ECLI:NL:CBB:2013:286

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 december 2013
Publicatiedatum
23 december 2013
Zaaknummer
AWB 13/502
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake wijziging handelsregister

In deze zaak heeft verzoeker, [A], een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in verband met een afwijzing door de Kamer van Koophandel Oost Nederland van zijn aanvraag tot wijziging in het handelsregister. Het primaire besluit, genomen op 26 juni 2013, werd door verzoeker bestreden, waarna hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 1 oktober 2013, waar verzoeker aanwezig was en de verweerster vertegenwoordigd werd door haar gemachtigde, mr. P.R.P. Huijgens. Tijdens de zitting werd het onderzoek geschorst om verzoeker de gelegenheid te geven zijn standpunt verder te onderbouwen. Na ontvangst van aanvullende brieven van beide partijen werd besloten om geen nadere zitting te houden en werd het onderzoek gesloten.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, het oordeel dat in deze uitspraak wordt gegeven over de rechtmatigheid van het primaire besluit is voorlopig en bindt het College niet in een eventuele bodemprocedure. Verzoeker heeft verweerster tweemaal verzocht om wijziging van de registratie in het handelsregister, specifiek om de uitschrijving van F. Meerlo als gemachtigde en zijn eigen inschrijving als gemachtigde van de onderneming Lokogro B.V.

De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij bevoegd is om opgaven te doen aan het handelsregister namens de onderneming. Hij heeft geen bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat hij aandeelhouder of bevoegd bestuurder is van Lokogro B.V. De overgelegde notulen zijn onvoldoende om te concluderen dat verzoeker bevoegd is om opgaven te doen namens de onderneming. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. J.A.M. van den Berk, in aanwezigheid van griffier mr. P.M. Beishuizen, en is openbaar uitgesproken op 12 december 2013.

Uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 13/502
24300
uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 december 2013 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[A], te [woonplaats], verzoeker,

en

de Kamer van Koophandel Oost Nederland, verweerster

(gemachtigde: mr. P.R.P. Huijgens).

Procesverloop

Bij besluit van 26 juni 2013 (het primaire besluit) heeft verweerster de door verzoeker gevraagde wijziging in het handelsregister afgewezen.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2013.
Verzoeker is verschenen. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.
Ter zitting heeft de voorzieningenrechter het onderzoek geschorst en verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn standpunt te onderbouwen.
Op 8 november 2013 heeft de voorzieningenrechter een brief van verzoeker ontvangen. Bij brief van 25 november 2013 heeft verweerster hierop gereageerd.
Met toestemming van partijen is een nadere zitting achterwege gebleven. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1.
Ingevolge het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht kan, indien tegen een besluit bij het College beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep, bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voor zover in deze uitspraak een oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van het primaire besluit, is sprake van een voorlopig oordeel dat het College niet bindt in een eventuele bodemprocedure.
2.
Verzoeker heeft verweerster tot twee keer toe verzocht om wijziging van registratie in het handelsregister van de gemachtigde van de onderneming Lokogro B.V.
Verzoeker verzoekt om uitschrijving van F. Meerlo als gemachtigde van de onderneming, en om inschrijving van hemzelf als gemachtigde van de onderneming.
3.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerster zich terecht op het standpunt gesteld dat verzoeker niet afdoende aannemelijk gemaakt dat hij bevoegd is tot het doen van opgaven aan het handelsregister namens de onderneming. Verzoeker heeft immers geen stukken kunnen overleggen waaruit blijkt dat hij enig aandeelhouder dan wel bevoegd bestuurder is van Lokogro B.V. De door verzoeker overgelegde notulen bieden onvoldoende grondslag voor de conclusie dat verzoeker bevoegd is tot het doen van opgaven namens de onderneming.
4.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek dan ook af.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A.M. van den Berk, in aanwezigheid van
mr. P.M. Beishuizen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
12 december 2013.
w.g. J.A.M. van den Berk w.g. P.M. Beishuizen