ECLI:NL:RBNHO:2023:13051

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/15/346155 / FA RK 23-5549
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening bij echtscheiding met betrekking tot de zorg voor minderjarigen en gebruik van de echtelijke woning

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 18 december 2023 een beschikking gegeven in het kader van een voorlopige voorziening bij een echtscheiding. De vrouw verzocht om de toevertrouwing van de minderjarige kinderen aan haar en om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw de primaire zorg voor de kinderen op zich heeft genomen en dat de man zich afzijdig heeft gehouden van de zorg. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat zij bij de vrouw blijven, gezien de onhoudbare situatie tussen de partijen. De man heeft verweer gevoerd, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw een groter belang heeft bij het gebruik van de echtelijke woning, vooral gezien de gezondheidsproblemen die zij ondervindt door de stress van de huidige situatie. De rechtbank heeft de man bevolen de woning te verlaten en heeft een zorgregeling vastgesteld waarbij de man minimaal één keer per week omgang heeft met de kinderen in de woning van de vrouw. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij een ouderschapsplan dienen op te stellen in het kader van de echtscheidingsprocedure, zoals vereist door artikel 815 Rv.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
voorlopige voorzieningen/tegenspraak
zaak-/rekestnr.: C/15/346155 / FA RK 23-5549
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 18 december 2023
in de zaak van:
[de vrouw],
blijkens de huwelijksakte: [de vrouw] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. N. Nuwenhoud, kantoorhoudende te Haarlem,
tegen
[de man] ,
blijkens de huwelijksakte: [de man] ,
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. A. Krim, kantoorhoudende te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de vrouw, ingekomen op 14 november 2023;
- het F-formulier, met bijlage, van de advocaat van de vrouw, ingekomen op 23 november 2023;
- het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, van de man, ingekomen op 28 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 4 december 2023 in aanwezigheid van partijen, de vrouw bijgestaan door mr. N. Nuwenhoud en de man door mr. A. Krim. Partijen werden gezamenlijk ondersteund door één tolk.
1.3.
De minderjarige [de minderjarige 1] is, gelet op zijn leeftijd, in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Van deze gelegenheid heeft hij schriftelijk gebruik gemaakt.

2.Feiten

2.1.
Partijen zijn op [huwelijksdatum] in Eritrea met elkaar gehuwd.
2.2.
Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen [de minderjarigen] :
- [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] in [plaats] , Eritrea,
blijkens de doopakte: [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] (
het geboortejaar ontbreekt in de vertaling),
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
- [de minderjarige 3] , op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] .

3.Beoordeling

toevertrouwing kinderen
3.1.
De vrouw verzoekt te bepalen dat de kinderen aan haar worden toevertrouwd.
De vrouw is huisvrouw en heeft altijd de volledige zorg en opvoeding van de kinderen op zich genomen. De man hield zich afzijdig van de zorg voor de kinderen. De man kan niet koken en laat ook het huishouden volledig aan de vrouw over. De vrouw brengt de kinderen naar school, voetbal en zwemles. Het is van belang dat er rust en veiligheid komt voor de kinderen. De vrouw heeft gesteld dat zij vanuit de gemeente geen sollicitatieplicht heeft, omdat zij de volledige zorg heeft voor de drie kinderen. De man zou wel een sollicitatieplicht hebben.
3.2.
De man voert hiertegen verweer en verzoekt eveneens te bepalen dat de kinderen aan hem worden toevertrouwd.
De man betwist dat de vrouw alle zorgtaken op zich neemt. Hij stelt dat hij op gelijke wijze betrokken is bij de kinderen. Zo brengt de man de kinderen naar school, voetbal en zwemles. De man is ook aanwezig bij alle belangrijke afspraken van de kinderen.
3.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de rechtbank gebleken dat het zwaartepunt van de zorg voor de kinderen bij de vrouw ligt. Het verzoek van de vrouw wordt dan ook toegewezen.
echtelijke woning
3.4.
De vrouw verzoekt om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan [adres] .
Het is voor de vrouw niet meer te doen om samen met de man onder een dak te leven. Zij heeft de man herhaaldelijk verzocht om het huis te verlaten, maar hieraan heeft hij geen gehoor gegeven. Eind oktober/begin november 2023 is samen met de pastoor en de broer van de vrouw met de man afgesproken dat hij de woning zou verlaten. Hij heeft toen ook zijn sleutels ingeleverd, maar hij kwam na één nacht weer terug. Er is veel ruzie tussen partijen, waarbij de man de vrouw dagelijks uitscheldt en tegen haar schreeuwt, ook in het bijzijn van de kinderen. De man heeft de vrouw recent nog hardhandig vastgepakt, waardoor zij een grote blauwe plek heeft. Voorgaande zorgt voor veel stress bij de vrouw. Tijdens het huwelijk is de vrouw meerdere malen geslagen door de man. Zo heeft zij in 2016, terwijl zij zeven maanden zwanger was, gezamenlijk met haar twee kinderen, twee weken in een vrouwenopvang gezeten na mishandeling door de man. De man is hiervoor ook veroordeeld.
De vrouw heeft schildklier- en maagproblemen die verergerd worden door de stress die het samenleven met de man met zich meebrengt. Volgens de huisarts zijn deze gezondheidsklachten een direct gevolg van stress. Ook heeft zij hoofdpijn ten gevolge van de spanningen tussen partijen.
Het is volgens de vrouw voor de man minder lastig om alternatieve woonruimte te vinden dan voor haar. De man is overdag afwezig en komt slechts thuis om te eten, waarna hij weer vertrekt tot het slapen. Hij heeft dus feitelijk overdag al elders onderdak. De man zou tijdelijk bij familie kunnen verblijven of naar de daklozenopvang kunnen gaan. Ook is er in [plaats] een grote Eritrese gemeenschap, waar de man over de vloer komt. De vrouw heeft geen familie of vrienden waar zij met de kinderen onderdak kan krijgen. De man isoleert haar, zij mag geen vriendinnen van hem hebben. De broer van de vrouw woont in [plaats] en dus niet in de buurt. Het is ook voor de kinderen van belang dat zij in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven.
3.5.
De man voert hiertegen verweer en verzoekt primair eveneens om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. Subsidiair verzoekt de man om aan hem een termijn van twee maanden te geven vanaf de datum beschikking om vervangende woonruimte te vinden en de woning te verlaten.
De man beschikt niet over vervangende woonruimte, waardoor hij op straat terecht komt als hij de woning uit moet. Hij moet dan in de kou op een bankje slapen. Hij kan niet bij familie terecht, aangezien zij voorbij [plaats] wonen. De man komt dus in een hele nare situatie terecht. De vrouw heeft wel familie in de buurt wonen waar zij kan verblijven, namelijk een tante en neef in [plaats] . Ook heeft zij kennissen en een netwerk.
De man betwist dat hij overdag nooit thuis is. Ook betwist de man dat samen met de pastoor en de broer van de vrouw was afgesproken dat hij de woning zou verlaten. Er was ruzie ontstaan tussen partijen en de man is een nacht weggegaan om een verdere ruzie te vermijden. De vrouw vertelt veel leugens.
De man kent de ingangen voor hulp niet in Nederland, vandaar dat hij graag twee maanden extra tijd wil.
3.6.
De rechtbank stelt vast dat het voor beide partijen moeilijk, zo niet onmogelijk, is om op korte termijn tijdelijk elders woonruimte te vinden. Partijen leven gezamenlijk van een bijstandsuitkering, waardoor zij financieel niet veel mogelijkheden hebben om elders te huren. Ook geven beide partijen aan dat zij geen netwerk hebben om op terug te vallen.
3.7.
Toewijzing van het verzoek van één van beide partijen om het uitsluitend gebruik van de woning zal er naar verwachting dan ook toe leiden dat de andere partij niet meer kan beschikken over woonruimte. Dat maakt dat toewijzing van de over en weer gedane verzoeken om het uitsluitend gebruik van de woning alleen gerechtvaardigd is als er sprake is van een onhoudbare situatie.
3.8.
Op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is voldoende duidelijk geworden dat er sprake is van een onhoudbare situatie. De vrouw is erg bang voor de man. De vrouw is het evenmin eens met het subsidiaire verzoek van de man, inhoudende hem twee maanden te gunnen om een nieuwe woonruimte te vinden. De man zou namelijk de avond voor de mondelinge behandeling nog gedreigd hebben dat hij de keel van de vrouw zou doorsnijden met een mes. De vrouw zou hierdoor nog angstiger voor de man zijn geworden.
De man betwist de beschuldigingen van de vrouw en geeft aan dat deze voortvloeien uit de door haar aanhangig gemaakte echtscheidingsprocedure.
Het is voor de rechtbank lastig om de standpunten van de vrouw ten aanzien van de mishandelingen te verifiëren, aangezien huiselijk geweld plaatsvindt in de privésfeer en er geen stukken ter onderbouwing zijn overgelegd. Er zijn echter wel signalen die kunnen duiden op een onveilige thuissituatie, bijvoorbeeld dat de vrouw in 2016 in de vrouwenopvang heeft verbleven. Ter zitting is dit niet betwist door de man. Ook kwam ter zitting naar voren dat de politie de laatste tijd vaker langskomt bij de woning. Gelet hierop is aannemelijk geworden dat er sprake is van een onhoudbare situatie, waardoor een van partijen de woning dient te verlaten.
De rechtbank is van oordeel dat de vrouw een groter belang heeft bij het gebruik van de echtelijke woning dan de man, zodat het verzoek van de vrouw zal worden toegewezen. Hiervoor is redengevend dat de kinderen aan de vrouw worden toevertrouwd en dat het in het belang van de kinderen is dat zij in hun vertrouwde omgeving blijven. Voorts is van belang dat de vrouw gesteld heeft dat zij ziek is en dat dit wordt verergerd door de spanningen tussen partijen. De man heeft ter zitting bevestigd dat de vrouw ziek is.
3.9.
Het subsidiaire verzoek van de man wordt ook afgewezen, gelet op de gestelde onhoudbare situatie tussen partijen.
zorgregeling
3.10.
De man heeft in zijn verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, verzocht om een zorgregeling vast te stellen die de rechtbank juist acht. Ter zitting is zijn verzoek nader gespecificeerd: de man wil graag minimaal één keer per week omgang met de kinderen in de woning van de vrouw van 12:00 uur tot 18:00 uur.
De man maakt zich grote zorgen over hoe hij het contact met de kinderen kan onderhouden in het geval dat hij de woning moet verlaten. Hij wil daarom graag contact met de kinderen kunnen hebben in de woning van de vrouw. De vrouw kan de woning dan tijdelijk verlaten.
3.11.
De vrouw verzet zich niet tegen een zorgregeling tussen de man en de kinderen. Zij wil echter niet dat de man omgang heeft met de kinderen in de woning. De omgang dient ergens anders plaats te vinden.
3.12.
De rechtbank overweegt als volgt.
Doordat beslist wordt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning, komt de man in een onzekere positie terecht met betrekking tot zijn verblijfplaats. Het is echter van belang dat in deze onzekere periode het contact tussen de man en de kinderen voldoende gewaarborgd blijft. De vrouw heeft ter zitting ook aangegeven dat de kinderen hun vader gaan missen als hij niet meer in de woning verblijft. De rechtbank zal daarom het verzoek van de man volgen dat hij een middag per week omgang mag hebben in de woning van de vrouw, waarbij beslist wordt dat de omgang zal plaatsvinden tussen 12:00 uur en 17:00. De vrouw kan dan zelf beslissen of zij wel of niet in de woning aanwezig is en of er een vertrouwenspersoon aanwezig is, bijvoorbeeld haar broer. Hierbij is echter wel van belang dat de man onbelast contact moet kunnen hebben met de kinderen. Partijen kunnen voorts in onderling overleg, bijvoorbeeld op verzoek van de kinderen, omgangsmomenten laten plaatsvinden buiten de echtelijke woning.
afsluitend
3.13.
Ter zitting is gebleken dat partijen en hun advocaten nog geen overleg hebben gehad met elkaar over de echtscheiding. De rechtbank wijst daarom nadrukkelijk op artikel 815 Rv, tweede lid, waarin staat dat een verzoekschrift tot echtscheiding een ouderschapsplan dient te bevatten ten aanzien van de minderjarige kinderen van partijen. Het ouderschapsplan is een processuele eis bij een verzoek tot echtscheiding en de rechtbank heeft dan ook de bevoegdheid een echtgenoot in het verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, lid 6 Rv). Het is dus aan partijen en hun advocaten om hierover met elkaar in overleg te treden.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
bepaalt dat de minderjarigen [de minderjarigen] :
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] , Eritrea,
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
- [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
worden toevertrouwd aan de vrouw;
4.2.
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en de zich daarin bevindende inboedelgoederen aan [adres] met bevel dat de man die woning dient te verlaten en deze verder niet mag betreden;
4.3.
beveelt dat de goederen tot zijn dagelijks gebruik strekkende aan de man ter hand zullen worden gesteld;
4.4.
bepaalt dat de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt zal zijn:
voornoemde minderjarigen hebben minimaal één keer per week omgang met de man van 12:00 uur tot 17:00 uur in de woning van de vrouw, waarbij partijen in onderling overleg de omgang kunnen uitbreiden met omgangsmomenten die plaatsvinden buiten de woning van de vrouw.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Sicking, griffier, en in het openbaar uitgesproken op
18 december 2023.
Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.