Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1], te [plaats], verzoekster
de Staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Voor zover in deze uitspraak een oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van het besluit van 12 november 2014, is sprake van een voorlopig oordeel dat het College niet bindt in een eventuele bodemprocedure.
Met het onderteken van dit formulier tekent u afstand van uw hond zoals hierboven omschreven.
12 november 2014 om 18.35 uur niet dusdanig spoedeisend was dat onmiddellijk ingrijpen door verweerder was vereist. Het toezichtrapport biedt daarvoor onvoldoende aanknopingspunten. Verweerder heeft ter zitting erkend dat geen controle heeft plaatsgevonden waaruit volgt dat, zoals verwoord in het besluit van 17 november 2014, de gezondheid en het welzijn van hond ernstig waren aangetast. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld heeft verweerder evenmin een plausibele verklaring gegeven waarom verzoekster niet de gelegenheid is geboden opvang voor haar hond te regelen. Voor zover verweerder in dit verband heeft betoogd dat uit het toezichtrapport moet worden afgeleid dat verzoekster eerder die dag – om 15.00 uur en om 18.29 uur – te kennen heeft gegeven de hond geen verzorging te kunnen bieden, hetgeen verzoekster uitdrukkelijk betwist, blijkt op geen enkele wijze op grond waarvan en aan wie verzoekster dit te kennen heeft gegeven. Ook ter zitting heeft verweerder daarover geen opheldering kunnen geven.
Beslissing
te vergoeden;
bedrag van € 974,-.
mr. P.M. Beishuizen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
16 december 2014