Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hof begrijpt dient te leiden tot een lagere dan de rechtbank opgelegde straf).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 22 maart 2023. De verdachte, geboren in 1984, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek van voorarrest voor meerdere feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet Wapens en munitie. De rechtbank had vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet door cocaïne te verhandelen en had hem ook veroordeeld voor het medeplegen van handelen in strijd met de Wet Wapens en munitie, alsook voor witwassen.
De verdediging heeft in hoger beroep verweer gevoerd tegen de wijziging van de tenlastelegging en de bewezenverklaring van feit 4. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om het vonnis van de rechtbank te bevestigen, in overweging genomen. De verdediging heeft zich gerefereerd aan de feiten 1, 2 en 5 van parketnummer 03/720987-18 en heeft verweer gevoerd tegen de wijziging van de tenlastelegging van feit 4. Het hof heeft de argumenten van de verdediging tegen de wijziging van de tenlastelegging en de bewijsvoering beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank op juiste gronden de wijziging heeft toegestaan.
Het hof heeft de bewijsvoering van de rechtbank bevestigd, waarbij het hof heeft overwogen dat de betrokkenheid van de verdachte bij de cocaïnehandel niet alleen is gebaseerd op de bevindingen met betrekking tot de aangetroffen telefoon, maar ook op andere bewijsstukken. De verdediging heeft verder aangevoerd dat de strafmaat verlaagd zou moeten worden vanwege het ontbreken van justitiële documentatie en de ouderdom van de feiten, maar het hof heeft dit standpunt verworpen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd.