Uitspraak
1.Het procesverloop
,tolk Koerdisch-Sorani,
2.De feiten
3.Het aangehouden verzoek
4.Het standpunt van belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2022 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter heeft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) gemachtigd om [de minderjarige] uit huis te plaatsen voor de duur van negen maanden. De moeder van [de minderjarige] is het niet eens met deze beslissing en wil samen met haar zoon in het moeder-kindhuis blijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks de aanwezigheid van 24-uurs toezicht in het moeder-kindhuis, de moeder niet in staat is om adequaat in te spelen op de basisbehoeften van [de minderjarige]. Er zijn zorgen over de opvoedvaardigheden van de ouders, en de moeder kampt met psychische problematiek die haar belemmert in de zorg voor [de minderjarige]. De rechtbank heeft de GI opgedragen om een plan op te stellen waarin duidelijk wordt wat de ouders moeten doen om weer zelf voor [de minderjarige] te kunnen zorgen. De beslissing over de overige drie maanden van de machtiging is pro forma aangehouden tot 10 oktober 2022, waarbij de GI recentere informatie moet verstrekken over de situatie van [de minderjarige].