ECLI:NL:HR:2023:1052
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verplichting van de heffingsambtenaar tot verstrekking van gegevens bij WOZ-beschikking
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de verplichtingen van de heffingsambtenaar bij de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Gieben, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die op 22 februari 2022 had geoordeeld dat de heffingsambtenaar niet verplicht was om aanvullende gegevens, zoals de grondstaffel en de taxatiekaart, te verstrekken naast het taxatieverslag. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 421.000 en had de belanghebbende enkel het taxatieverslag toegestuurd, zonder de aanvullende gegevens die de belanghebbende had opgevraagd. De Hoge Raad oordeelde dat de heffingsambtenaar op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ wel degelijk verplicht was om deze gegevens te verstrekken, aangezien deze gegevens essentieel zijn voor de controle van de vastgestelde waarde. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verklaarde het beroep in cassatie gegrond. Tevens werd het Dagelijks Bestuur van Cocensus veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de belanghebbende. De uitspraak benadrukt de rechtsbescherming van belastingplichtigen en de verplichtingen van de heffingsambtenaar in het kader van de Wet WOZ.