ECLI:NL:CBB:2013:CA3169
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 mei 2013, werd een verzoek om schadevergoeding behandeld dat voortkwam uit een eerdere uitspraak van 25 september 2012. In die uitspraak had het College besloten het onderzoek te heropenen om een nadere uitspraak te doen over de gevraagde schadevergoeding, in verband met de mogelijke overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De betrokken partijen, waaronder de appellant en de Staat, hebben schriftelijke uiteenzettingen ingediend en hebben ingestemd met het achterwege laten van een nadere zitting. Het College heeft de zaak vervolgens doorverwezen naar een enkelvoudige kamer.
Het College overwoog dat voor zaken als deze een totale procedurelengte van drie jaar redelijk is, waarbij de behandeling van het bezwaar maximaal één jaar en de behandeling van het beroep bij het College maximaal twee jaar mag duren. In deze zaak was de totale procedurelengte echter ongeveer drie jaar en vijf maanden, wat resulteerde in een overschrijding van de redelijke termijn met ongeveer vijf maanden. Het College concludeerde dat de appellant recht had op schadevergoeding van € 500,- voor deze overschrijding.
Daarnaast werd de Staat der Nederlanden (Minister van Veiligheid en Justitie) veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant, vastgesteld op € 236,-. Het verzoek om schadevergoeding voor materiële schade werd afgewezen, omdat dit buiten de reikwijdte van de heropende procedure viel. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de afschriften werden verzonden aan de betrokken partijen.