ECLI:NL:CBB:2020:887

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
30 november 2020
Zaaknummer
18/2524
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake onjuistheid griffierecht

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 november 2020 een rectificatie uitgesproken van een eerdere uitspraak van 20 oktober 2020, die betrekking had op het griffierecht in de zaak met nummer 18/2524. Appellant, vertegenwoordigd door mr. I.C.M. Nijland, had het College per e-mail op 9 november 2020 gewezen op een kennelijke onjuistheid in het dictum van de eerdere uitspraak. Het College heeft vastgesteld dat het bedrag van € 174,- dat verweerder was opgedragen te vergoeden aan appellant, onjuist was. In plaats daarvan is het juiste bedrag vastgesteld op € 338,-. De rectificatie is noodzakelijk geacht omdat het dictum een kennelijke en eenvoudig te herstellen onjuistheid bevatte. De gewijzigde uitspraak is gepubliceerd op rechtspraak.nl, en er is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak aan de rectificatie gehecht. De beslissing tot rectificatie is openbaar uitgesproken en de voorzitter en griffier waren verhinderd te ondertekenen.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 18/2524
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2020 tot rectificatie van de uitspraak in de zaak tussen

[naam 1] h.o.d.n. V.O.F. [naam 2] , te [plaats] , appellant,

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: mr. I.C.M. Nijland).

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 20 oktober 2020 met zaaknummer 18/2524 (ECLI:NL:CBB:2020:717) een kennelijke onjuistheid in het dictum bevat.
Appellant heeft het College bij e-mail van 9 november 2020 op deze onjuistheid gewezen en verzocht over te gaan tot rectificatie.

Overwegingen

Het College overweegt dat verweerder in het dictum van de uitspraak van 20 oktober 2020 is opgedragen om het betaalde griffierecht van € 174,- aan appellant te vergoeden. Het hierin genoemde bedrag is kennelijk onjuist. Nu het dictum een kennelijke en voor eenvoudig herstel vatbare onjuistheid bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op dit punt te rectificeren.
Het College wijzigt het dictum van de uitspraak van 20 oktober 2020, met zaaknummer 18/2524, als volgt.
“draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan appellant te vergoeden.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 20 oktober 2020 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C. Stuldreher, in aanwezigheid van mr. A. Verhoeven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 november 2020.
De voorzitter is verhinderd te ondertekenen. De griffier is verhinderd te ondertekenen.