ECLI:NL:RBDHA:2024:18032
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- A. Emmens
- P. Hillebrand
- Rechtspraak.nl
Ongeoorloofde overbrenging van een minderjarige naar India en verzoek om teruggeleiding
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 4 november 2024 een beschikking gegeven in een internationale kinderontvoeringskwestie. De moeder heeft zonder toestemming van de vader de minderjarige meegenomen naar India, terwijl de minderjarige zijn gewone verblijfplaats in Nederland had. De ouders oefenen gezamenlijk gezag uit over de minderjarige. De rechtbank oordeelt dat de overbrenging ongeoorloofd is in de zin van artikel 3 van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. Aangezien er minder dan één jaar is verstreken tussen de overbrenging en de indiening van het verzoek, komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de minderjarige in India is geworteld. Er zijn geen weigeringsgronden als bedoeld in artikel 13 van het Verdrag, waardoor de rechtbank de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige naar Nederland gelast. De moeder wordt verplicht om de minderjarige uiterlijk op 11 november 2024 terug te brengen naar Nederland, en indien zij dit nalaat, moet zij de benodigde reisdocumenten aan de vader overhandigen zodat hij de minderjarige zelf kan terugbrengen. De rechtbank heeft het verzoek van de vader om de moeder te veroordelen in de kosten afgewezen, omdat deze kosten niet gespecificeerd zijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.