In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 oktober 2024 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De officier van justitie had op 25 september 2024 een verzoekschrift ingediend voor de afgifte van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 oktober 2024, die plaatsvond in het gebouw van [zorgaanbieder] te [plaats], zijn betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een verpleegkundige. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en anderen. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij liever geen zorgmachtiging heeft, maar begrijpt dat deze nog nodig is. De verpleegkundige heeft bevestigd dat de zorgmachtiging als vangnet dient, gezien de eerdere verslechtering van betrokkene's toestand zonder zorgmachtiging.
De rechtbank concludeert dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 15 oktober 2025, en de rechtbank vertrouwt erop dat betrokkene zijn positieve ontwikkeling kan voortzetten. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 oktober 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.