ECLI:NL:RBDHA:2024:3865
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- A.M. Brakel
- A. Emmens
- M. de Kleine
- Rechtspraak.nl
Internationale kinderontvoering en gezag over minderjarige in Polen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot teruggeleiding van een minderjarige, [minderjarige], naar Polen, waar de vader woont. De vader, die de Poolse en Amerikaanse nationaliteit heeft, verzocht om de onmiddellijke terugkeer van zijn kind, dat door de moeder naar Nederland was gebracht. De moeder, die de Malinese nationaliteit heeft, voerde verweer en stelde dat de terugkeer van het kind naar Polen zou leiden tot een onveilige situatie voor haar en het kind, onder andere vanwege huiselijk geweld en de dreiging van strafvervolging in Polen. De rechtbank oordeelde dat de gewone verblijfplaats van [minderjarige] in Polen was en dat de vader het gezag over het kind uitoefende. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren om de terugkeer te verhinderen, en gelastte de terugkeer van [minderjarige] naar Polen uiterlijk op 5 april 2024. De rechtbank wees het verzoek om voorlopige voogdij af, omdat er onvoldoende aanwijzingen waren dat de moeder zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel zou onttrekken. De proceskosten werden gecompenseerd.