In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 2 mei 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de zorgregeling tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw verzocht om de zorgregeling aan te passen, zodat zij in de oneven jaren de eerste keus heeft voor de zomervakantie, in plaats van de man. De rechtbank constateerde dat er tussen partijen een gebrek aan communicatie bestaat, wat leidt tot spanningen die de kinderen beïnvloeden. De vrouw heeft onderbouwd dat de wijziging van de zorgregeling noodzakelijk is om met haar samengestelde gezin op vakantie te kunnen gaan. De man heeft niet adequaat gereageerd op de verzoeken van de vrouw en heeft onvoldoende argumenten aangedragen om zijn standpunt te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de vrouw, en daarmee de kinderen, doorslaggevend zijn. De rechtbank heeft de zorgregeling zoals verzocht door de vrouw vastgesteld en de man aangespoord om samen met de vrouw en de betrokken instanties te werken aan een betere communicatie in het belang van de kinderen.