ECLI:NL:RBNHO:2023:6754

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
C/15/339423 / FA RK 23-2023
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen in een echtscheidingsprocedure met betrekking tot de echtelijke woning en zorgregeling voor minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij voorlopige voorzieningen zijn verzocht. De vrouw heeft verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en de toevertrouwing van de minderjarige kinderen aan haar. De man heeft hiertegen verweer gevoerd en zelf verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en de toevertrouwing van de kinderen aan hem. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de man een groter belang heeft bij het gebruik van de echtelijke woning, aangezien hij daar al sinds de verbreking van de relatie verblijft. De rechtbank heeft het verzoek van de man toegewezen en bepaald dat hij bij uitsluiting gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning. Daarnaast heeft de rechtbank de verzoeken over de zorgregeling afgewezen, omdat partijen voorlopig de huidige regeling moeten aanhouden. De rechtbank heeft ook gewezen op de noodzaak van hulpverlening voor de kinderen, met name voor de oudste, die mogelijk extra ondersteuning nodig heeft. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
voorlopige voorzieningen/tegenspraak
zaak-/rekestnr.: C/15/339423 / FA RK 23-2023
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 17 juli 2023
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. P.J. van de Pol, kantoorhoudende te Haarlem,
tegen
[de man],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. R. Bottenheft, kantoorhoudende te Velsen-Zuid.

1.Procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de vrouw, ingekomen op 8 mei 2023;
- het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek, met bijlagen, van de man, ingekomen op 31 mei 2023;
- het verweerschrift op zelfstandig verzoek, met bijlagen, van de vrouw, ingekomen op 27 juni 2023;
- het F-formulier, met bijlage, van de advocaat van de man van 30 juni 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 3 juli 2023 in aanwezigheid van partijen, de vrouw bijgestaan door mr. P.J. van de Pol en de man door
mr. R. Bottenheft. Daarnaast is verschenen [vertegenwoordiger van de raad] , zittingsvertegenwoordiger namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).

2.Feiten

2.1.
Partijen zijn op [huwelijksdatum] in [plaats] met elkaar gehuwd.
2.2.
Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen [de minderjarigen] :
- [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
- [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] de gemeente [gemeente] .
3. Verzoeken
toevertrouwing kinderen
3.1.
De vrouw heeft verzocht te bepalen dat [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] aan haar worden toevertrouwd.
3.2.
De man heeft hiertegen verweer gevoerd en heeft zelf verzocht om de toevertrouwing van [de minderjarige 1] . Ter onderbouwing van dit verzoek heeft de man aangevoerd dat er bij [de minderjarige 1] sprake is van problematiek, waardoor hij last heeft van de huidige omgangswisselingen. [de minderjarige 1] heeft rust, regelmaat en duidelijkheid nodig en die krijgt hij bij de man.
echtelijke woning
3.3.
De vrouw heeft verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. Ter onderbouwing van haar verzoek stelt zij dat zij de echtelijke woning in juli 2022 heeft verlaten omdat zij in [plaats] een huurwoning kon betrekken. Het contract van de huurwoning verloopt binnenkort en de vrouw heeft een urgentieaanvraag nodig om woonruimte in de buurt van de echtelijke woning te vinden. Zij krijgt geen urgentieaanvraag omdat de gemeente heeft aangegeven dat zij een eigen woning heeft waar zij kan verblijven, namelijk de echtelijke woning. De man wil de echtelijke woning overnemen. Omdat hij nog geen aanstalten heeft gemaakt om de financiering voor de woning rond te krijgen, ziet de vrouw zich nu genoodzaakt om het uitsluitend gebruik van de woning te verzoeken. De man kan bij zijn ouders verblijven, wat hij ook doet wanneer hij de zorg voor de kinderen heeft, aldus de vrouw.
3.4.
De man heeft hiertegen verweer gevoerd en heeft zelf verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. Partijen zijn het er al een jaar over eens dat de man de echtelijke woning op termijn zal overnemen. De vrouw wist dat het verblijf in de huurwoning voor maximaal een jaar was. Zij heeft de tijd gehad om zich hierop voor te bereiden en alvast te zoeken naar en vervolgwoning. Zij heeft niet laten zien dat zij zich heeft ingespannen om nieuwe woonruimte te vinden. Noch heeft zij aangetoond een andere oplossing te zoeken, zoals een verblijf bij haar ouders of omgeving. De man draagt de lasten van de woning. Op het moment dat de vrouw de woning met uitsluiting van de man zou betrekken, acht de man het redelijk dat zij dan alle lasten op zich neemt. De man kan niet bij zijn ouders verblijven. Er is daar geen plek. De man draagt het overgrote deel van de zorg voor de kinderen. Dit maakt dat het belang van de man bij verblijf in de woning groter is dan het belang van de vrouw, aldus de man.
zorgregeling
3.5.
De vrouw heeft verzocht een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) vast te stellen tussen de kinderen en de man waarbij de kinderen:
in het weekend bij de man verblijven:
- in week I van vrijdag tot zondagochtend 10.00 uur;
- in week II van vrijdag tot zaterdagavond 19.00 uur na het avondeten;
- in week III van vrijdag tot zondag 16.00 uur;
- in week IV van vrijdag tot zondagochtend 13.00 uur,
en doordeweeks:
- op woensdag,
waarbijgeldt dat voor vakanties van een week of korter zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de zorgregeling en vakanties van twee weken of meer bij helfte worden verdeeld.
3.6.
De man heeft hiertegen verweer gevoerd. Hij stelt dat de eerder tussen partijen overeengekomen zorgregeling niet werkt. Deze geeft teveel onrust en wisselingen, wat de problematiek van [de minderjarige 1] verergert. De man heeft zelf verzocht een zorgregeling vast te stellen, waarbij:
- [de minderjarige 1] bij de vrouw verblijft, één weekend per twee weken van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur, waarbij de man [de minderjarige 1] brengt en haalt;
- [de minderjarige 2] bij de man verblijft, één weekend per twee weken van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur, waarbij de vrouw [de minderjarige 2] haalt en brengt.
kinderbijdrage
3.7.
De man heeft verzocht een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (hierna: kinderbijdrage) vast te stellen, waarbij de man aan de vrouw een bedrag van € 91 per maand dient te betalen. De onderlinge afspraak tussen partijen kan niet langer stand houden omdat deze niet overeenstemt met de wettelijke maatstaven. De man neemt het overgrote deel van de zorg voor de kinderen op zich.
3.8.
De vrouw heeft hiertegen verweer gevoerd. Zij stelt zich op het standpunt dat er geen reden is om de voorlopige door partijen overeengekomen kinderbijdrage van € 164 per maand per kind, te wijzigen.

4.Beoordeling

zomervakantie
4.1.
Ter zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de verdeling van de zomervakantie 2023, inhoudende dat de kinderen deze zomer van 31 juli tot 14 augustus 2023 bij de man zullen verblijven. Ten aanzien van het verzoek van de vrouw om voor de overige vakanties een verdeling vast te stellen, overweegt de rechtbank dat hiervoor het spoedeisend belang ontbreekt. Daarbij geldt dat, gelet op de te hierna vermelde in te zetten hulpverlening voor partijen, zij op korte termijn in staat moeten worden gesteld om met elkaar om de tafel te gaan om zelf tot een passende vakantieverdeling te komen.
zorgregeling
4.2.
Desgevraagd heeft de zittingsvertegenwoordiger van de Raad naar voren gebracht dat deze ouders in een cirkelredenering blijven hangen, omdat de echtscheiding nog niet is afgerond. Voor [de minderjarige 1] is er nog geen passende dagbesteding tot stand gekomen, omdat niet duidelijk is onder welke gemeente hij valt. De ouders hebben uiteenlopende standpunten over wie van hen de meeste rust voor de kinderen kan bieden. De Raad maakt zich zorgen over de ontstane situatie omdat de ouders eigenlijk steeds verder weg van elkaar lijken te raken. Daarbij worden de kinderen belast met de spanningen van de ouders. Een jong kind zoals [de minderjarige 1] doet volgens de Raad een bovengemiddeld beroep op zijn ouders. Naast rust en structuur is er voor de kinderen nodig dat er duidelijkheid komt. Daarbij moet de mogelijkheid worden onderzocht hoe ouders elkaar in de toekomst kunnen ondersteunen, aldus de Raad.
4.3.
Gelet op de uiteenlopende standpunten van partijen en de onderbouwing daarvan, ziet de rechtbank aanleiding om de verzoeken over en weer ten aanzien van de zorgregeling af te wijzen. Dat betekent dat partijen voorlopig uitvoering zullen geven aan de huidige zorgregeling. Ter zitting hebben partijen ingestemd met een verwijzing naar het Uniform Hulp Aanbod. Zij zijn het erover eens dat in het belang van de kinderen hulpverlening nodig is. Partijen zijn de ouders van nog zeer jonge kinderen, waarbij de oudste, [de minderjarige 1] , mogelijk belast is met problematiek waarvan op dit moment nog onduidelijk is wat hiervan de oorzaak is. Uit het overgelegde gespreksverslag van IKC IJmond met de ouders, gedateerd 31 januari 2023, blijkt dat het voor [de minderjarige 1] belangrijk is dat de opvoedsituatie in beide systemen min of meer hetzelfde is. Daarnaast lijkt het erop dat [de minderjarige 1] sterk reageert op de scheiding van de ouders en de spanningen die daarmee gepaard gaan. Ouders zullen hun strijd moeten staken door juist in te zetten op het leren om op ouderniveau met elkaar om te gaan. Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat partijen er alles aan moeten doen om tot een betere samenwerking te komen, zodat zij leren hoe ze samen afspraken kunnen maken. Dat betekent soms het eigen verlies te nemen en zich te realiseren dat rust belangrijker is dan de individuele wens van iedere ouder hoe zij de toekomst willen vormgeven. Zij zullen een traject gaan volgen waarin tot uitdrukking komt waarom het zo belangrijk is dat zij dit samen gaan doen. Daartoe is kort na de zitting een proces-verbaal doorverwijzing afgegeven waarbij partijen naar het lokale jeugdteam van de gemeente [gemeente] zijn verwezen voor een hulpaanbod met het doel ‘Oudercommunicatie’. Voor [de minderjarige 1] wordt van groot belang geacht dat er op korte termijn hulpverlening gaat starten aangezien hij al langere tijd niet naar school gaat en hulp niet van de grond is gekomen, mede omdat partijen in verschillende gemeenten wonen. De rechtbank overweegt dat de sleutel gevonden kan worden in een traject zoals Ouderschap Blijft, dat gericht is op het verbeteren van de communicatie over de kinderen en het maken van concrete afspraken.
toevertrouwing kinderen
4.4.
De rechtbank overweegt dat alle betrokkenen het er ook over eens zijn dat op de kortst mogelijke termijn wordt bekeken welke hulpverlening voor [de minderjarige 1] passend is, zodat hij in ieder geval weer naar (een geschikte) school dan wel dagbesteding kan. Daarvoor is nodig dat hij wordt ingeschreven in de gemeente waarvan beide ouders het erover eens zijn dat zij daar willen verblijven, namelijk de gemeente [gemeente] . Nu de vrouw op korte termijn de huurwoning in [plaats] zal dienen te verlaten, volgt de rechtbank het voorstel van de man om [de minderjarige 1] alleen om die reden op het adres van de echtelijke woning in [plaats] te laten inschrijven, zodat voor hem passende hulpverlening vanuit de gemeente [gemeente] kan worden gezocht. De rechtbank gaat ervan uit dat de vrouw hieraan zal meewerken. Het uitgangspunt blijft verder dat partijen de zorg over de kinderen verdelen zoals zij dat het afgelopen jaar hebben gedaan en nu nog steeds doen. De toevertrouwing van de kinderenheeft geen verdere strekking dan dat de in de beschikking aangewezen ouder tijdelijk dient zorg te dragen voor de dagelijkse verzorging en opvoeding van het kind. Nu beide ouders zijn belast met de dagelijkse zorg voor de kinderen, is toevertrouwing van de kinderen aan een van hen niet aan de orde.
echtelijke woning
4.5.
Beide partijen stellen dat zij niet op korte termijn over vervangende woonruimte kunnen beschikken. Ieder van hen heeft dus belang bij het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vrouw onvoldoende gesteld ter onderbouwing van haar betoog dat het voor haar niet mogelijk is om (tijdelijk) woonruimte voor zichzelf en de kinderen te vinden. Tegenover de betwisting van haar stellingen en het betoog van de man dat hij voornemens is om de echtelijke woning over te nemen, valt de belangenafweging uit in het voordeel van de man. Dat geldt temeer omdat de man al sinds de verbreking van de relatie alleen in de woning verblijft. Gelet op wat hiervoor is overwogen, heeft de man een groter belang bij het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning dan de vrouw, zodat het verzoek van de man in zoverre zal worden toegewezen.
kinderbijdrage
4.6.
Het verzoek van de man om de kinderbijdrage te wijzigen worden afgewezen, nu er in de huidige situatie niets wordt gewijzigd wat tot de conclusie kan leiden dat sprake is van een wijziging van omstandigheden. Daartoe is namens de man onvoldoende gesteld.
4.7.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
bepaalt dat de man bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en de zich daarin bevindende inboedelgoederen aan [adres] met bevel dat de vrouw die woning dient te verlaten en deze verder niet mag betreden;
5.2.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest, rechter, in tegenwoordigheid van I.B. Dinkelaar, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023.
Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.