ECLI:NL:CBB:2021:747
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toepassing van spoedbestuursdwang wegens overtreding van de Wet Dieren en het Besluit houders van dieren
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 22 juli 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingstraject door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 31 mei 2021, betrof de toepassing van spoedbestuursdwang op 26 mei 2021, naar aanleiding van overtredingen van de Wet Dieren en het Besluit houders van dieren. Verzoekster, die honden hield in haar woning, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om terugkeer van de in beslag genomen honden.
Tijdens de zitting op 16 juli 2021 is vastgesteld dat de situatie in de woning van verzoekster ernstig was. De toezichthouders troffen 20 honden aan in een vervuilde en ongezonde omgeving, met een sterke ammoniakgeur en zonder voldoende water. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gezondheid en het welzijn van de honden onmiddellijke actie vereisten, en dat verzoekster niet in staat was om op korte termijn voor een betere huisvesting te zorgen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de minister bevoegd was om handhavend op te treden en dat de situatie spoedeisend was, waardoor bestuursdwang zonder voorafgaande last kon worden toegepast. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, omdat er geen uitzicht was op herstel van de situatie binnen afzienbare tijd. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.