dhr. mr. drs. J.J.J. Sillen

Rechtbank Oost-Brabant rectificeert einduitspraak inzake Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland. Beroep gegrond, besluit op bezwaar vernietigd.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt het besluit van GS Noord-Brabant inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag van eiseres voor het project "ACT 1". Beroep gegrond, nieuw besluit binnen 12 weken vereist.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt het besluit van GS inzake de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020 wegens onvoldoende motivering.

De rechtbank heeft de aanvraag van eiser voor de Subsidieregeling OP Zuid-Nederland afgewezen wegens onvoldoende inzicht in de rangorde en puntentelling. Het beroep is gegrond verklaard en het besluit op bezwaar is vernietigd.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt de boete van € 24.650,- opgelegd aan eiseres wegens overtredingen van de Meststoffenwet en stelt de boete vast op € 8.397,- na beoordeling van het matigingsbeleid.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie opgelegd aan eiseres door het UWV, omdat re-integratie-inspanningen niet van haar konden worden verwacht gezien de medische situatie van de werknemer.

De rechtbank oordeelt dat het UWV in één zaak ten onrechte geen compensatie heeft toegekend voor transitievergoedingen, maar verklaart een andere zaak niet-ontvankelijk wegens te late indiening. De rechtbank bevestigt de wettelijke bepalingen omtrent compensatie en draagt het UWV op een nieuw besluit te nemen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser recht heeft op WW-uitkering van 1 februari 2021 tot 19 april 2021, vernietigt UWV-besluit en draagt hen op nieuw besluit te nemen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres geen recht heeft op ZW- en WW-uitkeringen en moet € 32.435,72 terugbetalen, wegens gefingeerde dienstbetrekking.

De rechtbank weigert de WW-uitkering aan eiser wegens verwijtbare werkloosheid na een valse bommelding en winkeldiefstal, oordelend dat de weigering niet onevenredig is.

De rechtbank heeft de boete van € 9.863,– voor overtreding van de Meststoffenwet gematigd naar € 9.369,85 wegens overschrijding van de redelijke termijn. Eiser heeft recht op proceskostenvergoeding.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt bestuurlijke boete van € 7.500 aan B.V. wegens overtreding Geneesmiddelenwet; producten zijn voedingssupplementen, niet geneesmiddelen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de maximering van de compensatie van de transitievergoeding door het UWV niet onaanvaardbaar is. Eiseres verliest ongeveer € 7.000, maar de rechtbank vindt de gevolgen niet bijzonder knellend.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres recht heeft op compensatie van de transitievergoeding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ondanks een administratieve vergissing in de opzegdatum.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres niet voldeed aan de Meststoffenwet en bevestigt de opgelegde boete van € 16.869,60.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van UWV wegens onzorgvuldig onderzoek en wijst schadevergoeding toe aan eiseres.

Eiser verzocht om ontheffing van het verbod op nep-IED’s en handgranaten voor trainingen. De minister wees dit af. De rechtbank oordeelt dat er geen redelijk belang is voor ontheffing en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de minister een boete van € 61.955,– voor overtredingen van de Meststoffenwet terecht heeft opgelegd, maar verlaagt deze naar € 53.200,–. Eiser is niet benadeeld door fouten in de besluitvorming.

Rechtbank Oost-Brabant wijst verzoek om smartengeld af wegens verjaring; eiser was in 2009 al op de hoogte van blijvende schade.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om een stimuleringspremie en ontslag. De rechtbank oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt en vernietigt het bestreden besluit.

Rechtbank vernietigt loonsanctie voor kleine werkgever wegens onjuiste re-integratieverslag en herroept het besluit van het Uwv.

De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht een loonsanctie heeft opgelegd aan de werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie opgelegd aan eiseres wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, oordeelt dat het Uwv niet voldoende heeft onderbouwd dat eiseres tekort is geschoten, en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de anticumulatie van de WAZ-uitkering van eiser niet beëindigd kan worden, omdat hij recht had op zowel een ZW-uitkering als een WAZ-uitkering. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank weigert studiefinanciering aan Kosovaarse studente op basis van nationaliteitseis; beroep op hardheidsclausule faalt.

De rechtbank oordeelt dat de toekenning van studiefinanciering aan een Roemeense student met tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet in strijd is met het EU-discriminatieverbod. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een ambtenaar geen recht heeft op doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd, omdat er geen bijzonder geval is zoals bedoeld in artikel 8:2 CAR/UWO. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht een boete heeft opgelegd aan [naam 1] B.V. wegens overtreding van het Arbobesluit na een arbeidsongeval met een heftruck. Eiseres heeft onvoldoende maatregelen genomen om het ongeval te voorkomen.

De rechtbank oordeelt dat het Uwv ten onrechte een loonsanctie heeft opgelegd aan de werkgever, omdat er geen sprake was van nieuw bedongen arbeid. De uitspraak vernietigt het besluit van het Uwv en herstelt de situatie voor de werkgever.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie van het Uwv terecht is opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door de werkgever. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat de aanvraag voor toeslag te laat is ingediend en er geen bijzondere omstandigheden zijn.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie terecht is opgelegd aan de werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer na ziekte.

De rechtbank oordeelt dat verweerder de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser op 35,32% terecht heeft vastgesteld op basis van nieuwe medische gegevens. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt het bestreden besluit en stelt de boete vast op € 75.500,– wegens overtredingen van de Meststoffenwet, met matiging door tijdsverloop.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag tot verlenging van de no-riskpolis voor een werknemer.

De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond en bevestigt de weigering van de WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na disciplinair ontslag.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie terecht is opgelegd aan eiseres wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen in het kader van de Wet WIA.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat er geen onbillijkheid van overwegende aard is bij de weigering van het Uwv om de Wajong-uitkering voort te zetten bij verblijf buiten Nederland.

De rechtbank verklaart het beroep van de SlijtersUnie gegrond, vernietigt het besluit van de burgemeester en verklaart het bezwaar van de SlijtersUnie niet-ontvankelijk.

De rechtbank vernietigt het Dagloonbesluit voor WW-uitkering, omdat het onvoldoende rekening houdt met loondervingsprincipes bij ziekte.

De rechtbank Oost-Brabant heeft het beroep ongegrond verklaard en bevestigd dat de gemeenteraad het verzoek om een referendum over een AZC in 's-Hertogenbosch mocht afwijzen.

De rechtbank vernietigt het strafontslag van een politieambtenaar wegens onvoldoende bewijs van plichtsverzuim en onterecht uitgebreide verwijten in het bestreden besluit.

Eiser, een beveiliger, kreeg strafontslag wegens plichtsverzuim bij alarmreactie. De rechtbank oordeelt dat de straf niet onevenredig is, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser recht heeft op verhoging van zijn WIA-uitkering tot 85% wegens noodzakelijke handreikingen door derden. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant wijst verzoek om kennisneming van politiegegevens af; grootste deel van zwart gelakte passages bevat geen persoonsgegevens van eiser. Kennisneming geweigerd in belang van goede uitvoering van de politietaak.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van eiseres ongegrond, waarbij het perceel als verboden plaats voor honden werd aangewezen na een bijtincident.

De rechtbank oordeelt dat eiser na faillissement als werknemer moet worden aangemerkt en vernietigt het besluit van de verweerder om de aanvraag voor uitkering af te wijzen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de identiteit van de bezwaarmaker na de bezwaartermijn niet kan wijzigen. Beroep gegrond, bezwaar niet-ontvankelijk.