

De rechtbank heeft het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de man toegewezen, waarbij hij als verwekker van het kind is erkend.

De rechtbank verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] tot 21 januari 2025, gezien de onveilige situatie bij de ouders en het belang van de minderjarige.

De rechtbank vernietigt de erkenning door de man van verzoekster en wijst de wijziging van haar voornaam toe, omdat de man niet haar biologische vader is.

De rechtbank verklaart de moeder niet ontvankelijk in haar verzoek tot ontkenning van het vaderschap, maar wijst het verzoek van de bijzondere curator tot ontkenning van het vaderschap van de man toe.

De rechtbank heeft het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter beëindigd en de GI benoemd tot voogdes, vanwege ernstige zorgen over de opvoedsituatie en het belang van de ontwikkeling van de minderjarige.

De rechtbank beëindigt het ouderlijk gezag van de ouders over drie minderjarigen en benoemt de William Schrikker Stichting tot voogd, vanwege ernstige zorgen over de opvoedingssituatie en het welzijn van de kinderen.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader vastgesteld en een zorgregeling tussen de moeder en de kinderen bepaald. De moeder is niet in staat een kinderbijdrage te betalen.

De rechtbank heeft de vorderingen van de vader afgewezen en bepaald dat de moeder naar België mag verhuizen, met een voorlopige zorgregeling voor de minderjarige.

De rechtbank heeft de kinderen toevertrouwd aan de vrouw en haar het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning toegewezen, terwijl de man een zorgregeling heeft gekregen.

Tussenbeschikking over tijdelijke zorgregeling en kinderbijdrage vastgesteld door de rechtbank Noord-Holland. Vader krijgt voorlopig omgang met het kind en moet € 343 per maand aan de moeder betalen.

Vordering van de moeder om verhuisverbod en terugverhuizing van de vader afgewezen; toestemming voor inschrijving van de minderjarige op nieuwe school toegewezen.

De rechtbank verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, met nadruk op toekomstperspectief en contactherstel met de vader.

De rechtbank verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarige tot 7 juni 2024 en verklaart de GI niet-ontvankelijk in haar verzoek om het perspectiefbesluit te toetsen.

De voorzieningenrechter heeft de man veroordeeld om de echtelijke woning te verlaten en de vrouw met de kinderen het uitsluitend gebruik van de woning te verlenen, met ingang van 26 september 2023.

De rechtbank heeft de man het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning toegewezen en de verzoeken over de zorgregeling afgewezen, met aandacht voor de noodzaak van hulpverlening voor de kinderen.

De rechtbank heeft de zorgregeling gewijzigd, zodat de vrouw in de oneven jaren de eerste keus heeft voor de zomervakantie, in het belang van de kinderen.

In kort geding is bepaald dat de minderjarige eenmaal per maand contact heeft met de man, begeleid door de vrouw, na bezorgdheid over de veiligheid van het kind.

De rechtbank Noord-Holland heeft op 2 mei 2023 in een voorlopige voorzieningenprocedure beslist over de zorgregeling en kinderbijdrage na echtscheiding. De man moet € 310 per kind per maand betalen aan de vrouw.

De rechtbank heeft bepaald dat de man vanaf 29 augustus 2022 een partnerbijdrage van € 157 bruto per maand aan de vrouw moet betalen, na wijziging van omstandigheden door zijn pensioen.

De rechtbank Noord-Holland heeft op 14 april 2023 een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen om het weekend bij de man verblijven en een kinderbijdrage van € 60 per kind per maand opgelegd aan de man.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, omdat plaatsing bij de grootmoeder en de ouders niet mogelijk is. De minderjarige blijft bij haar tante.

De rechtbank heeft een voorlopige omgangsregeling vastgesteld voor de moeder van de minderjarige, met omgang eenmaal per drie maanden onder begeleiding. Definitieve beslissing wordt aangehouden tot 28 september 2023.

De rechtbank stelt een tijdelijke zorgregeling vast voor twee minderjarige kinderen en houdt de beslissing over de kinderbijdrage aan in afwachting van een hulptraject.

De rechtbank heeft de erkenning van een minderjarige door de juridische vader vernietigd en de biologische vader erkend, met een omgangsregeling voor de man.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van een 15-jarige minderjarige toegewezen wegens agressief gedrag en verwaarlozing van schoolverplichtingen, voor de duur van twaalf maanden.

De moeder is niet ontvankelijk verklaard in haar vordering tot zorgregeling, omdat de kinderen geen omgang willen en de bodemprocedure moet worden afgewacht.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de man bepaald en een tijdelijke zorgregeling vastgesteld, waarbij de vrouw de kinderen op maandag uit school kan ophalen tot 17:00 uur.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te Griekenland, en hecht het ouderschapsplan aan de beschikking.

De rechtbank verklaart de vader niet ontvankelijk in zijn verzoek tot vernietiging van de erkenning van [de minderjarige 3] en wijst het verzoek van de bijzondere curator af. De man wordt mede belast met het gezag over [de minderjarige 4] en moet een kinderbijdrage betalen.

De rechtbank heeft de omgangsregeling voor twee minderjarigen gewijzigd, waarbij de GI de regie krijgt en de omgang onder begeleiding van familie zal plaatsvinden.

De vordering van de moeder tot oplegging van een dwangsom voor niet-nakoming van de omgangsregeling is afgewezen, omdat de minderjarigen geen contact met hun moeder willen.

De rechtbank verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] voor negen maanden, ondanks verzet van de moeder. Er zijn zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders.

De rechtbank verlengt de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige vanwege ernstige zorgen over haar ontwikkeling en veiligheid.

De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte toegewezen, waarbij 'X' als non-binaire aanduiding werd erkend, ondanks verzet van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand.

Rechtbank verlengt ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarige wegens ontwikkelingsbedreigingen. Ouders zijn in Sri Lanka, vader onvoldoende opvoedvaardig. Beschikking tot 28 februari 2023.

De rechtbank verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] tot 20 november 2022, waarbij het belang van een stabiele en veilige omgeving voorop staat.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van medeplegen, maar bewezen werd verklaard dat zij 1117 gram cocaïne heeft ingevoerd. Veroordeeld tot 7 maanden gevangenisstraf, 2 maanden voorwaardelijk, en 180 uren taakstraf.

Drie zussen werden vrijgesproken van medeplegen bij de invoer van cocaïne, maar de rechtbank achtte opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet bewezen. Verdachte kreeg 7 maanden gevangenisstraf, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, en 180 uren taakstraf.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van medeplegen bij de invoer van cocaïne, maar veroordeelt haar tot 3 maanden gevangenisstraf en 120 uren taakstraf voor opzettelijke invoer van 432,6 gram cocaïne.