ECLI:NL:CBB:2021:987

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
20/601R
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Op 16 november 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een rectificatiebeslissing genomen met betrekking tot zijn eerdere uitspraak van 3 augustus 2021 in de zaak met zaaknummer 20/601. De appellante, [naam] B.V. te [plaats], had beroep ingesteld tegen besluiten van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. In de eerdere uitspraak was een kennelijke onjuistheid vastgesteld in rechtsoverweging 4 en onder 'Beslissing'. De appellante had zich hierover uitgelaten, wat leidde tot de rectificatie van de uitspraak. Het College verklaarde het beroep tegen het besluit van 1 juli 2020 niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2020 ongegrond. Tevens werd verweerder opgedragen het door appellante betaalde griffierecht van € 354,- te vergoeden en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van € 748,-. De rectificatie was noodzakelijk omdat in de oorspronkelijke uitspraak geen oordeel was gegeven over het besluit van 1 juli 2020 en de proceskosten niet waren vergoed. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/601

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 november 2021 in de zaak tussen

[naam] B.V. te [plaats] , appellante

(gemachtigde: ing. M.J.M. Bergers),
en
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, verweerder
(gemachtigde: mr. C.M.J.C. Rooding en A. Kunert).

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 3 augustus 2021 met zaaknummer 20/601 in rechtsoverweging 4 en onder “Beslissing” een kennelijke onjuistheid bevat.
Partijen hebben zich uitgelaten over de kennelijke onjuistheid.

Overwegingen

In rechtsoverweging 4 en onder “Beslissing” ontbreekt een oordeel over het besluit van 1 juli 2020, is nagelaten verweerder te veroordelen in de door appellante gemaakte proceskosten en is nagelaten te bepalen dat verweerder het door appellante betaalde griffierecht diende te vergoeden. Nu de uitspraak kennelijke en voor een eenvoudig herstel vatbare onjuistheden bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op deze punten te rectificeren.
Het College wijzigt de uitspraak van 3 augustus 2021 als volgt.
“4. Omdat van enig belang bij beoordeling van het besluit van 1 juli 2020 niet is gebleken, is het beroep tegen dat besluit niet-ontvankelijk. Het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2020 is ongegrond. Het College veroordeelt verweerder in de door appellante gemaakte proceskosten, begroot op € 748,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).
(…)
Het College:
- verklaart het beroep tegen het besluit van 1 juli 2020 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2020 ongegrond;
- draagt verweerder op het door appellante voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 354,- te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de door appellante gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 748,-.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 3 augustus 2021 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van mr. P.M. Beishuizen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 november 2021.
De voorzitter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.