ECLI:NL:CBB:2021:624
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot de Wet dieren
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 15 juni 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een last onder bestuursdwang was opgelegd. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een overtreding van de Wet dieren, waarbij de verzoeker niet tijdig bezwaar had gemaakt tegen het primaire besluit dat op 23 april 2021 was genomen. De verzoeker heeft op 8 juni 2021 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift op 7 juni 2021 was verstreken en de verzoeker binnen deze termijn geen bezwaar had gemaakt. Hierdoor ontbrak de noodzakelijke connexiteit tussen het verzoek om voorlopige voorziening en de bezwaarprocedure, zoals vereist door artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.