Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- het tussenvonnis van 19 juni 2013,
- de door [eiseres] voorafgaand aan de comparitie ingediende producties,
- het proces-verbaal van de comparitie van 3 oktober 2013,
- een akte uitlating na tussenvonnis en comparitie van de zijde van [eiseres],
- een antwoordakte van de zijde van [gedaagde].
2.De vaststaande feiten
a) Allianz-prijsgarantie 2009. De door ABN AMRO in te kopen wagenparkverzekering zal in ieder geval niet hoger uitkomen dan het meest recente eindbod van uw huidige verzekeraar voor 2009;
3.Standpunt partijen
4.De beoordeling
“Langs deze weg bevestig ik je dat je vanaf 2009 de polissen per maand kunt opzeggen. Dit houdt in indien we er niet uit komen je er eind januari gewoon vanaf kunt.”Voorts volgt uit de door [eiseres] overgelegde offerte van ABN Amro van
De door ABN AMRO in te kopen wagenparkverzekering zal in ieder geval niet hoger uitkomen dan het meest recente eindbod van uw huidige verzekeraar voor 2009”, maar niet gesteld, althans onvoldoende onderbouwd, is dat het meest recente eindbod van Allianz een
onvoorwaardelijkepremiekorting van 42,5% bevatte. Immers niet in geschil is, dat [eiseres] uiteindelijk slechts een premiekorting van 5% over het jaar 2009 van Allianz heeft ontvangen. Dat [gedaagde] begin 2009 wel een onvoorwaardelijke toezegging aan [eiseres] zou hebben gedaan ten aanzien van de premiekorting 2009, betekent voorts nog niet dat
Allianzook een dergelijk
onvoorwaardelijkeindaanbod aan [eiseres] heeft gedaan. Evenmin heeft [eiseres] andere feiten en omstandigheden aangedragen, waaruit geconcludeerd kan worden dat Allianz een dergelijk onvoorwaardelijk eindaanbod aan [eiseres] zou hebben gedaan.
Op deze wijze zou voor u een immense besparing ontstaan, (tussen Euro 150.000,-- en Euro 200.000,--)”. Vervolgens constateert de rechtbank dat deze offerte gebaseerd is op 688 voertuigen (7 + 4 touringcars en 163 + 36 + 239 + 239 overige objecten). De rechtbank gaat op basis van het hiervoor onder 4.7 vermelde “premieoverzicht 2007-2012” echter uit van in totaal 587 polissen voor het jaar 2009. Bovendien is niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist dat in deze offerte ten onrechte niet de dekkingen zijn meegenomen die voor het ISO/ Taxi-keurmerk vereist waren (ongevallenverzekering inzittende/bestuurder en schadeverzekering inzittenden) en waarvan de premie ongeveer € 100,-- per voertuig bedraagt. Rekening houdende met deze omstandigheden, komt de rechtbank tot de volgende schatting van de premiebesparing voor het jaar 2009:
3.129,00(3,5 punten × tarief IV € 894,--)