mw. mr. A. Emmens

De rechtbank beëindigt de omgangsregeling tussen de minderjarige en zijn moeder op verzoek van de minderjarige, die last heeft van spanningen tijdens de omgang.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de kinderen aan de vrouw toevertrouwd. De man moet € 440,50 per maand per kind aan kinderalimentatie betalen. Verzoek tot terugbetaling van spaargeld aan de kinderen is afgewezen.

De rechtbank verleent de moeder toestemming voor paspoortaanvraag en vakantie met de kinderen, en veroordeelt de vader in de proceskosten.

De rechtbank heeft een voorlopige zorgregeling vastgesteld en het gezag over het kind in stand gelaten, met de hoofdverblijfplaats bij de moeder.

De rechtbank heeft het verzoek van de vader tot teruggeleiding van zijn minderjarige kind naar Polen toegewezen, met afspraken over communicatie en verblijf.

In kort geding is het verzoek van de vader om een verhuisverbod afgewezen. De moeder krijgt toestemming om met de kinderen op vakantie naar Ierland. Een voorlopige omgangsregeling is vastgesteld.

De rechtbank erkent de Cubaanse geboorteakte van verzoeker en stelt vast dat de man de juridische ouder is van verzoeker.

De rechtbank erkent de Amerikaanse geboorteakte en beslissing inzake internationaal draagmoederschap, bevestigt het gezag van de man over het kind en gelast registratie in de BRP.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot terugverhuizing en wijziging van de zorgregeling afgewezen, oordelend dat het belang van de vader zwaarder weegt dan dat van de moeder en de kinderen.

De rechtbank wijzigt de zorgregeling van [de minderjarige 1] naar aanleiding van haar verzoek en houdt verdere beslissingen aan tot 14 oktober 2025.

De rechtbank erkent de Canadese geboorteakte en familierechtelijke betrekkingen van verzoekers in Nederland, en bevestigt hun gezamenlijk gezag over de minderjarige.

De rechtbank gelast de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige naar Nederland, na ongeoorloofde overbrenging naar India door de moeder.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap afgewezen, omdat de grootmoeder van verzoeker ten tijde van de geboorte van zijn vader niet in Nederland woonde.

De rechtbank wijst het verzoek van verzoekster tot vaststelling van haar Nederlanderschap af, omdat haar grootmoeder ten tijde van de geboorte van haar vader niet in Nederland woonde.

De rechtbank gelast de terugkeer van de minderjarige naar Hongarije, oordeelt dat de overbrenging naar Nederland ongeoorloofd was en wijst het verzoek om voorlopige voogdij af.

De rechtbank beëindigt het ouderlijk gezag van de moeder over vier minderjarigen en benoemt de gecertificeerde instelling tot voogd, in het belang van de ontwikkeling van de kinderen.

De rechtbank beëindigt het gezag van de moeder over de minderjarigen en plaatst hen onder toezicht, met voogdij voor de gecertificeerde instelling.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de moeder in Nederland vastgesteld en de erkenning van de Noorse echtscheiding drie maanden aangehouden.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de zorgregeling voor de kinderen vastgesteld, met alimentatieafspraken van € 161,- per kind per maand door de vader.

Herstelbeschikking van 8 juli 2024 in procedure gezamenlijke toegang ouders, waarbij schrijffouten in eerdere beschikking van 28 juni 2024 zijn gecorrigeerd.

De rechtbank heeft het verzoek om vast te stellen dat de minderjarige het Nederlanderschap bezit afgewezen, omdat de erkenning door de vader nietig was.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap afgewezen, omdat verzoeker van rechtswege het Nederlanderschap heeft verloren door de afstandsverklaring van zijn vader.

De rechtbank ontbindt het geregistreerd partnerschap van de ouders, bepaalt de hoofdverblijfplaats van het kind bij de vrouw, en stelt een zorgregeling en alimentatie vast.

De rechtbank Den Haag heeft de omgangsregeling voor een minderjarige in stand gehouden, ondanks haar verzoek om geen fysiek contact met de moeder. De betrokken partijen zijn gehoord en de rechtbank benadrukt het belang van contact met beide ouders.

De Rechtbank Den Haag erkent de Canadese geboorteakte van [kind 1] en bevestigt het gezag van verzoekers over het kind, geboren uit hoogtechnologisch draagmoederschap.

De rechtbank heeft de familierechtelijke betrekkingen en het gezag van twee mannen over hun kind erkend, voortvloeiend uit een draagmoederschapstraject in de VS, en de Amerikaanse geboorteakte van rechtswege erkend.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot wijziging van het gezag over de kinderen toegewezen, omdat de vader hen ongeoorloofd naar Marokko had gebracht en niet in staat was om samen gezagsbeslissingen te nemen.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing naar Emmen afgewezen en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader bepaald.

De rechtbank verleent toestemming aan de vader om met [minderjarige 1] naar Italië te verhuizen en haar in te schrijven op de [naam school 1].

Rechtbank Den Haag wijst het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van verzoekster en haar dochter af, omdat verzoekster haar Nederlanderschap heeft verloren op 1 augustus 2021.

De rechtbank wijst het verzoek van verzoeker tot vaststelling van zijn Nederlanderschap af, omdat hij zijn Nederlanderschap heeft verloren op basis van de Toescheidingsovereenkomst met Suriname.

De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van verzoekster afgewezen, omdat zij geen recht had op de optiemogelijkheid volgens de TOS en er geen andere wettelijke basis was voor haar verzoek.

De rechtbank heeft de vader belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige] na het overlijden van de moeder, in het belang van het kind.

De rechtbank wijst het verzoek van de vader tot teruggeleiding van de minderjarige naar Moldavië af, oordelend dat de moeder niet in strijd heeft gehandeld met het gezagsrecht en recht had om naar Nederland te verhuizen voor haar studie.

De rechtbank gelast de terugkeer van de minderjarige naar Polen, oordeelt dat de vader gezag uitoefent en wijst het verzoek om voorlopige voogdij af.

De rechtbank erkent de Zuid-Afrikaanse adoptie van verzoekster en stelt haar geboortegegevens vast, ondanks het ontbreken van een apostille. De adoptieprocedure voldeed aan de vereisten van het BW.

De rechtbank erkent de Gambiaanse adoptie van [jongmeerderjarige] door verzoekster en gelast inschrijving van de geboorteakte in Nederland.

De rechtbank beëindigt het gezag van de moeder over de minderjarige [minderjarige] en benoemt de opa en oma tot voogden, gezien de ongeschiktheid van de moeder om voor het kind te zorgen.

Rechtbank Den Haag wijst verzoek tot meerderjarige adoptie af wegens niet voldoen aan minderjarigheidsvereiste.

De rechtbank heeft het verzoek om gezamenlijk gezag over twee minderjarigen door de oom en moeder toegewezen, gezien de langdurige zorgrelatie en de instemming van de minderjarige.

De rechtbank heeft voorlopige kinderalimentatie van € 846,- per maand per kind vastgesteld en het verzoek om partneralimentatie afgewezen. De zaak betreft een echtscheiding met toepassing van Japans recht.

De rechtbank heeft het verzoek van de vader tot teruggeleiding van de kinderen naar Turkije afgewezen, oordelend dat de moeder met voorlopig gezag zelfstandig kon beslissen over hun verblijfplaats.

De rechtbank heeft de teruggeleiding van de minderjarige [voornaam minderjarige01] naar Polen gelast, omdat de moeder deze zonder toestemming van de vader naar Nederland heeft meegenomen.

De rechtbank heeft het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige [voornaam minderjarige01] naar Nederland toegewezen, met als uiterste datum 28 november 2023. De zorgen van de vader over de terugkeer zijn niet gevolgd.

De rechtbank heeft het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming toegewezen om gezamenlijk gezag toe te kennen aan de vader en de grootvader van de minderjarige [minderjarige01] na het overlijden van de moeder.

Rechtbank Den Haag gelast de terugkeer van een minderjarige naar Brazilië in een zaak van internationale kinderontvoering, met een uiterlijke datum van 13 november 2023.

De rechtbank Den Haag heeft het verzoek van de vader tot teruggeleiding van zijn kinderen naar Turkije afgewezen, oordelend dat er geen sprake was van ongeoorloofde overbrenging.

De rechtbank gelast de terugkeer van twee minderjarige kinderen naar Algerije, oordelend dat de vader het gezag uitoefent en er geen weigeringsgronden zijn voor teruggeleiding.

De rechtbank ontbindt het geregistreerd partnerschap en bepaalt de hoofdverblijfplaats van het kind bij de man, met een zorgregeling en kinderalimentatie van € 150,- per maand door de vrouw.

Rechtbank Den Haag beslist dat de tweede HPV-vaccinatie van [minderjarige01] moet worden gegeven, ondanks de bezwaren van de moeder. Beide ouders worden verwezen naar ouderschapsbemiddeling.