mw. mr.drs. P.M. Beishuizen

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de v.o.f. [naam 1] geen startende onderneming is, maar een voortzetting van een eerder restaurant, en verklaart de beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een onderneming tegen subsidies voor COVID-19 ongegrond, oordelend dat deze subsidies staatssteun zijn.

De beroepen van [naam 1] B.V. tegen de afwijzing van subsidieaanvragen voor COVID-19 zijn ongegrond verklaard. De minister is veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 875,-.

Het College vernietigt het besluit van de minister over de subsidie TVL voor Q4 2020, oordeelt dat de onderneming recht heeft op subsidie op basis van het rechtszekerheidsbeginsel en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de subsidieaanvraag van organisatiebureau [naam 1] B.V. af wegens te late indiening. De onderneming is verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de aanvraag, ondanks persoonlijke omstandigheden van de directeur.

Beroep van [naam 1] B.V. tegen vaststelling subsidie TVL ongegrond verklaard; minister correct gehandeld volgens aangifte omzetbelasting.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond en bevestigt de nihilstelling van de TVL-subsidie door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de TVL-subsidie voor een horecabedrijf met minder dan 20% omzetverlies, ondanks uitbreiding van de onderneming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over randvoorwaardenkorting op GLB-subsidies en veroordeelt de minister in proceskosten van de veehouderij tot € 2.092,50.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af omdat er geen bodemprocedure aanhangig is en het bezwaar zich richt tegen feitelijk handelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een administratieve sanctie heeft opgelegd aan de firma wegens onterecht opgegeven percelen in de Gecombineerde Opgave 2021. Het beroep van de firma is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de V.O.F. Natuurboerderij gegrond, vernietigt het besluit van de minister en draagt op binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen.

Compaxo Zevenaar B.V. verzocht om uitbreiding van keuringswerkzaamheden, maar de voorzieningenrechter wees het verzoek af omdat het e-mailbericht van de NVWA geen besluit was in de zin van de Awb.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven beslist over geheimhouding van bedrijfsvertrouwelijke gegevens in hoger beroep van TiDa B.V. tegen Radio Limburg 97FM B.V. en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert zijn uitspraak van 3 augustus 2021, waarbij het beroep tegen het besluit van 1 juli 2020 niet-ontvankelijk werd verklaard en het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2020 ongegrond werd verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven schorst het besluit van 16 april 2021 tot zes weken na de beslissing op bezwaar en veroordeelt verweerder in proceskosten van € 748,-.

De voorzieningenrechter schorst het besluit van 16 april 2021 tot zes weken na de beslissing op bezwaar en veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 748,-.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; geen spoedeisend belang bij last onder bestuursdwang.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van de toelating van biocide Alpha-Bac 12 F bevestigd, nadat appellante haar aanvraag had ingetrokken. Het beroep tegen de intrekking werd ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af wegens spoedeisende situatie bij overtreding van de Wet Dieren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat TenneT niet voldoende maatregelen heeft genomen om een stroomstoring te voorkomen, en verklaart de klacht van de appellante deels gegrond. ACM wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af wegens overtreding van de Regeling I&R door verzoeker, die zijn dieren niet heeft geoormerkt.

Het verzoek om voorlopige voorziening van een startend melkveebedrijf voor fosfaatrechten is afgewezen door de voorzieningenrechter.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak over fosfaatrechten, waarbij verzoekster een verhoging van haar fosfaatrecht vroeg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de vertrouwelijkheid van gedingstukken in beroep tegen ACM. Beperkingen zijn gerechtvaardigd voor sommige stukken, maar niet voor anderen. Partijen worden verzocht om binnen twee weken hun instemming te geven voor uitspraak op basis van vertrouwelijke stukken.

Het beroep van de Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken is gegrond verklaard. Het bestreden besluit is vernietigd en de staatssecretaris moet binnen 8 weken een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stedin niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een zienswijze tegen het ontwerpbesluit van ACM.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 5 september 2016 de last onder dwangsom en invorderingsbeschikking vernietigd wegens onjuiste tenaamstelling, en de proceskosten van appellante vastgesteld op € 992,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Jumbo ongegrond verklaard inzake handhaving van de Winkeltijdenwet door de gemeente Breda, met een last onder dwangsom van € 5.000,- per overtreding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de kosten van spoedbestuursdwang, die in redelijkheid bij appellante in rekening kunnen worden gebracht.

Voorlopige voorziening toegewezen; Staatssecretaris moet dieren teruggeven aan verzoeker onder voorwaarden, en vergoedt proceskosten van € 980,-.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de afstandsverklaring van verzoekster niet rechtsgeldig was en dat de Staatssecretaris niet bevoegd was om de hond te verkopen. Verweerder is opgedragen om onderzoek te doen naar de teruggave van de hond aan verzoekster.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker onvoldoende maatregelen heeft getroffen voor zijn runderen en de bestuursdwang gerechtvaardigd was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake een kostenbeschikking na bestuursdwang voor dieren. Kosten van € 3867,50 voor opvang zijn rechtmatig.

Verzoekers hebben een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen gekregen in een zaak over de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarbij de teruggave van twee runderen werd geweigerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellanten ongegrond inzake de registratie van bestuurswijzigingen in het handelsregister, omdat de vernietigingsbevoegdheid is vervallen.

Verzoeker [A] vraagt om voorlopige voorziening na afwijzing wijziging handelsregister door Kamer van Koophandel. Verzoek wordt afgewezen omdat verzoeker niet aantoont bevoegd te zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland en oordeelt dat het bezwaar van [A] B.V. ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Verweerster moet een nieuw besluit nemen en het griffierecht vergoeden.

Hoblo Holding B.V. verzet zich tegen de jaarlijkse bijdrage voor het handelsregister, maar het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van de heffing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de jaarlijkse bijdrage aan de Kamer van Koophandel, na beoordeling van de ingediende bezwaren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. De Staat wordt veroordeeld tot € 500,- schadevergoeding en € 236,- proceskosten.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de bestuursdwangzaak van Willy Selten B.V. en Wiljo B.V. tegen de Staatssecretaris van Economische Zaken, omdat er geen spoedeisend belang is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van appellant gegrond en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de AFM's besluit tot intrekking van de vergunning gedeeltelijk werd bevestigd.

De voorzieningenrechter schorst de erkenning van het slachthuis van A B.V. voor de slacht van paarden, maar wijst het verzoek voor runderen en varkens af. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven schorst het besluit van de Staatssecretaris tot bestuursdwang, oordelend dat de gezondheid van de dieren niet in gevaar is.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft aangetoond dat de incidenten van eiser geen buitensporig karakter hebben. Beroep gegrond verklaard, besluiten vernietigd en proceskosten vergoed.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het onvoorwaardelijk ontslag van een ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim rechtmatig is. Eiser had geen vertrouwen mogen ontlenen aan eerdere communicatie van verweerder. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de wettelijke rente moet vergoeden aan appellanten vanwege vertraging in de hertaxatieprocedure. De eerdere besluiten van de minister worden vernietigd en de minister moet opnieuw beslissen op de bezwaren van appellanten.

De Raad van Tucht heeft de klacht van C tegen registeraccountants A RA en B RA gegrond verklaard wegens het ontbreken van hoor en wederhoor in hun rapportage, en hen een schriftelijke berisping opgelegd.

Biodent B.V. heeft beroep ingesteld tegen een brief van de Raad van Tucht. Het College verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat de brief geen beslissing was volgens de Wet op de Registeraccountants.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat artikel 25d Bmw in strijd is met richtlijn 98/8 en richtlijn 91/414, omdat het niet waarborgt dat bij toelating van gewasbeschermingsmiddelen voldoende rekening wordt gehouden met de effecten op gezondheid en milieu. Het beroep wordt gegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat artikel 8, lid 2, van richtlijn 91/414 geen standstillverplichting bevat, maar dat lidstaten zich moeten onthouden van maatregelen die de richtlijn in gevaar brengen. De nationale regeling voldeed niet aan de richtlijnseisen, wat leidde tot vernietiging van het besluit.

Klacht tegen registeraccountant C RA over vertrouwelijkheid en belangenverstrengeling, waarbij de Raad van Tucht de klacht gedeeltelijk gegrond verklaarde, maar geen maatregel oplegde. Het College verklaarde het beroep van klager niet-ontvankelijk voor de eerste en derde grief en verwierp de tweede grief.

De rechtbank verklaart de beroepen van A en B ongegrond, oordeelt dat het uitstel van vertrekbeleid voor Angolese vreemdelingen niet op bescherming tegen geweld is gebaseerd en dat de asielrelaas van eisers onvoldoende aannemelijk is.