ECLI:NL:HR:2023:1069
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake navorderingsaanslag erfbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door F.G. Barnard, tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 september 2021, nummer 20/01037, die op zijn beurt een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nummer AWB 19/388) betrof. De kwestie draaide om een aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag in de erfbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarbij de middelen van belanghebbende zijn verworpen op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van dezelfde datum, ECLI:NL:HR:2023:948. De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman had op 21 december 2022 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.
De uitspraak is gedaan door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel, M.T. Boerlage, P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 7 juli 2023.