mw. mr. A. Verhoeven

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de minister van Economische Zaken veroordeeld in de proceskosten van een onderneming en de bestreden besluiten vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidieaanvragen van een onderneming terecht heeft afgewezen op basis van onvoldoende omzetverlies, en dat de SVL geen ruimte biedt voor afwijkingen.

Het College verklaart het beroep van de onderneming gegrond, vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag en verplicht de minister een nieuw besluit te nemen binnen acht weken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 1.750,- in een subsidiegeschil COVID-19.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens onvoldoende bewijs van omzetverlies voor subsidie TVL.

De stichting verliest het beroep tegen de terugvordering van subsidie COVID-19, omdat donaties niet als omzet worden aangemerkt. Minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het hof 's-Hertogenbosch heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 116 uren en schadevergoedingen aan twee benadeelde partijen, na hoger beroep tegen een eerdere veroordeling.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 22 februari 2024 de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat deze niet tijdig was ingediend.

Het hof 's-Hertogenbosch heeft op 15 februari 2024 het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 682.500 en een betalingsverplichting van € 672.500 opgelegd in een drugszakenzaak.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 8 februari 2024 het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen, gezien de ernst van de TBS en de gevolgen voor de detentiegrondslag.

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en stelt het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op € 66.249,-, met een gijzeling van 1080 dagen.

Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank Limburg in hoger beroep, waarbij de verdachte werd veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en eenvoudige belediging. De verdachte krijgt teruggave van € 51,65.

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Limburg over opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en Wet Wapens en munitie, waarbij het hof het vonnis bevestigt.

Het hof vernietigt het vonnis van de politierechter en veroordeelt de verdachte tot 1 maand gevangenisstraf voor verduistering van een aanhangwagen, met schadevergoeding aan de benadeelde partij van € 1.829,33.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister inzake subsidie TVL, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Beroep gegrond verklaard.

Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep wegens termijnoverschrijding na betekening van de uitspraak op 14 april 2023.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht de subsidie op € 0,- heeft vastgesteld, omdat de onderneming niet voldeed aan het vereiste van minimaal 30% omzetverlies volgens de TVL-regeling.

De voorzieningenrechter schorst het intrekkingsbesluit van de KTB-vergunning van de verzoeker en veroordeelt de gemeente in proceskosten van € 2.092,50.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van connexiteit met de bezwaarprocedure.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 25 november 2020 een eerdere uitspraak van 20 oktober 2020 over het griffierecht, waarbij het bedrag van € 174,- wordt gewijzigd naar € 338,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven rectificeert op 25 november 2020 een eerdere uitspraak van 20 oktober 2020 over het griffierecht, waarbij het bedrag van € 345,- wordt aangepast naar € 676,-.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af wegens gebrek aan spoedeisend belang. Verzoeker kan een betalingsregeling treffen.

De voorzieningenrechter heeft de minister veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 1.024,- aan verzoekster na intrekking van het verzoek om voorlopige voorziening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant tegen de uitschrijving als bestuurder van de Vereniging door de Kamer van Koophandel niet-ontvankelijk en het beroep tegen het nieuwe besluit ongegrond.

De voorzieningenrechter schorst de primaire besluiten van de Minister van Landbouw inzake huisvesting van honden, oordelend dat de gegeven termijn onredelijk kort was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Minister niet bevoegd was om een dwangsom in te vorderen, omdat de last niet gericht was op het voorkomen van herhaling. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Minister niet bevoegd was om een dwangsom in te vorderen, omdat de strekking van de opgelegde last onder dwangsom niet duidelijk was. Het beroep van appellante is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven schorst gedeeltelijk maatregelen opgelegd aan verzoeker wegens overtredingen van de Wet dieren. Proceskosten van € 1.503,- toegewezen aan verzoeker.

Het College vernietigt het besluit tot spoedbestuursdwang wegens onvoldoende onderbouwing van de gezondheidstoestand van de dieren. De staatssecretaris heeft in strijd met de wet gehandeld.

Appellante betwist last onder bestuursdwang en dwangsom opgelegd door de minister van Landbouw. College oordeelt dat geen strijd is met de Awb, maar constateert procedurele fouten in de invorderingsbeschikking en vernietigt het kostenbesluit.

Het College vernietigt het kostenbesluit van de minister inzake bestuursdwang en stelt het verschuldigde bedrag vast op € 1.082,27.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen inzake inschrijving handelsregister door de Kamer van Koophandel.

De rechtbank Overijssel oordeelt over de verdeling van een agrarisch familiebedrijf en de bevoordeling van een zoon in de boedelscheiding. De vorderingen van de zusters worden afgewezen, en de moeder wordt veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank verklaart het klaagschrift van de curator ongegrond en bevestigt het beslag op voertuigen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen.

De rechtbank Overijssel oordeelt dat beslag op voertuigen van een failliet bedrijf niet naar schuldeisers kan gaan, gezien het strafrechtelijk onderzoek naar witwassen. Klaagschrift gegrond voor Maserati, ongegrond voor overige voertuigen.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat gedaagde de zorgplicht heeft geschonden door toezeggingen over premiekorting en premierestitutie niet onvoorwaardelijk te maken. Eiseres krijgt € 50.000,-- schadevergoeding.

Verdachte veroordeeld voor ontucht met minderjarige en bezit van kinderporno, gevangenisstraf van 24 maanden en terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd.

De rechtbank Almelo oordeelt dat er geen overeenkomst van borgtocht tot stand is gekomen tussen Rabobank en Gemeente Hof van Twente. De vorderingen van Rabobank worden afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank vernietigt de kwijtschelding van € 113.000,-- door [X] aan Gyllentorget en veroordeelt Gyllentorget tot betaling aan de curator, met wettelijke rente en proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de vordering van de Stichting op Reggeborgh is verjaard, omdat de stuitingsbrieven niet voldeden aan de eisen van duidelijkheid. De vordering wordt afgewezen en de Stichting wordt in de proceskosten veroordeeld.

De rechtbank heeft de ontnemingsvordering tegen Porkland Holding B.V. gedeeltelijk toegewezen en het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op EUR 78.050,00, gebaseerd op overtredingen van de Destructiewet.

Verdachte Zana BVBA heeft opzettelijk onjuiste aangiften gedaan aan de Belastingdienst, wat leidde tot te weinig belastingbetaling en onvoldoende verzekering van werknemers. De rechtbank legt een werkstraf van 180 uren op.

Rechtbank Almelo oordeelt dat Cogas aansprakelijk is voor brand in C1000 door normschending. Aegon krijgt 90% van schadevergoeding van € 255.305,-- toegewezen, plus wettelijke rente.

De Rechtbank Almelo heeft op 22 juni 2011 het verzoek van Gyllentorget tot het doen uitgaan van een buitenlandse rogatoire commissie afgewezen, omdat onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat getuigen niet naar Nederland konden komen.

Rechtbank Almelo wijst vorderingen van Go Planet Exploitatie B.V. en Go Planet Parc B.V. af wegens gebrek aan bewijs en veroordeelt hen in de proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de curator de kwijtschelding van een intercompany-schuld kan vernietigen, omdat deze onverplicht was en benadeling van de schuldeisers heeft plaatsgevonden.

Wilsa vorderde schadevergoeding van haar advocaten wegens een beroepsfout in de advisering over een huurovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat gedaagden aansprakelijk waren voor de schade van € 263.000,48.

Rechtbank Almelo oordeelt dat gedaagden niet onrechtmatig hebben gehandeld in de exploitatie van Go Planet. Vorderingen van Go Planet Exploitatie B.V. afgewezen, kosten toegewezen aan gedaagden in reconventie.

P1 Holding B.V. vorderde beëindiging van de overeenkomst tussen de gemeente Maastricht en Q-Park wegens schending van het aanbestedingsrecht. De rechtbank wees de vorderingen af en oordeelde dat de gemeente niet in strijd had gehandeld met het Europese recht.

Rechtbank Maastricht oordeelt dat De Limburger onrechtmatig heeft gehandeld door eiser als 'psychologisch terrorist' te kwalificeren. Eiser ontvangt € 750,00 schadevergoeding voor aantasting van zijn integriteit.

De rechtbank oordeelt dat Tourclub R. aansprakelijk is voor de schade van S. tijdens een veldtoertocht door onvoldoende waarschuwingen voor een opgevroren plas. Schadeverdeling 50/50.

Rechtbank Almelo oordeelt dat Dexia verplicht is om verzoeker inzage te geven in zijn persoonsgegevens, ondanks het verweer van Dexia dat het verzoek misbruik van recht zou zijn.

[Opposant 1] en [Opposant 2] verzetten zich tegen een dwangbevel van De Ontvanger voor een naheffingsaanslag Accijns. De rechtbank oordeelt dat de Ontvanger terecht tot invordering kan overgaan.

Eiser vorderde schadevergoeding van de Gemeente Enschede wegens vertraagde bouwvergunningverlening. De rechtbank oordeelde dat de Gemeente tekortgeschoten was in haar verplichtingen en aansprakelijk was voor de schade van Eiser.