ECLI:NL:RBNHO:2023:10078

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 augustus 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
C/15/342104 / KG ZA 23-387
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over het gebruik van de echtelijke woning na scheiding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 augustus 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. De vrouw, eiser in conventie, vorderde dat de man, gedaagde in conventie, de echtelijke woning zou verlaten en dat zij met de kinderen het uitsluitend gebruik van de woning zou krijgen. De man, die in reconventie vorderde dat hij het exclusieve gebruik van de woning zou behouden, voerde aan dat de kinderen ook bij hem konden wonen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de kinderen, die al veel veranderingen hadden meegemaakt door de verhuizing naar Nederland en de scheiding, bij de vrouw moesten blijven totdat duidelijk was aan wie de woning zou worden toebedeeld. De voorzieningenrechter wees de vordering van de vrouw toe en bepaalde dat de man de woning uiterlijk op 25 september 2023 moest verlaten. Tevens werd bepaald dat de vrouw met ingang van 26 september 2023 alle kosten verbonden aan de woning zou moeten voldoen. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het vonnis onmiddellijk effect heeft, ook al kan de man in hoger beroep gaan. De uitspraak is gedaan in het belang van de kinderen, die stabiliteit en continuïteit nodig hebben in deze onzekere periode.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/342104 / KG ZA 23-387
Vonnis in kort geding van 14 augustus 2023
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [plaats]
,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. M.C. Tijsterman te Hoofddorp,
tegen
[de man],
wonende te [plaats]
,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. A. Krim te Haarlem.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met bijlagen van 31 juli 2023;
  • de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met bijlagen van 2 augustus 2023;
  • de brief, met bijlagen, van de advocaat van de vrouw van 7 augustus 2023.
  • 1.2. De mondelinge behandeling van het kort geding heeft plaatsgevonden op 10 augustus 2023
  • De advocaat van de vrouw heeft ter zitting een pleitnota overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] in [plaats] , district [district] , Roemenië
.Uit dit huwelijk zijn geboren de minderjarigen:
  • [de minderjarige 1] , op [geboortedatum] te [plaats] , Roemenië;
  • [de minderjarige 2] , op [geboortedatum] te [plaats] , Roemenië.
2.2.
De man heeft een verzoek tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank in Boekarest, Roemenië.

3.Het geschil in conventie

3.1.
De vrouw vordert, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de man veroordeelt om per 1 september 2023, maar uiterlijk op 15 september a.s., of zoveel eerder als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, de woning aan [adres] te verlaten en de vrouw tezamen met de kinderen voornoemd het uitsluitend gebruik van die woning te verlenen, althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter vermeent te behoren;
bepaalt dat de man dwangsommen verbeurt ad € 500 per dagdeel dat hij in strijd handelt met het te wijzen vonnis, door de woning aan [adres] niet te verlaten en/of de woning niet aan de vrouw en de kinderen ter beschikking te stellen.
3.2.
De man voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
De man vordert, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(primair)
bepaalt dat de man het exclusieve gebruik heeft van de echtelijke woning gelegen aan [adres] met uitsluiting van de vrouw, waarbij de vrouw de woning uitsluitend met toestemming van de man mag betreden;
(subsidiair)
bepaalt dat de vrouw met ingang van 26 september 2023 alle kosten verbonden aan de woning, zowel de van eigenaar als die van gebruiker, dient te voldoen zonder verrekening daarvan met de man;
bepaalt dat de man in de woning aan [adres] mag verblijven tot en met 25 september 2023 en hij de woning op die dag uiterlijk 20.00 uur dient te verlaten.
4.2.
De vrouw voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Tussen partijen is in geschil wie van hen meer belang heeft om in de woning aan [adres] te wonen. Een afweging van wederzijdse belangen valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter uit in het voordeel van vrouw. Van doorslaggevende betekenis acht de voorzieningenrechter daarvoor dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben.
Partijen wonen sinds een jaar in Nederland en hebben daarom een beperkt netwerk in Nederland. Vanwege de huwelijksproblemen tussen partijen is de man al snel na de aankoop daarvan (in februari 2023) in de woning aan [adres] getrokken. Aan de rechtbank is gebleken dat de vrouw het huurcontract van de woning aan [adres] met vier maanden heeft kunnen verlengen tot en met september 2023, maar dat zij het huurcontract niet nogmaals kan verlengen. Beide partijen stellen dat zij niet op korte termijn over vervangende woonruimte kunnen beschikken. Ieder van hen heeft dus belang bij het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning.
Partijen hebben ongeveer hetzelfde inkomen (€ 4.200 bruto per maand aan de zijde van de vrouw en € 4.250 bruto per maand (met 30% regeling) aan de zijde van de man). De man heeft gesteld dat zijn arbeidscontract niet verlengd zal worden na 30 september 2023. Gelet op de werkervaring van de man en de huidige arbeidsmarkt acht de voorzieningenrechter het echter gerechtvaardigd dat de man binnen afzienbare termijn een nieuwe baan rond hetzelfde inkomensniveau zal vinden. De rechtbank acht de kansen van partijen op de woningmarkt daarom ongeveer gelijk, terwijl de man -omdat de kinderen niet bij hem wonen- ook tijdelijk in een woning verblijven waar de kinderen geen eigen slaapkamer hebben. Voorts is nog niet duidelijk aan wie de woning aan [adres] in de echtscheidingsprocedure zal worden toebedeeld.
Omdat de kinderen bij de vrouw wonen heeft zij een groter belang bij de woning dan de man. De kinderen hebben het afgelopen jaar door de verhuizing naar Nederland en de scheiding van hun ouders al veel veranderingen meegemaakt. Door de (voorlopige) zorgregeling met de man hebben de kinderen inmiddels aan de woning in de [adres] kunnen wennen. Daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat de kinderen, in ieder geval totdat duidelijk is aan wie de woning zal worden toebedeeld, bij de vrouw moeten kunnen verblijven in de woning aan [adres] . Dat de man heeft aangegeven dat de kinderen in de woning bij hem kunnen wonen doet daaraan niet af. Immers, dit zou een (onnodige) nieuwe situatie voor de kinderen zijn, waaraan zij zich weer moeten aanpassen. In zoverre wordt de eis in conventie toegewezen.
5.2.
Nu de vrouw tot en met september 2023 over de woning aan de [adres] kan beschikken zal de voorzieningenrechter bepalen dat de man in de woning aan [adres] mag verblijven tot en met 25 september 2023 en hij de woning op die dag uiterlijk 20.00 uur dient te verlaten. Omdat de man aldus op korte termijn vervangende woonruimte nodig heeft, verwacht de voorzieningenrechter dat beide partijen zich in het belang van de kinderen zullen inspannen voor het vinden van een huurwoning in (de omgeving van) [plaats] voor de man.
5.3.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om de gevorderde dwangsom aan de man op te leggen. De man heeft ter zitting verklaard dat hij zich aan de uitspraak zal houden.
5.4.
De voorzieningenrechter zal bepalen -conform het standpunt van de advocaat van de vrouw- dat de vrouw met ingang van 26 september 2023 alle kosten verbonden aan de woning, zowel die van eigenaar als die van gebruiker, dient te voldoen zonder verrekening daarvan met de man. In zoverre wordt zijn eis in reconventie toegewezen. De man heeft aangegeven dat hij alle lopende contracten die [adres] betreffen zal afsluiten. De voorzieningenrechter verwacht van de man dat hij in het belang van de kinderen naar een praktische oplossing zal zoeken om de overdracht van de contracten zo soepel mogelijk te laten verlopen.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie en in reconventie
6.1.
veroordeelt de man om de woning aan [adres] uiterlijk op 25 september 2023 om 20.00 uur te verlaten en de vrouw tezamen met de kinderen voornoemd het uitsluitend gebruik van die woning te verlenen;
6.2.
bepaalt dat de vrouw met ingang van 26 september 2023 alle kosten verbonden aan de woning, zowel die van eigenaar als die van gebruiker, dient te voldoen zonder verrekening daarvan met de man;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. van Wassenaer-Westgeest en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.E.J. van Schie op 14 augustus 2023.
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat. Omdat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.