Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 april 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De minderjarige kan niet worden geplaatst bij de grootmoeder aan vaderszijde, omdat zij heeft aangegeven niet de volledige zorg voor [de minderjarige] te kunnen dragen. De vader heeft aangegeven dat hij, indien blijkt dat hij niet de biologische vader is, ook niet achter een terugplaatsing bij hem staat. Een DNA-test zal uitwijzen of hij de biologische vader is. De moeder stemt niet in met een verhuizing naar het door de GI aangedragen moeder-kindhuis. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van [de minderjarige] is dat zij nog langer bij haar tante aan moederszijde verblijft.
De kinderrechter heeft de procedure behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader en de vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De GI heeft haar verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing onderbouwd, waarbij is gekeken naar de mogelijkheden voor terugplaatsing bij de grootmoeder en de vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de grootmoeder niet in staat is om de zorg voor [de minderjarige] op zich te nemen en dat de moeder momenteel niet in staat is om de zorg voor [de minderjarige] te bieden.
De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van drie maanden, tot 27 juli 2023, en heeft benadrukt dat het van belang is dat de moeder in contact blijft met de GI. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2023.