ECLI:NL:HR:2023:1115
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over informatieverstrekking door heffingsambtenaar in WOZ-zaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Gieben, tegen het Dagelijks Bestuur van Cocensus. De zaak betreft een geschil over de informatieverstrekking door de heffingsambtenaar van de gemeente Bergen in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende had een verzoek ingediend om bepaalde gegevens te verstrekken die essentieel waren voor de controle van de waardebeschikking van zijn woning, gelegen aan de [f-straat 1] te [Z]. De heffingsambtenaar heeft echter nagelaten deze gegevens te verstrekken, wat aanleiding gaf tot het indienen van een beroep in cassatie.
De Hoge Raad oordeelde dat de heffingsambtenaar op grond van artikel 40, lid 2, Wet WOZ verplicht was om de gevraagde gegevens te verstrekken. De Raad concludeerde dat de uitspraak van het Hof Amsterdam, die de heffingsambtenaar in het gelijk had gesteld, niet in stand kon blijven. De Hoge Raad stelde vast dat belanghebbende een voldoende specifiek verzoek had gedaan en dat de heffingsambtenaar niet aan deze verplichting had voldaan. Dit gebrek aan informatie had invloed op de mogelijkheid van belanghebbende om de juistheid van de waardebeschikking te controleren.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verklaarde het hoger beroep van de heffingsambtenaar ongegrond. Tevens werd het Dagelijks Bestuur van Cocensus veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan belanghebbende. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en rechtsbescherming in het bestuursrecht, vooral in zaken die betrekking hebben op belastingheffing en waardering van onroerende zaken.