In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de Kamer van Koophandel. De appellant, die als bestuurder van de Vereniging Onafhankelijk Buurtplatform Boschveld was aangesteld, was in geschil over zijn uitschrijving als bestuurder. De Kamer van Koophandel had op 9 mei 2016 besloten om de opgave tot uittreding van de appellant als bestuurder in het handelsregister in te schrijven per 4 mei 2016. Dit besluit werd later herroepen, maar de Kamer van Koophandel besloot op 25 november 2016 opnieuw om de appellant uit te schrijven als bestuurder per 16 mei 2016. De appellant ging hiertegen in beroep.
Tijdens de zitting op 10 januari 2018 was de appellant aanwezig, maar de Kamer van Koophandel was afwezig. Het College deed op 18 april 2018 een tussenuitspraak waarin het de Kamer van Koophandel opdroeg om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. De Kamer van Koophandel nam daarop op 2 mei 2018 een nieuw besluit, waarbij de appellant per 30 januari 2013 als bestuurder werd uitgeschreven. De appellant en de Vereniging dienden zienswijzen in tegen dit nieuwe besluit.
Het College overwoog dat de appellant geen concrete onwenselijke gevolgen had aangedragen die voortvloeiden uit het bestreden besluit II. De Vereniging had het nieuwe besluit geaccepteerd. Het College verklaarde het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk en het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 28 augustus 2018.