dhr. mr.dr. R.J. Koopman

Cassatie over de bewezenverklaring van een beboetbaar feit in belastingrecht, met focus op alternatieve scenario’s en vergrijpboete.

De zaak betreft de ontvankelijkheid van een beroep in belastingzaken door een niet-aangeslagen partner die bezwaar heeft gemaakt als gemachtigde. De Procureur-Generaal pleit voor een versoepeling van de regels omtrent het indienen van bezwaar.

De zaak betreft de toepassing van het APV-regime bij een familiestichting en de vraag of dit in strijd is met het EVRM. De Hoge Raad wordt geadviseerd het cassatieberoep van de Staatssecretaris gegrond te verklaren.

Cassatie over de vraag of laattijdig ingediende stukken in een belastingzaak buiten beschouwing mogen worden gelaten.

Cassatie over de vraag of laattijdig ingediende stukken tot de gedingstukken behoren in een belastingzaak over accijns.

De zaak betreft de beoordeling van de aangifte vennootschapsbelasting door [X] B.V. en de omkering van de bewijslast bij inhoudelijke gebreken. De belanghebbende ging in cassatie na een navorderingsaanslag door de Inspecteur.

De zaak betreft de beoordeling van de vereiste aangifte en de omkering van de bewijslast bij inhoudelijke gebreken in belastingzaken, met een focus op het trustvraagarrest van de Hoge Raad.

De conclusie behandelt de omkering van de bewijslast in belastingzaken na het trustvraagarrest, met nadruk op de reikwijdte, verwijtbaarheid en evenredigheid.

De zaak betreft navorderingsaanslagen IB/PVV over 2015-2018, waarbij de vraag centraal staat of de kennis van de adviseur aan de belastingplichtige kan worden toegerekend en of de fout kenbaar was.

Belanghebbende is herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaren tegen de omzetbelasting. De vraag is of de inspecteur een uitspraak op bezwaar kan intrekken zonder rechterlijke vernietiging. De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen voor herbehandeling.

De zaak betreft de vraag of bewijs dat door de Inspecteur is verkregen in een woonplaatsonderzoek onrechtmatig is en of dit bewijs moet worden uitgesloten op basis van de vruchtenleer. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het bewijs niet uitgesloten kon worden.

De zaak betreft het gebruik van FIOD-stukken door de inspecteur voor belastingheffing en de vraag of het informele verschoningsrecht van de belastingadviseur is geschonden. De Procureur-Generaal concludeert tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie.

De zaak betreft het gebruik van FIOD-verkregen stukken door de inspecteur voor belastingheffing en de vraag of het informele verschoningsrecht van toepassing is. De Procureur-Generaal concludeert dat de inspecteur de juridische adviezen niet mag inzien, en dat bewijsuitsluiting moet worden toegepast.

De zaak betreft het gebruik van FIOD-verkregen stukken voor belastingheffing en de reikwijdte van het informele verschoningsrecht. De Procureur-Generaal concludeert tot bewijsuitsluiting en verwijzing naar een gerechtshof.

De conclusie van R.J. Koopman behandelt het informele verschoningsrecht van belastingadviseurs en het fair play-beginsel in fiscale procedures, met nadruk op de rol van de FIOD en de juridische implicaties voor belastingplichtigen.

De zaak betreft de vraag of een verzoek om geruisloze doorschuiving door de overnemer eenzijdig kan worden herzien. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet mogelijk is en verwijst de zaak voor verdere behandeling.

A-G R.J. Koopman behandelt de uitleg van 'niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst' in art. 4.22(4) Wet IB 2001 en de gevolgen voor de aangifte van een belanghebbende met aandelen in een B.V. De A-G concludeert dat het cassatieberoep ongegrond is.

De zaak betreft de navordering van een belastingaanslag door de Inspecteur op basis van kwade trouw en kenbare fout. De belanghebbende verzuimde aangifte te doen na de vervreemding van aandelen, wat leidde tot een ambtshalve aanslag. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet bevoegd was tot navordering op basis van een kenbare fout, maar wel op basis van kwade trouw. De Advocaat-Generaal concludeert dat de navorderingsaanslag niet kan steunen op kwade trouw, maar wel op een kenbare fout.

De Hoge Raad behandelt een prejudiciële vraag over de berekening van het premiedeel van de ouderenkorting voor buitenlandse belastingplichtigen in Nederland, met nadruk op het relevante inkomen.

De Hoge Raad wijst het verzoek om wraking van R.J. Koopman, J. Wortel en M.T. Boerlage af, omdat er geen objectieve aanwijzingen voor vooringenomenheid zijn.

Zaak betreft een inwoner van Nederland met lage inkomsten en Belgische bronheffing op dividenden. De A-G concludeert dat de huidige belastingregeling mogelijk in strijd is met EU-recht en adviseert prejudiciële vragen aan het HvJ.

De Hoge Raad heeft het wrakingsverzoek van R.J. Koopman, M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk buiten behandeling gesteld wegens onvoldoende motivering en misbruik van procesrecht.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de erfgenamen van [A] tegen de staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk op 25 augustus 2023.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk op 25 augustus 2023, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk op 25 augustus 2023.

Hoge Raad oordeelt dat de heffingsambtenaar verplicht is om aanvullende gegevens te verstrekken bij WOZ-beschikking. Beroep in cassatie gegrond verklaard.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Gerechtshof over toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in erfbelastingzaken en verwijst de zaak terug.

Hoge Raad oordeelt dat woon-werkverkeer van werknemers als privégebruik van auto moet worden aangemerkt voor omzetbelasting. Beide beroepen in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over afvalstoffenheffing en rioolheffing, uitspraak van Gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigd.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2007.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van de erfgenamen van [X 1] en [X 2] tegen de Staatssecretaris van Financiën over aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

Hoge Raad oordeelt dat belanghebbende geen recht had op toezending van stukken in bezwaarfase parkeerbelasting zonder verzoek om hoorzitting.

Hoge Raad oordeelt dat heffingsambtenaar verplicht was om gegevens te verstrekken aan belanghebbende in WOZ-zaak. Cassatie gegrond verklaard en uitspraak Hof vernietigd.

Hoge Raad oordeelt dat heffingsambtenaar verplicht was om gegevens te verstrekken aan belanghebbende in WOZ-zaak. Cassatie gegrond verklaard en uitspraak Hof vernietigd.

Hoge Raad oordeelt dat heffingsambtenaar verplicht was om gegevens te verstrekken aan belanghebbende in WOZ-zaak. Beroep in cassatie gegrond verklaard en uitspraak Hof vernietigd.

Hoge Raad oordeelt dat heffingsambtenaar verplicht was om gegevens te verstrekken aan belanghebbende in WOZ-zaak. Beroep in cassatie gegrond verklaard.

Hoge Raad oordeelt dat de heffingsambtenaar verplicht is om gegevens te verstrekken op verzoek van belanghebbende, vernietigt uitspraak Hof en verklaart beroep in cassatie gegrond.

Hoge Raad oordeelt dat heffingsambtenaar verplicht was om gegevens te verstrekken aan belanghebbende in WOZ-zaak. Beroep in cassatie gegrond verklaard en uitspraak Hof vernietigd.

Hoge Raad oordeelt dat heffingsambtenaar verplicht was om gegevens te verstrekken aan belanghebbende in WOZ-zaak. Cassatie gegrond verklaard en eerdere uitspraak vernietigd.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Gerechtshof over toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in erfbelasting en verwijst de zaak terug.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Gerechtshof over erfbelasting en verwijst terug voor herbeoordeling van ondernemingsvermogen in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling.

Hoge Raad verklaart het principale beroep van belanghebbende ongegrond en het incidentele beroep van de Staatssecretaris gegrond, met verwijzing naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.

Hoge Raad verklaart het principale beroep van belanghebbende ongegrond en het incidentele beroep van de Staatssecretaris gegrond, met verwijzing naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.

De Hoge Raad legt een schriftelijke berisping op aan een rechter wegens beïnvloeding van een lopende strafzaak door het verspreiden van een kritisch boek.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over ambtshalve vermindering WOZ-waarde en proceskostenvergoeding.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over sectorindeling werknemersverzekeringen van [X] B.V. tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in schenkbelastingzaak, verwijzend naar eerder arrest ECLI:NL:HR:2023:947.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in schenkbelastingzaak, ECLI:NL:HR:2023:947.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën over schenkbelasting, met uitspraak op 7 juli 2023.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën inzake navorderingsaanslag erfbelasting.