ECLI:NL:GHSHE:2024:396
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met TBS en onherroepelijke gevangenisstraffen
In de zaak met parketnummer 20-003439-23 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2024 een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte afgewezen. De verdachte, die onder TBS met dwangverpleging valt, had verzocht om de voorlopige hechtenis te schorsen zodat hij zijn onherroepelijke gevangenisstraffen kon uitzitten. Het hof heeft in zijn overwegingen het bericht van AICE betrokken, waarin werd aangegeven dat bij schorsing van de voorlopige hechtenis de grondslag van detentie zou veranderen van de voorlopige hechtenis naar de executie van de onherroepelijke gevangenisstraf. Dit zou gevolgen hebben voor de beoordeling van verzoeken om verlof en strafonderbreking, aangezien de directeur van de penitentiaire inrichting dan zou kijken naar de onherroepelijke zaak en niet naar de zaak waarin de voorlopige hechtenis is geschorst.
Het hof heeft ook rekening gehouden met de belangen van eventuele slachtoffers of nabestaanden, die mogelijk niet gewaarborgd zouden zijn als de grondslag van detentie verandert. Gezien de ernst van de maatregel van TBS met dwangverpleging en de risico's die verbonden zijn aan het schorsen van de voorlopige hechtenis, heeft het hof geconcludeerd dat het onverantwoord zou zijn om het verzoek in te willigen. Het hof heeft daarom het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.