ECLI:NL:RBOBR:2024:1104

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
22/1112EINDUITSPRAAK RECTIFICATIE
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van einduitspraak inzake Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland

Op 28 februari 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met nummer SHE 22/1112, waarin de rechtbank een rectificatie heeft uitgevoerd op haar eerdere einduitspraak van 22 januari 2024. De rectificatie was aangevraagd door de gemachtigde van eiseres op 4 februari 2024, die stelde dat er een verschrijving was gemaakt in de eerdere uitspraak. De rechtbank bevestigde dat in rechtsoverweging 10 en onder een specifiek kopje de term 'minister' ten onrechte was gebruikt, waar 'Gedeputeerde Staten' (GS) had moeten staan. De rechtbank heeft de tekst van de eerdere uitspraak aangepast om deze fout te corrigeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat GS onvoldoende inzicht heeft gegeven in de totstandkoming van de rangorde van de aanvragers en de puntentelling voor eiseres en andere aanvragers. Hierdoor was het besluit onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het gebrek niet was hersteld, ondanks de mogelijkheid die in een tussenuitspraak was geboden. Het beroep van eiseres is gegrond verklaard en het besluit op bezwaar is vernietigd. De rechtbank heeft GS opgedragen het griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden en heeft GS veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2406,25. Deze rectificatie is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 22/1112 EINDUITSPRAAK rectificatie
uitspraak van 28 februari 2024 tot rectificatie van de einduitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 22 januari 2024, SHE 22/1112, in de zaak tussen

[eiseres] uit Gouda (hierna: eiseres)

(gemachtigde: mr. M.R. Hoendermis),
en

het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (hierna: GS)

(gemachtigden: mr. R.E. Gouw en drs. S.M. Koppert).

Procesverloop

1. De gemachtigde van eiseres heeft de rechtbank op 4 februari 2024 verzocht om de
einduitspraak van 22 januari 2024, bekend onder zaaknummer SHE 22/1112, te rectificeren.

Overwegingen

2. De rechtbank stelt vast dat zij in haar einduitspraak van 22 januari 2024 in
rechtsoverweging 10 en onder het kopje “
Beslissing” bij het vijfde en zesde opsommingsstreepje een verschrijving heeft gemaakt. Waar “minister” is vermeld had dat GS moeten zijn.
3. Daarom wijzigt de rechtbank haar einduitspraak van 22 januari 2024 als volgt:
Rechtsoverweging 10 luidde:
“De rechtbank heeft GS in de gelegenheid gesteld om het in de tussenuitspraak
vastgestelde motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. Ook heeft de rechtbank GS in overweging gegeven om eiseres krachtens artikel 7:2 van de Awb in beginsel te horen, wanneer de minister gebruik maakt van de gelegenheid om het aangegeven motiveringsgebrek te herstellen.”
en wordt vervangen door:
“De rechtbank heeft GS in de gelegenheid gesteld om het in de tussenuitspraak
vastgestelde motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen. Ook heeft de rechtbank GS in overweging gegeven om eiseres krachtens artikel 7:2 van de Awb in beginsel te horen, wanneer GS gebruik maakt van de gelegenheid om het aangegeven motiveringsgebrek te herstellen.”
Onder het kopje “
Beslissing” bij het vijfde en zesde opsommingsstreepje stond:

draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden;

veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2406,25.”
en wordt vervangen door:

draagt GS op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden;

veroordeelt GS in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2406,25.”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke einduitspraak gehecht.

Beslissing

De rechtbank rectificeert haar einduitspraak van 22 januari 2024, SHE 22/1112, als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.D.M. Michael, voorzitter, en mr. H.M.H. de Koning en mr. J.J.J. Sillen, leden, in aanwezigheid van P.L.M.M. Mulders, griffier. De uitspraak is geschied in het openbaar op 28 februari 2024.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: