Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A] ,
[B],
[C],
[D],
[E],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, tevens conclusie tot
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie en
- een akte tot rectificatie zijdens [X] .
2.De feiten
1 januari 1994 zijn [X] en [Z] tot die maatschap toegetreden.
artikel 10 lid 1 sub b. van de maatschapsakte 2004. Deze opzegging was naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar, om een einde te maken aan de voorliggende patstelling binnen de maatschap.
Flynth Accountants en Adviseurs opgestelde berekening.
- aan eiseres sub 1 (moeder): € 1.026.450,-,
- aan eiseres sub 2 ( [B] ) € 425.340,50,
- aan eiseres sub 3 ( [C] ) € 425.340,50,
- aan eiseres sub 4 ( [D] ) € 425.340,50, en
- aan eiseres sub 5 ( [E] ) € 420.809,50,
één en ander te vermeerderen met rente en kosten.
“Indien vennoot C( [X]
), nadat hij de onroerende zaken van de maatschap en/of de rechten op productiequota heeft overgenomen, wenst over te gaan tot vervreemding van deze goederen of van een deel daarvan, is hij verplicht het betreffende goed eerst te koop aan te bieden aan vennoot A(vader)
en/of vennote B(moeder)
, hierna te noemen: voorkeursgerechtigden (…).”
“- elke overeenkomst welke als titel van eigendomsoverdracht is te beschouwen,- het vestigen van pachtrechten, persoonlijke gebruiksrechten of beperkte rechten,- onteigening,alsmede alle overige handelingen die tot gevolg hebben dat vennoot C( [X] )
financieel voordeel behaalt indien hij de door hem overgenomen onroerende zaken van de maatschap en/of de rechten op productiequota te gelde maakt of aan de agrarische bedrijfsuitoefening onttrekt.”
artikel 14 lid 3 van de akte vervreemd, doordat hij dit aan een derde heeft verhuurd zonder dit eerst aan moeder te hebben aangeboden. Hij heeft daardoor de ingevolge artikel 13 lid 7 van de maatschapsakte jegens moeder een onmiddellijk opvorderbare boete verbeurd van
f 500.000,- (= € 226.890,-).
15 november 2011 en 1 mei 2015, zijnde 1.262 dagen x € 453,78 = € 572.670,-.
4.Het verweer in conventie
5.De vordering en het verweer in reconventie
a. om moeder te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis al hetgeen te doen wat nuttig en noodzakelijk is teneinde de eigendom van de woning aan de [adres 2] te [plaats] aan [X] toe te scheiden, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- ineens en € 250,- voor iedere dag, waarop moeder in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen,
b. om [X] te machtigen om, als moeder niet meewerkt aan verkoop en levering van de woning, te bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de medewerking van moeder,
c. om verweersters in reconventie te gebieden het beslag, dan wel de beslagen op de eigendommen van [X] en/of [Z] op te heffen, op straffe van een door hen hoofdelijk aan [X] te verbeuren dwangsom van € 100.000,- en van € 1.000,- voor iedere dag, waarop zij in gebreke blijven om aan deze veroordeling te voldoen,
d. om voor recht te verklaren dat verweersters in reconventie onrechtmatig jegens [X] en [Z] hebben gehandeld, en
e. om verweersters in reconventie hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade, die [X] en [Z] door dat onrechtmatig handelen hebben geleden, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet,
één en ander met veroordeling van verweersters in reconventie in de proceskosten.
6.De beoordeling
in conventie
1 januari 1994. Ingevolge die bepalingen gold een voorkeursrecht, omschreven als volgt:
“Indien vennoot C( [X]
), nadat hij de onroerende zaken van de maatschap en/of de rechten op productiequota heeft overgenomen, wenst over te gaan tot vervreemding van deze goederen of van een deel daarvan, is hij verplicht het betreffende goed eerst te koop aan te bieden aan vennoot A(vader)
en/of vennote B(moeder)
, hierna te noemen: voorkeursgerechtigden (…).”
“- elke overeenkomst welke als titel van eigendomsoverdracht is te beschouwen,- het vestigen van pachtrechten, persoonlijke gebruiksrechten of beperkte rechten,- onteigening,alsmede alle overige handelingen die tot gevolg hebben dat vennoot C( [X] )
financieel voordeel behaalt indien hij de door hem overgenomen onroerende zaken van de maatschap en/of de rechten op productiequota te gelde maakt of aan de agrarische bedrijfsuitoefening onttrekt.”
6.7. Krachtens het arbitrale vonnis van 29 augustus 2011 stond het [X] vrij om het quotum te verhuren, hetgeen hij ook heeft gedaan. De arbiters hebben hiermee een eind gemaakt aan het geschil tussen moeder en [X] over de omschakeling van het bedrijf. Moeder kan dat vonnis van 29 augustus 2011 niet terugdraaien met een beroep op een voorkeursrecht in de maatschapsakte van 1994.
a. om een boedelnotaris te benoemen, die voor zover nodig de omvang van de opengevallen nalatenschap van vader beschrijft en de verdeling daarvan voorbereidt.
b. om moeder te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis al hetgeen te doen wat nuttig en noodzakelijk is teneinde het aandeel van moeder in van de woning aan de [adres 2] te [plaats] aan [X] toe te scheiden, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- ineens en € 250,- voor iedere dag, waarop moeder in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, met machtiging van [X] om, als moeder niet meewerkt aan verkoop en levering van de woning, te bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de medewerking van moeder,
c. om verweersters in reconventie te gebieden het beslag, dan wel de beslagen op de eigendommen van [X] en/of [Z] op te heffen, op straffe van een door hen hoofdelijk aan [X] te verbeuren dwangsom van € 100.000,- en van € 1.000,- voor iedere dag, waarop zij in gebreke blijven om aan deze veroordeling te voldoen,
d. om voor recht te verklaren dat verweersters in reconventie onrechtmatig jegens [X] en [Z] hebben gehandeld, en
e. om verweersters in reconventie hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de schade, die [X] en [Z] door dat onrechtmatig handelen hebben geleden, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet,
één en ander met veroordeling van verweersters in reconventie in de proceskosten.
7.De beslissing
[adres 2] te [plaats] toe aan [X] tegen inbreng door [X] van € 10.000,-.