ECLI:NL:RBNHO:2024:10933

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
23 oktober 2024
Zaaknummer
C/15/357168 / FA RK 24-4876
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 oktober 2024 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De officier van justitie had op 25 september 2024 een verzoekschrift ingediend voor de afgifte van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 oktober 2024, die plaatsvond in het gebouw van [zorgaanbieder] te [plaats], zijn betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een verpleegkundige. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en anderen. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij liever geen zorgmachtiging heeft, maar begrijpt dat deze nog nodig is. De verpleegkundige heeft bevestigd dat de zorgmachtiging als vangnet dient, gezien de eerdere verslechtering van betrokkene's toestand zonder zorgmachtiging.

De rechtbank concludeert dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 15 oktober 2025, en de rechtbank vertrouwt erop dat betrokkene zijn positieve ontwikkeling kan voortzetten. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 oktober 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/357168 / FA RK 24-4876
beschikking van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2024,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. E.H. van den Pol, gevestigd te Purmerend.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 september 2024, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 17 september 2024;
  • het zorgplan van 4 september 2024;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 24 september 2024;
  • een historisch overzicht van eerder verleende machtigingen in het kader van de Wvggz.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2024, in het gebouw van [zorgaanbieder] te [plaats] .
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [verpleegkundige] , verpleegkundige.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: psychotische stoornis.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstige psychische schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Betrokkene heeft aangevoerd dat het goed met hem gaat. Hij werkt weer en heeft een eigen woning. Betrokkene krijgt zijn medicatie in depot. Namens betrokkene is betoogd dat hij liever geen zorgmachtiging heeft, maar dat hij begrijpt dat dit nog nodig is. Om betrokkene vertrouwen te geven dat hij het zelf kan, wordt verzocht de machtiging voor een kortere duur af te geven.
De verpleegkundige heeft verklaard dat de zorgmachtiging nodig is als vangnet. In het verleden heeft betrokkene een periode geen zorgmachtiging gehad. Hij stopte abrupt met zijn medicatie en zijn toestand verslechterde snel. Door het huidige medicatiegebruik voelt betrokkene zich beter en kan hij beter functioneren.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.7.
Hetgeen door en namens betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank constateert op basis van de stukken en de waarneming ter zitting dat betrokkene zich goed ontwikkelt. Positief is dat hij inmiddels een woning en een baan heeft. Betrokkene heeft zelf hard gewerkt om op dit punt te komen, maar heeft daarbij ook geprofiteerd van de toegediende medicatie. Het is belangrijk dat deze positieve ontwikkeling doorzet. Hoewel de rechtbank erop vertrouwt dat deze opgaande lijn zich zal voortzetten, wordt een machtiging voor de verzochte duur van twaalf maanden noodzakelijk geacht. Wel kan betrokkene in overleg met het FACT desgewenst kijken of de medicatie in de komende periode gecontroleerd verminderd of gewijzigd kan worden.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, en geldt aldus tot en met 15 oktober 2025.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.4 een kortere duur is vermeld.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
15 oktober 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest, rechter, in tegenwoordigheid van mr. N. van Lede-Terhaar sive Droste als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.