Uitspraak
Gezag
[minderjarige], geboren op [geboortedag 1] 2009 in [geboorteplaats] ;
[de vader] ,
Procedure
Feiten
- De vader heeft [minderjarige] erkend.
- De moeder is op [overlijdensdatum] 2023 in [plaats] overleden.
Rechtbank Den Haag
In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2024 geoordeeld over de vraag wie het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige] zal uitoefenen na het overlijden van de moeder. De vader heeft zich via een testamentaire voogdij-zaak tot de rechtbank gewend, waarbij hij verzocht om het gezag over zijn dochter te verkrijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader de juridische vader is van [minderjarige], die op [geboortedag 1] 2009 is geboren. De moeder is op [overlijdensdatum] 2023 overleden, en de vader heeft [minderjarige] erkend. De ouders hebben nooit gezamenlijk het gezag over [minderjarige] laten registreren, waardoor de moeder tot haar overlijden alleen met het gezag belast was.
De rechtbank heeft de relevante wetgeving, met name de artikelen 1:280 en 1:292 van het Burgerlijk Wetboek, in overweging genomen. De moeder had in haar testament bepaald dat de vader als voogd het gezag zou uitoefenen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat voogdij alleen kan worden uitgeoefend door iemand die niet als ouder in familierechtelijke betrekking tot het kind staat. De rechtbank heeft daarom besloten om de vader ambtshalve met het ouderlijk gezag over [minderjarige] te belasten, in het belang van het kind en in overeenstemming met de wens van zowel de vader als [minderjarige].
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend. Deze beschikking is gegeven door mr. A. Emmens, kinderrechter, en is uitgesproken op de openbare zitting van 12 maart 2024.