In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van een minderjarig kind, [de minderjarige]. De man, die zich als de verwekker van het kind beschouwt, had aanvankelijk een verzoek ingediend om vervangende toestemming tot erkenning van het kind, maar trok dit verzoek in. De bijzondere curator, die het kind vertegenwoordigt, heeft het verzoek overgenomen en verzocht om een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de man. De moeder van het kind heeft geen verweerschrift ingediend en is niet ter zitting verschenen, maar heeft wel aangegeven dat zij bereid is mee te werken aan een DNA-onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de verwekker is van het kind en dat het in het belang van het kind is dat het juridische vaderschap wordt vastgesteld. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de man na de formele vaststelling van zijn ouderschap zich aanmeldt bij het Wijkteam om te werken aan het herstel van het onderlinge vertrouwen en de band met het kind. De rechtbank heeft het verzoek van de bijzondere curator toegewezen en het ouderschap van de man vastgesteld.