dhr. mr. E. Dijt

De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 3.640,28 na intrekking van het hoger beroep in een WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af wegens gebrek aan objectieve vrees voor partijdigheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 27 juni 2022; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt.

De Raad bevestigt de herziening en terugvordering van de WIA-uitkering van appellant wegens schending van de inlichtingenplicht. Een boete van € 40,- is terecht opgelegd. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv het verzoek om herziening van een besluit inzake WIA-uitkering terecht heeft afgewezen, maar dat de rechtbank geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken, wat wel moet gebeuren.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens gebrek aan oorzakelijk verband met terugvorderingsbesluiten WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning ZW-uitkering van € 63,99, ondanks geschonden hoorplicht. Verzoek om schadevergoeding afgewezen, proceskosten van € 2.721,- vergoed.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering van € 56.214,51 wegens niet voldoen aan inkomenseis. Geen dringende redenen om van herziening en terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat geselecteerde functies passend zijn en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante terecht heeft gecontinueerd op 60,56% arbeidsongeschiktheid. Proceskostenvergoeding van € 5.185,50 toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de hervatting van de WAO-uitkering van appellant per 8 januari 2022, na beëindiging wegens niet-naleving van de inlichtingenplicht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellant op 38,13% per 10 februari 2022, na beoordeling van het hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht een WIA-voorschotuitkering heeft teruggevorderd van appellant, omdat de hoogte van het inkomen correct is vastgesteld en het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van te veel betaalde WIA-voorschotten door Uwv; geen dringende redenen voor matiging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering van appellant wegens schending inlichtingenplicht. Uwv moet kosten van bezwaar vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv om een verzoek om terug te komen op een onjuist toerekeningsbesluit af te wijzen, en oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van appellante.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep van appellante gegrond inzake de toerekening van WGA-uitkering, die ten onrechte was toegewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onterecht weigerde WGA-uitkering met terugwerkende kracht te herzien na erkenning van onjuiste grondslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de toerekening van de WGA-uitkering aan appellante heeft gehandhaafd en vernietigt het besluit. Uwv moet opnieuw beslissen en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over WGA-uitkering; Uwv moet nieuw besluit nemen met belangenafweging.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening van WAO-uitkering af wegens onredelijke termijn van indiening.

De WIA-uitkering van appellant is terecht geschorst en ingetrokken omdat hij niet op het spreekuur van de verzekeringsarts verscheen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking van alle rechters niet in behandeling wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 17 september 2018 wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Beroep van appellante ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de ZW-uitkering van appellante onterecht heeft beëindigd zonder zorgvuldig medisch onderzoek. Uwv moet het gebrek herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 57,82% en de geschiktheid van geselecteerde functies. Hoger beroep slaagt niet.

Verzoek om wraking niet in behandeling genomen omdat het verzoek na de einduitspraak is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 22 maart 2023. Appellante kan geselecteerde functies vervullen volgens de FML. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 41,61% per 4 januari 2018, vastgesteld door het Uwv, en wijst het hoger beroep van appellante af.

De Centrale Raad van Beroep heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 52,52% bevestigd en eerdere besluiten van het Uwv vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Schadevergoeding is afgewezen, proceskosten zijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld tot € 3.937,50 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend aan appellante, maar dat het medisch onderzoek in de bezwaarfase niet zorgvuldig was. Proceskostenveroordeling aan Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WW-uitkering van € 29.150,37, onterecht ontvangen door appellante, en oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld.

De Raad voor de Rechtspraak wijst het verzoek om schadevergoeding af, oordelend dat betrokkene geen recht heeft op 100% loon in het derde ziektejaar, maar slechts op 70%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering Wajong-uitkering na criminele activiteiten van appellant. Schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding; eerdere weigering WIA-uitkering niet onrechtmatig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant per 1 december 2020; medische beperkingen niet toegenomen. Uwv correct in besluitvorming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens te late beslissing op WIA-aanvraag en geen loonsanctie. Appellant heeft geen schade geleden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten over WAO-uitkering van appellant, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de inhouding van € 629,01 op de WAO-uitkering van appellante, oordeelt over schending hoorplicht, en veroordeelt Uwv in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de ZW-uitkering van appellante heeft beëindigd per 30 september 2016, omdat er onvoldoende geschikte functies waren. De Raad herstelt de uitkering en veroordeelt het Uwv tot schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 75,62% heeft vastgesteld per 23 augustus 2018. De deskundige werd niet gevolgd in zijn conclusies. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WW-uitkering van betrokkene over een bepaalde periode moet worden meegenomen in de berekening van het WIA-dagloon. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en goed onderbouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WAO-uitkering van appellante, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat de door het Uwv geselecteerde functies geschikt zijn voor appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 51,12% door het Uwv, en oordeelt dat appellante niet als medische afzakker kan worden aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de berekening van het WIA-dagloon, die loonloze periodes meerekent, discriminerend is. Het Uwv moet het dagloon herberekenen en de WIA-uitkering aanpassen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de berekening van het WIA-dagloon, die loonloze periodes meerekent, discriminerend is. Het Uwv moet het dagloon opnieuw berekenen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het WIA-dagloon van appellant opnieuw moet berekenen, waarbij loonloze periodes buiten beschouwing worden gelaten, wegens discriminatie. De Staat wordt veroordeeld tot schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om wraking niet-ontvankelijk wegens te late indiening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de vaststelling van het dagloon van appellante op € 123,74 na ouderschapsverlof, en oordeelt dat het Uwv dit terecht heeft gedaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding in WAO-zaak; besluit van 28 september 2020 niet onrechtmatig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een IVA-uitkering toe te kennen aan J. Bergwerff, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon op € 71,74 door het Uwv, appellant heeft niet aangetoond dat hij recht had op een hoger loon.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het bestreden besluit niet deugdelijk heeft gemotiveerd en draagt het Uwv op om het gebrek te herstellen binnen zes weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het gebrek in de medische beoordeling heeft hersteld en vernietigt de eerdere uitspraak, met veroordeling van het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af; verzoeker had geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de behandelend rechter.

Verzoek om wraking van rechters in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening.

Verzoek om wraking afgewezen; geen aanwijzingen voor partijdigheid van de rechter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Geschiktheid van geduide functies is niet in twijfel getrokken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 15 maart 2021, oordelend dat zijn medische beperkingen niet zijn toegenomen sinds de WIA-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 77,32% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 3.961,53.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van betrokkene per 12 april 2020, oordelend dat coronamaatregelen geen invloed hebben op de functieselectie door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Uwv van vergoeding allriskverzekering voor auto ouder dan vijf jaar.

Hoger beroep over WIA-uitkering en kostenvergoeding bezwaar. Geen wijziging rechtspositie, dus geen herroeping en geen kostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht toeslag WIA-uitkering herzien en teruggevorderd heeft. Appellant heeft inlichtingenverplichting niet geschonden. Proceskostenvergoeding van € 5.372,- toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat Uwv terecht geen 35% arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering met verkorte wachttijd toe te kennen aan werknemer, omdat herstel van belastbaarheid niet uitgesloten is.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een IVA-uitkering toe te kennen, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Appellant heeft recht op een WGA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat het Uwv niet tegemoet is gekomen aan het beroep van appellant. Appellant trok het hoger beroep in, maar de Raad zag geen grond voor vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet volledig arbeidsongeschikt was bij aanvang van de verzekering en dat het Uwv een nieuwe beslissing moet nemen over haar WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellant op 39,14% door het Uwv, na beoordeling van medische rapporten en argumenten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag op grond van artikel 3 van de Toeslagenwet voor appellant in Marokko, zonder bijzondere omstandigheden.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. Immateriële schade niet onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,39% per 24 maart 2020, omdat appellant niet meewerkte aan medisch onderzoek. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, ondanks haar bezwaren over medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de ingangsdatum en hoogte van de uitkering correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding aan appellant, die € 5.017,22 aan kosten vergoed krijgt van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% is vastgesteld, met beëindiging van haar WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskostenvergoeding na intrekking hoger beroep inzake WIA-uitkering. Uwv veroordeeld tot vergoeding van € 875,- en griffierecht van € 136,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering herziening WAO-uitkering; toegenomen arbeidsongeschiktheid niet binnen vijf jaar na herziening.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv proceskosten van appellant moet vergoeden na intrekking hoger beroep, totaal € 5.323,83.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek om herziening WAO-uitkering ongegrond is, er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet aanmaande binnen de referteperiode voor overuren, waardoor het Uwv de WIA-uitkering correct heeft vastgesteld.

Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering wegens onvoldoende medisch onderzoek en toegenomen klachten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom geen medisch onderzoek is uitgevoerd bij de weigering van de WIA-uitkering aan appellante. Het Uwv moet het gebrek herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van zijn laatst verdiende loon. De medische beoordeling door het Uwv wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante per 11 februari 2021, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was, ondanks beeldverbinding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de FML adequaat is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WAO-toeslag, oordeelt dat appellante niet in Nederland woonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant wegens voldoende verdiencapaciteit en juiste medische beoordeling van epilepsie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt vaststelling dagloon Ziektewet op € 116,11 door Uwv; eerdere uitspraak rechtbank vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,8% per 20 augustus 2020, ondanks zijn bezwaren over medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de vervolguitkering en wijst verzoek om schadevergoeding af, met proceskostenveroordeling van € 3.062,50 voor appellante.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten na intrekking van hoger beroep door appellante, met een totale vergoeding van € 7.318,73.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Schadevergoeding van € 3.500,- toegekend aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van rechters afgewezen, omdat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. Een volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

De Raad oordeelt dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant onzorgvuldig heeft vastgesteld en geeft opdracht tot herstel van de medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter niet in behandeling genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel, vastgesteld op 22 januari 2024.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep heeft herhaald verzoek om wraking van de wrakingskamer niet in behandeling genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel op 12 januari 2024.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid van betrokkene op 8 april 2020 niet duurzaam was, ondanks eerdere gegronde beroepen. Hoger beroep van het Uwv slaagt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een lichamelijk onderzoek niet nodig was bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante.

Tussenuitspraak over de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van appellant te heropenen, met nadruk op de authenticiteit van een door appellant overgelegd document.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen wijziging is in de arbeidsongeschiktheid van appellant na herbeoordeling. Nieuwe klachten zijn niet verzekerd en komen niet voort uit dezelfde ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over IVA-uitkering voor werkneemster; geen volledige arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Uwv veroordeeld in proceskosten van werkgever.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over de verjaring van vorderingen van het Uwv. Appellant moet zich tot de burgerlijke rechter wenden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 43,70% en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 53,09% en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv appellant terecht in arbeidsongeschiktheidsklasse 25-35% heeft ingedeeld. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 12 april 2021, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat de geselecteerde functies geschikt zijn voor appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant 33,20% arbeidsongeschikt is en recht heeft op een WAO-uitkering in de klasse 25 tot 35%.

De Raad bevestigt de intrekking van de WAZ-uitkering en toeslag van appellant wegens inkomsten uit hennepteelt en werkzaamheden in meubelzaken, zonder dringende redenen om van intrekking af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen privaatrechtelijke dienstbetrekking had, waardoor WIA- en ZW-uitkering terecht zijn herzien en ingetrokken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het dagloon van betrokkene voor de Ziektewet terecht op € 26,06 heeft vastgesteld, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep van betrokkene tegen de WAZ-uitkering ongegrond verklaard en de terugvordering van € 4.968,98 door het Uwv bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom het niet terugkomt van de beëindiging van de WAO-uitkering van appellant, en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de WAO-uitkering van appellant heeft herzien en teruggevorderd wegens inkomsten uit hennepteelt. De maandelijkse inhouding van € 331,36 is correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WIA-uitkering van appellante terecht is ingetrokken; Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 4.185,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon op €26,71 na een auto-ongeluk, zonder ruimte voor afwijkingen door persoonlijke omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellante slaagt niet in verzoek om terug te komen van besluiten WIA uit 2006 en 2009.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herzieningsverzoek van Uwv inzake IVA-uitkering. Appellant onderbouwt niet dat intrekking onjuist was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA- en ZW-uitkering aan appellante, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellante geschikt is voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd inzake verzoek om herziening van wrakingsbeslissing. Geen mogelijkheid tot herziening van wrakingsbeslissing volgens de Awb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellant slaagt er niet in nieuw bewijs te leveren voor wijziging arbeidsongeschiktheidsdag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, omdat hij de wachttijd van 104 weken niet heeft vervuld en geen medische onderbouwing voor arbeidsongeschiktheid heeft geleverd.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af wegens misbruik van het wrakingsmiddel. Volgend verzoek wordt ook niet in behandeling genomen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoeker af, omdat er geen concrete feiten zijn die de onpartijdigheid van de behandelend rechter onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag WGA-uitkering op basis van artikel 3 Toeslagenwet; geen disproportionele gevolgen voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de maatregel van 25% korting op WGA-uitkering van appellant wegens onvoldoende medewerking aan re-integratieverplichtingen.

Appellante verzocht om terug te komen van een besluit dat haar geschikt verklaarde voor eigen werk. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten waren en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld in de WIA-zaak en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA- en IVA-uitkering met ingangsdatum van een jaar voor aanvraag. Geen bijzondere omstandigheden voor terugwerkende kracht vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de WIA-uitkering, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en geen twijfels oproept.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid niet volledig en duurzaam is. Verbetering van belastbaarheid door behandeling is te verwachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; functies zijn medisch geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. Uwv en Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de evenredige verlaging van daglonen bij samenloop van WW-uitkeringen. Appellant's hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van laptop aanvraag op grond van WOOS; Staat veroordeeld tot € 500,- schadevergoeding wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt onrechtmatigheid van besluiten Uwv, maar wijst verzoek om schadevergoeding af wegens gebrek aan bewijs voor immateriële schade.

Centrale Raad bevestigt terugvordering WAO-uitkering op basis van inkomsten uit arbeid. Appellante kon niet aantonen dat zij onder dwang handelde of dat de inkomsten niet aan haar toebehoorden. Geen dringende redenen voor afzien van terugvordering.

Centrale Raad van Beroep weigert WIA-uitkering aan appellant na medisch onderzoek in Turkije; besluit is zorgvuldig genomen en arbeidsongeschiktheid is correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellant op 73,14% en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond, bevestigt dat Uwv arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, ondanks zorgvuldigheidsgebrek in besluitvorming door Uwv. Proceskosten van € 2.929,50 worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv het dagloon van appellante correct heeft vastgesteld op € 97,43, zonder ruimte voor een medische afzakker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van appellant op € 62,53 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon van € 38,24 in het kader van de Wet WIA, met 30 april 2018 als eerste arbeidsongeschiktheidsdag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante wegens gebrek aan toegenomen beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het UWV terecht een WIA-uitkering aan appellant heeft geweigerd, omdat zijn beperkingen tot 28 juli 2016 niet zijn toegenomen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechters niet in behandeling genomen, omdat het verzoek niet voldoende gemotiveerd was.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening van WAO-uitkering af, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangedragen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over arbeidsongeschiktheid na bedrijfsongeval. Hoger beroep gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd. Schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onverschuldigde WIA-uitkering van € 14.339,95 door Uwv en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek in WIA-zaak niet zorgvuldig was. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek naar arbeidsongeschiktheid voldoende zorgvuldig was en de WIA-uitkering van appellant terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing WIA-uitkering; Uwv onvoldoende gemotiveerd dat wachttijd is gestuit op 6 augustus 2018. Proceskostenveroordeling van € 3.348,-.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de medische beoordeling correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante, o.b.v. arbeidsvermogen en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank over de WAO-uitkering van een verpleegkundige, geen toename van medische beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 19 februari 2019 en wijst het verzoek om een deskundige af.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang; verzoek om schadevergoeding afgewezen. Uwv veroordeeld tot vergoeding wettelijke rente en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellante, omdat haar medische beperkingen niet zijn toegenomen sinds de eerdere beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt vaststelling dagloon ZW-uitkering op € 191,90; artikel 12e Dagloonbesluit niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het dagloon voor de Wazo-uitkering correct heeft vastgesteld op € 81,31 en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het WIA-dagloon, dat door de startersregeling van de WW is verlaagd. Appellante's hoger beroep wordt afgewezen.

Hoger beroep over loon tijdens vakantie en dagloonberekening. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 45,05% en de toekenning van WGA-uitkering, na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoekster af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters.

Hoger beroep over WIA-uitkering en controleerbaarheid van het CBBS. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst beroepsgronden af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant en oordeelt dat Uwv arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld op minder dan 35%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen Uwv; integrale kostenvergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongewijzigde voortzetting van de ZW-uitkering van ex-werkneemster; medisch onderzoek zorgvuldig, geen twijfel aan belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op minder dan 35% en de toekenning van WGA-uitkering tot 21 september 2020.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 71,97% na ongeval, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is voor extra beperkingen in de FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op WIA-uitkering na herbeoordeling; voldoende zorgvuldig medisch onderzoek en appellant heeft geen nadere informatie aangeleverd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Er zijn mogelijkheden voor re-integratie en verbetering van zijn situatie.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening en schadevergoeding af; geen nieuw feit aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 66,91% in het kader van de Wet WIA. Hoger beroep niet geslaagd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene op 80 tot 100%, waardoor de WIA-uitkering wordt voortgezet. Hoger beroep van werkgever ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het WIA-dagloon op € 134,71, waarbij WW-uitkering niet wordt meegeteld, en oordeelt dat de keuze voor de loon-in-systematiek legitiem is.

Hoger beroep over de toekenning van een IVA-uitkering aan een werkneemster na een auto-ongeval. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon van een profvoetballer in het kader van de WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld en er geen discriminatie is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat medische beoordeling adequaat is en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant; medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en functies zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de dagloonvaststelling van het Uwv in het kader van de Wet WIA, zonder ruimte voor afwijkingen. Appellant's argumenten over referteperiode en vakantiedagen worden verworpen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het dagloon van appellante correct is vastgesteld volgens de Wet WIA, waarbij periodes van minder loon invloed hebben op de hoogte van de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering van appellant wegens tbs met dwangverpleging. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de functie van elektronicamonteur niet geschikt is voor de werknemer, waardoor de WGA-loonaanvullingsuitkering wordt voortgezet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van loonsanctie; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant per 25 februari 2019, oordeelt dat appellant arbeidsgeschikt was voor zijn functie als commercieel medewerker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering terecht is geweigerd; appellant is arbeidsgeschikt bevonden na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAO-uitkering van appellant die inkomsten als zelfstandige verrekende. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 37,71% en oordeelt dat het Uwv adequaat heeft gehandeld. Proceskosten van appellant worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op een WGA-uitkering van 100% per 26 februari 2018, wegens onvoldoende onderbouwing van arbeidsongeschiktheid door het Uwv.

Centrale Raad oordeelt dat WAZ-uitkering van appellant vanaf 23 mei 2016 en 23 april 2018 moet worden uitbetaald naar 80-100% arbeidsongeschiktheid, vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant per 28 oktober 2018; medische beoordeling door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen aanleiding is om de afwijzing van de WIA-uitkering per 16 februari 2015 te herzien.

De Centrale Raad van Beroep heeft de wrakingsverzoeken van verzoekster tegen H. Lagas en T. Avedissian niet in behandeling genomen, omdat deze verzoeken niet voldoen aan de wettelijke vereisten.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen sprake is van vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning ZW-uitkering aan betrokkene; geen benadelingshandeling door opzegging arbeidsovereenkomst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van de WAO-uitkering van appellante correct is vastgesteld op 17 mei 2017, zonder bijzonder geval.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens geen toegenomen arbeidsongeschiktheid uit dezelfde ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn psychische klachten niet zijn verergerd ten opzichte van eerdere beoordelingen.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de uitspraak van 9 februari 2022 vervallen, omdat verzoeker de kennisgeving voor de zitting niet heeft ontvangen. De zaak wordt opnieuw behandeld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid duurzaam is. Besluit van het Uwv wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 72,26% na herbeoordeling door het Uwv, waarbij geen medische onderbouwing voor fysieke klachten is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering en dat ZW-uitkering terecht is beëindigd.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering. Appellant is niet aangemerkt als medische afzakker. Verzoek om Amber-beoordeling afgewezen wegens gebrek aan bewijs.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv psychische klachten appellant moet betrekken bij WIA-beoordeling en nieuwe FML moet opstellen. Uwv niet aangetoond dat klachten niet uit dezelfde ziekteoorzaak voortkomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het bedrag van de 30%-regeling niet heeft meegenomen bij de berekening van het WW-dagloon, omdat dit een eindheffingsbestanddeel is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de betaling voor overwerk in maart 2015 niet aan de referteperiode heeft toegerekend, omdat appellant niet kon aantonen dat het loon niet inbaar was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de nabetaling van € 4.572,96 niet in de dagloonberekening heeft meegenomen, omdat appellante niet aantoonde dat het loon inbaar was tijdens de referteperiode.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen feiten zijn die wijzen op vooringenomenheid van de rechters.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om wraking niet-ontvankelijk wegens te late indiening door verzoekers.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om wraking niet-ontvankelijk wegens onvoldoende voortvarend handelen door verzoekster.

Tussenuitspraak over de weigering van het Uwv om met terugwerkende kracht terug te komen van een toerekeningsbesluit in het kader van de WIA.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het WW-dagloon van betrokkene correct is vastgesteld op € 61,50, ondanks eerdere tegenstrijdige uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden na eerdere afwijzing.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en veroordeling Uwv in proceskosten. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn vastgesteld op € 1.000,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellant op 1 november 2018 niet duurzaam is, en oordeelt dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat appellant recht heeft op een WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering van appellant, oordelend dat Uwv medische situatie correct heeft beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat voor het feitelijk verdiende loon geen fictieve loonwaarde kan worden gesteld en dat een theoretische schatting van arbeidsongeschiktheid moet plaatsvinden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat appellante geen benutbare mogelijkheden had. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de ZW-uitkering van appellante is beëindigd en draagt het Uwv op het gebrek te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een motiveringsgebrek heeft in de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante en draagt het Uwv op dit binnen zes weken te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over herziening ZW- en WIA-dagloon; schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek in de bezwaarfase niet zorgvuldig is uitgevoerd en geeft het Uwv opdracht om het gebrek in het besluit te herstellen.

Appellante krijgt WGA-vervolguitkering van 42% van het minimumloon. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de arbeidsongeschiktheid van appellant correct is vastgesteld op 60,59% en dat hij recht heeft op een WGA-vervolguitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die 36,66% is vastgesteld. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep herziening WAO-uitkering appellant van 55-65% naar 65-80% terecht. Voldoende zorgvuldig medisch onderzoek, geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant niet deugdelijk is gemotiveerd en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Wrakingsverzoek van verzoekster na uitspraak in hoger beroep wordt niet in behandeling genomen, omdat het verzoek is gedaan na de einduitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Appellante krijgt recht op WGA-uitkering en schadevergoeding van € 2.500,-.

Verzoek om wraking afgewezen; geen aanwijzingen voor vooringenomenheid van de rechter.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat procedurele beslissingen geen grond vormen voor wraking. Verzoeker had onvoldoende bewijs van vooringenomenheid van de rechters.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon door het Uwv in het kader van de Ziektewet, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak bevestigt.

Hoger beroep van het Uwv tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg over de WIA-uitkering van betrokkene. De rechtbank oordeelde dat aanvullend onderzoek noodzakelijk was. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en verwierp het hoger beroep van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de gratificatie en schikkingsvoorstel CAO ten onrechte heeft meegenomen bij de vaststelling van het gemiddelde inkomen voor de WIA-uitkering. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn vastgesteld op € 2.500,-. Proceskostenveroordeling aan Uwv en Staat.

Centrale Raad van Beroep heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv. Proceskostenveroordeling van € 4.061,07 aan appellant.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet WIA en bevestigt de vastgestelde percentages van 39,83% en 48,27%, maar vernietigt het bestreden besluit van het Uwv wegens onzorgvuldigheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over arbeidsongeschiktheid betrokkene, oordeelt dat Uwv nieuwe beslissing moet nemen met aangepaste urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 37,86% heeft vastgesteld. Het beroep wordt gegrond verklaard en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering van appellant over april 2019, na controle van inkomsten door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht de arbeidsongeschiktheid van appellant op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WIA-uitkering heeft geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de toeslag van appellante heeft ingetrokken en teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de vaststelling van het WIA-dagloon en de inbaarheid van loonvordering van appellant.

Centrale Raad van Beroep weigert WIA-uitkering wegens gebrek aan toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar. Schadevergoeding van € 2.000,- voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv onterecht de periodeloonvergelijking heeft toegepast bij de berekening van de WAO-uitkering van betrokkene, die zowel inkomen uit loondienst als zelfstandige arbeid heeft.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat procedurele beslissingen geen grond voor wraking kunnen zijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart herzieningsverzoek om WAO-uitkering niet-ontvankelijk wegens gebrek aan nieuwe feiten en te late indiening.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang en wijst schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WAO en Wajong uitkeringen, oordeelt over medische geschiktheid en ingangsdatum, en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet meer voldoet aan de criteria voor een urenbeperking en dat haar WIA-uitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het Uwv en draagt hen op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de rechtmatigheid van uitkeringen en inlichtingenverplichting van appellant in het kader van WIA en ZW.

Hoger beroep van appellante over IVA-uitkering en dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat er onvoldoende bewijs is voor een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag dan 24 maart 2017.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de datum in geding voor de WIA-uitkering op 6 juni 2018 en oordeelt dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige beoordeling van appellante onderschreven.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van de verzoeker niet in behandeling genomen wegens gebrek aan motivatie. De verzoeker heeft geen feiten aangedragen die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van appellant op 11 maart 2017 is vastgesteld. Incidenteel hoger beroep van het Uwv niet-ontvankelijk verklaard. Proceskosten van appellant vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat stagevergoeding niet als loon geldt voor dagloonberekening WIA-uitkering. Eerdere uitspraak vernietigd en Uwv opgedragen nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv over de arbeidsongeschiktheid van appellante en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat toegenomen arbeidsongeschiktheid van appellante voortkomt uit een andere ziekteoorzaak dan eerder vastgesteld, met een arbeidsongeschiktheid van 61,68%.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling tot € 4.704,14.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van een analfabete werknemer correct heeft beoordeeld en voldoende functies heeft kunnen duiden.

Appellante verliest hoger beroep over WIA-uitkering; rechtbank oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en FML correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Appellante heeft haar hoger beroep ingetrokken na een gewijzigde beslissing van het Uwv. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten en immateriële schadevergoeding van € 2.000,-.

De Centrale Raad van Beroep wijst de verzoeken om wraking van de behandelend rechter af, omdat verzoekers geen feiten hebben aangedragen die wijzen op vooringenomenheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen WIA-besluit gegrond, met in stand houden van rechtsgevolgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek herziening IVA-ingangsdatum; geen nieuwe medische gegevens overgelegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over verlaging WGA-vervolguitkering en bevestigt arbeidsongeschiktheid van 45-55%. Uwv moet schadevergoeding en proceskosten betalen aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering aan appellante, op basis van deskundigenrapportage en herstelkansen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen beëindiging WIA-uitkering niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding, zonder verschoonbare reden.

Hoger beroep over de verrekening van een eenmalige tegemoetkoming met ZW-uitkering. De Raad bevestigt dat de verrekening rechtmatig is en het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de WIA-uitkering van appellant beëindigde en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WIA-uitkering van appellante, ondanks mogelijke onjuistheid van diagnose PTSS. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 63,50% en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellante verliest hoger beroep tegen Uwv over ZW-uitkering; geen gerechtvaardigde verwachting over hoogte uitkering na zelfstandige werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante opnieuw in aanmerking te brengen voor een WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Uwv moet appellante € 1.889,- vergoeden, Staat € 111,-. Proceskosten van € 5.930,- voor Uwv.

Appellant gaat in hoger beroep tegen de vaststelling van zijn WIA-dagloon. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak dat het Uwv de WW-uitkeringen buiten beschouwing heeft gelaten, omdat deze na de referteperiode zijn betaald. De beroepsgrond van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en conclusies van verzekeringsartsen zijn juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van appellante op basis van de Wet WIA, waarbij de referteperiode bepalend is voor het welvaartsniveau.

Hoger beroep over de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid en de hoogte van het WIA-dagloon. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Appellante verzocht om vergoeding voor rijlessen, maar het Uwv oordeelde dat rolstoeltaxi de goedkoopste adequate voorziening is. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de wrakingsbeslissing van 23 april 2021 vervallen wegens schending van procesrecht, omdat verzoekster niet op de hoogte was van de zitting.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte geen ZW-uitkering is toegekend na ziekmelding. De Raad herroept het besluit van het Uwv en kent appellant per 27 juni 2018 een ZW-uitkering toe.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische beoordeling van het Uwv juist is en dat de geselecteerde functies geschikt zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor functie opruimer-schoonmaker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van geschiktheid voor WIA-functies, ondanks medicijngebruik.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht niet terugkwam op besluit WAO-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft vastgesteld en weigert de WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en de WIA-aanvraag terecht is afgewezen. Terugvordering van voorschotten door het Uwv is gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak dat appellante geen recht heeft op Wajong-uitkering, wegens onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid in de relevante periode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de eindejaarsuitkering terecht buiten de dagloonvaststelling heeft gelaten, omdat deze na de referteperiode werd uitbetaald.

Hoger beroep over de hoogte van het WIA-dagloon. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de hoogte van het dagloon terecht heeft vastgesteld op € 100,09.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat deskundige zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen aanleiding is voor een andere deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA-vervolguitkering aan appellant, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat de herberekening van het maatmanloon correct was. Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht weigerde om een Wajong-uitkering toe te kennen op basis van duuraanspraken-jurisprudentie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant slaagt er niet in om aan te tonen dat aan de vereisten van een dienstbetrekking is voldaan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de ingangsdatum en grondslag van de WAZ-uitkering correct heeft vastgesteld. Beroep tegen bestreden besluiten ongegrond verklaard.

Hoger beroep tegen Uwv over arbeidsongeschiktheidsdag; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegewezen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere WAO-uitspraak afgewezen, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen.

Verzoek om wraking afgewezen; vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering. Uwv heeft arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 63,01%. Beroep ongegrond verklaard, Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geschiktheid voor deelfunctie medewerker div voldoende is voor hersteldverklaring, ondanks lagere urenomvang dan laatst verrichte arbeid. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

Hoger beroep van appellante tegen intrekking en terugvordering van uitkeringen wegens gefingeerd dienstverband. Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv voldoende bewijs heeft geleverd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond inzake WIA-uitkering; bewijsrisico ligt bij betrokkene.

Hoger beroep ongegrond; afwijzing verhoging toeslag op WAO-uitkering door Uwv bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering van appellant wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep tegen bestreden besluit II ongegrond. Schadevergoeding van € 2.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en wijst het hoger beroep van appellant af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering, omdat hij op 28 februari 2018 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was.

Hoger beroep over WIA-uitkering; zorgvuldigheid medisch onderzoek door niet-geregistreerde arts in twijfel getrokken. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over inkomensverrekening bij WW-uitkeringen en wijst schadevergoeding toe aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat de periodeloonvergelijking rechtmatig is en geen onevenredige last oplevert.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant inkomsten uit hennepkwekerij heeft genoten. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld na val, en dat de WGA-vervolguitkering van 68,49% ongewijzigd blijft.

Hoger beroep over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van een ex-werknemer. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de ingangsdatum niet eerder kan zijn dan 9 april 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de rechtsverhouding tussen appellante en [naam B.V. 3] geen privaatrechtelijke dienstbetrekking is, maar een overeenkomst van opdracht. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. omdat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de werkzaamheden van appellante geschikt zijn voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep wijst wrakingsverzoek toe wegens objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep weigert WW-uitkering aan appellante wegens onvoldoende inkomstenverlies na vermindering arbeidsuren. De wetgever's systematiek van inkomensverrekening wordt bevestigd.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning WGA-vervolguitkering van 69,20% aan appellant na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellant, die onvoldoende arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt eerdere besluiten Uwv en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt, functies zijn medisch passend.

Verzoek om wraking van de rechters niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het wrakingsverzoek.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter afgewezen, omdat er geen bewijs van vooringenomenheid was.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het verzoek.

Verzoek om wraking door verzoekster afgewezen wegens misbruik van recht. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoeker af, omdat er geen blijk van vooringenomenheid is en verzoeker misbruik maakt van de wrakingsprocedure.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het WIA-dagloon correct heeft vastgesteld op basis van de WW-uitkering en loon van appellant, zonder het loon uit april 2015 mee te tellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ingangsdatum WAO-uitkering correct is vastgesteld op 28 november 2017, geen bijzonder geval aanwezig.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om heropening WAO-uitkering af; intrekking was terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de Wajong-uitkering van appellant verlaagde, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam was. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

Hoger beroep over vergoeding kosten deskundige in WIA-zaak; de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om proceskosten af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante had arbeidsvermogen op 18e verjaardag en in vijf jaar daarna.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; geen spoedeisend belang aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de FML van 16 januari 2018 adequaat rekening houdt met de klachten van appellante. Uwv moet het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat de medische beoordeling voldoende gemotiveerd is en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, waarbij de toepassing van artikel 37 en 39a van de WAO aan de orde was.

Appellant verliest hoger beroep tegen beëindiging Ziektewetuitkering; geen nieuwe feiten aangetoond. Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de pijnklachten van appellant bij de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Hoger beroep over de berekening van het in aanmerking te nemen inkomen bij WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv de juiste berekeningswijze heeft toegepast en dat de keuze van appellant om EPS voor andere doeleinden in te zetten, de reden is voor het lagere bedrag aan EPS.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over arbeidsongeschiktheid. Uwv heeft geen nieuwe feiten aangetoond. Hoorrecht geschonden. Hoger beroep afgewezen, Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, oordeelt dat WIA-dagloon correct is vastgesteld en geen IVA-uitkering is toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van kapster na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante is in staat haar werk te verrichten ondanks knie- en voetklachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over dagloon en vakantietoeslag, stelt dagloon vast op € 94,05 en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen wegens geen toename van beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de scootmobiel van appellant een adequate voorziening is voor woon-werkverkeer, maar het Uwv onvoldoende motiveert waarom appellant geen vervoersvoorziening voor reizen buiten zijn gemeente krijgt. Uwv moet het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAZ-uitkering wegens gebrek aan bewijs van arbeidsongeschiktheid gedurende 52 weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering wegens duurzame arbeidsongeschiktheid door Q-koortsvermoeidheidssyndroom, en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WGA-vervolguitkering van appellant moet herzien vanwege een ontoereikende medische grondslag en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering en terugvordering voorschot door Uwv; appellant slaagt niet in bewijs voor dienstbetrekking.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid van appellante met long- en psychische klachten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op het besluit van 10 december 2012 inzake WAO-uitkering, er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante op basis van een juiste medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant na zorgvuldige medische beoordeling en toetsing aan het arrest Korošec.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van ZW- en WIA-uitkeringen wegens schending inlichtingenverplichting door appellante met inkomsten uit hennepkwekerij.

Centrale Raad van Beroep bevestigt recht op IVA-uitkering voor betrokkene na hoger beroep van Uwv, oordeelt dat volledige arbeidsongeschiktheid duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van toeslag en boete wegens schending inlichtingenplicht door appellant met betrekking tot ABP-pensioeninkomsten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 59,58% en oordeelt dat de medische grondslag van het Uwv toereikend is.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid toegewezen op basis van nieuwe medische informatie, en de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 44,11%.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld vanaf 5 juli 2013.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de medische ontwikkelingen niet correct heeft beoordeeld bij de WIA-uitkering van appellante. Het Uwv moet het besluit herstellen en rekening houden met toegenomen beperkingen en psychische klachten.

Hoger beroep over WAO-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Appellante betwist verdiensten, maar Raad bevestigt Uwv's oordeel en wijst hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen werknemer was van zijn dochter's onderneming, waardoor ZW- en WW-uitkeringen terecht zijn ingetrokken en WIA-uitkering is geweigerd.

Appellant verzocht om een WAZ-uitkering, maar deze werd geweigerd wegens onvoldoende medische onderbouwing. De Centrale Raad bevestigde de afwijzing en oordeelde dat het medisch onderzoek niet onzorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, appellant geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, die weer in staat is tot geselecteerde functies, ondanks zijn klachten.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als werknemer kan worden beschouwd voor de WW, er was geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Hoger beroep van appellante over de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheid en maatman. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en vernietigt kostenvergoeding aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van werkneemster en de geschiktheid van geselecteerde functies in het kader van WIA.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 december 2020 het verzoek om wraking van de voorzitter afgewezen, omdat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat nieuwe feiten geen ander besluit rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de herziening en terugvordering van WAO-uitkering van [X.] na overlijden, oordeelt dat Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor inkomen uit arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de ZW-uitkering van appellant heeft herzien en onverschuldigd betaalde uitkeringen heeft teruggevorderd, omdat appellant niet verzekerd was voor de ZW.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen bestreden besluit ongegrond, o.a. vanwege behandelmogelijkheden voor psychische stoornis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering en proceskostenvergoeding aan appellant, omdat er geen sprake was van tegemoetkomen door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk omdat Uwv volledig tegemoet is gekomen aan bezwaren van appellant. Proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het salaris van appellant in december 2016 terecht is toegerekend aan deze maand, waardoor hij geen recht heeft op WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting op WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na zelfontslag door appellante.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting; terugvordering van € 28.568,85 en boete verlaagd naar € 4.517,10.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid van appellant, oordeelt dat medische beoordeling door Uwv juist was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de geschiktheid van functies, waarbij het Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat de functies geschikt zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging Wajong-uitkering naar 70% van het minimumloon, o.b.v. vastgesteld arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing verzoek om terug te komen van WIA-besluit. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich ziek meldde met rugklachten. Het verzoek om een onafhankelijke deskundige te benoemen werd afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de nabetaling van loon na de referteperiode niet meegenomen hoeft te worden bij de berekening van het maatmanloon en dagloon, omdat appellante haar werkgever niet tijdig heeft gemaand tot betaling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat appellant niet meer dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellant per 10 september 2015 op basis van deskundigenrapport en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt en geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat appellant niet op niet mis te verstane wijze de werkgever heeft aangemaand om loon uit te keren, waardoor het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt beëindiging ZW-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoeken om herziening van ZW- en WAO-uitkering en betaling van € 1.935,41, omdat geen nieuw gebleken feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep herstelt de vaststelling van het dagloon voor Ziektewet-uitkering van appellant naar € 98,83, na onterecht vastgestelde nul door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is juist en voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de WIA-uitkering, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek, geen twijfel aan medische grondslag, geen schending van equality of arms.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 1 januari 2012 wel toegenomen beperkingen heeft door psychische en rugklachten, en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de dagloonberekening en het vertrouwensbeginsel in de Ziektewet, met opdracht aan het Uwv voor een nieuwe beslissing op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat artikel 25 van het Dagloonbesluit van toepassing is bij gelijktijdige aanspraak op ZW- en WGA-vervolguitkering. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker onvoldoende spoedeisend financieel belang heeft aangetoond.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat Uwv geheel aan bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Proceskosten van € 2.158,15 vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WGA-vervolguitkering van appellante op basis van arbeidsongeschiktheidsklasse van 35 tot 45%.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de resterende verdiencapaciteit van € 1.937,32 per maand, met een arbeidsongeschiktheid van 44,78%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WW-uitkering van appellant, waarbij inkomen correct is verrekend volgens het Dagloonbesluit. Beroep op schending van eigendomsrecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het ziekengeld door het Uwv op basis van de polisadministratie, appellante kan geen onjuistheid aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de terugvordering van WAO-uitkering en de aflossingscapaciteit van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 57,61% en onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het Uwv adequaat heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; medische beoordeling door Uwv is voldoende onderbouwd.

Hoger beroep over de vaststelling van het WIA-dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv het dagloon correct heeft berekend op basis van 156 loondagen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat inkomsten uit zorgovereenkomst niet als loon uit dienstbetrekking kunnen worden aangemerkt. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon van appellante, waarbij het Uwv de eindejaarsuitkering niet meerekende. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de toepassing van het Dagloonbesluit correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de vaststelling van het dagloon voor WIA-uitkering, waarbij de hoofdregel van het Dagloonbesluit correct is toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van de rechtbank dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de zorgvuldigheid van medisch onderzoek en geschiktheid van functies voor WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet geschikt is voor haar maatmanarbeid en herroept het besluit van het Uwv, met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over Wazo-uitkering en bevestigt dagloonberekening door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 3.012,20.

De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek van verzoeker niet-ontvankelijk wegens te late indiening en evident misbruik van het wrakingsmiddel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, die zich ziek meldde met hoofdpijn- en duizeligheidsklachten. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; medische geschiktheid functies vastgesteld, wachttijd niet vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij in staat is meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. De geselecteerde functies zijn medisch geschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond. Appellant heeft recht op een loongerelateerde WGA-uitkering van 60,29% vanaf 25 april 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen ruimte is voor belangenafweging in het kader van de EZWb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering per 3 november 2015, omdat geen toegenomen arbeidsongeschiktheid uit dezelfde ziekteoorzaak is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening WIA-dagloon; duuraanspraken-jurisprudentie niet van toepassing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en geen WIA-uitkering heeft toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 66,61% en 66,73%.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht de arbeidsongeschiktheid van appellante op minder dan 35% heeft vastgesteld en geen WIA-uitkering heeft toegekend.

Hoger beroep over de berekening van de ZW-uitkering en dagloon na beëindiging dienstverband. De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte vakantiedagen niet meerekende, waardoor de ZW-uitkering wordt vastgesteld op € 199,95.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante ten onrechte heeft geweigerd en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WAO-uitkering van appellant, waarbij de kilometervergoeding niet langer in geschil is. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft 25-35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de dagloonberekening van UMCG, waarbij de looncomponent 'uitruil in verband met reiskosten' buiten beschouwing is gelaten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, waarbij de medische geschiktheid van functies is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging Ziektewet-uitkering van appellant na beoordeling van psychische klachten en deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellante, oordelend dat de vaststelling van arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 36,58% na herbeoordeling door het Uwv. Deskundige Klijn's rapport wordt als zorgvuldig beschouwd.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe van € 500,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat appellant's arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 21,44% en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over herziening WAO-uitkering; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. De Raad bevestigt eerdere uitspraak en veroordeelt de Staat tot schadevergoeding van € 1.000,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende gemotiveerd was in zijn besluit over de arbeidsongeschiktheid van appellante en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 59,39% en veroordeelt het Uwv tot betaling van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na herhaalde ziekmelding, omdat hij in staat is om geselecteerde functies te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de hoogte van de WIA-uitkering van appellant correct is vastgesteld, ondanks zijn detentie. Er is geen sprake van een punitieve sanctie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster duurzaam arbeidsongeschikt is en kent haar recht op WIA-uitkering toe, met terugwerkende kracht vanaf 21 augustus 2015.

Hoger beroep over WIA-uitkering en dagloonberekening na verblijf in Oostenrijk. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de regelgeving correct heeft toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAZ-uitkering; wachttijd van 52 weken niet vervuld en onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank over kosten deskundige in WIA-zaak en bevestigt overige proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak over WIA-uitkering en proceskostenvergoeding, waarbij het Uwv wordt veroordeeld tot betaling van € 1.280,- en griffierecht van € 47,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA-uitkering van 40,01% aan appellant, oordeelt dat medische beoordeling zorgvuldig was en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag verhoging WAO-uitkering; appellante voldoet niet aan voorwaarden voor verhoging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening van ZW-besluit; geen nieuw gebleken feiten. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 35% ligt en dat medische beoordelingen adequaat zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Geschiktheid voor arbeid en medische beoordeling zijn afdoende gemotiveerd.

Centrale Raad bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; Uwv moet proceskosten van € 2.048,- vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Appellant heeft geen recht op WIA-uitkering vanwege onvoldoende beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WIA-uitkering van appellant wegens niet adequaat herstelgedrag en niet opvolgen van medische adviezen.

Hoger beroep over duurzame arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelt dat er geen bewijs is dat er op 15 december 2016 geen zicht meer was op verbetering van de belastbaarheid van betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de wrakingskamer en de behandelend rechter niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening en misbruik van recht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het Uwv van de herbeoordeling van de WIA-uitkering van de appellant, omdat de herlevingstermijn van vijf jaar in de weg staat aan herleving van de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-vervolguitkering van appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat appellant geschikt is voor de aan de schatting ten grondslag gelegde functies.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestreden besluit van het Uwv een ontoereikende medische grondslag heeft en draagt het Uwv op de FML aan te passen en een nieuw besluit te nemen.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking van A. Stehouwer niet in behandeling; verzoeker had geen gegronde redenen aangevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de referteperiode voor de berekening van het WIA-dagloon correct is vastgesteld, waardoor WW-betalingen in december 2014 niet zijn meegenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat de deskundige correct heeft gehandeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv en kent appellant IVA-uitkering toe met terugwerkende kracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-vervolguitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de FML correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WGA-vervolguitkering en arbeidsongeschiktheid van appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Verzoek om wraking niet in behandeling genomen door de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2019.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet duurzaam gescheiden leefde van zijn geregistreerde partner, met schadevergoeding van € 500,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de functie medewerker gordijnen niet geschikt is voor appellant in het kader van de Wet WIA en draagt het Uwv op een nieuwe arbeidskundige beoordeling uit te voeren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen na beëindiging dienstverband als inkomen geldt voor WAO-toepassing, en wijst hoger beroep af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de hypotheekrentekorting terecht in mindering is gebracht op de WIA-uitkering van appellante, zonder overgangsregeling.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; onvoldoende medische grondslag voor beëindiging uitkering. Raad vernietigt eerdere besluiten en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt door onvoldoende verzuim.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 24 oktober 2013 in hoger beroep, geen bewijs voor eerdere datum.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere besluiten van het Uwv en oordeelt dat de medische beoordeling voldoende is gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking van de behandelend rechter af; procedurele beslissingen kunnen geen grond voor wraking zijn.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het wrakingsverzoek van verzoekster niet-ontvankelijk wegens te late indiening, in strijd met artikel 8:16, eerste lid, Awb.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon voor WAO-uitkering. De Raad bevestigt dat de WAO-uitkering niet meegeteld mag worden bij de dagloonvaststelling en dat er geen strijd is met rechtsbeginselen.

Hoger beroep van appellante over WIA-uitkering. Centrale Raad oordeelt dat referte-eis niet is voldaan. Proceskosten Uwv vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van toeslag wegens schending inlichtingenplicht door appellante die pensioen ontving naast WGA-vervolguitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de maatstaf arbeid bij ZW-uitkering niet langer uitsluitend gebaseerd mag zijn op de laatst verrichte arbeid, maar ook op de mogelijkheden van de werknemer.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de geselecteerde functies als maatstaf voor ziekengeld heeft gehanteerd. De laatst verrichte arbeid moet als maatstaf gelden. Het Uwv moet het besluit herstellen en beoordelen of appellante geschikt is voor haar werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Gelderland over WW-uitkering en dagloongarantie; hoger beroep appellante slaagt niet.

Appellant verliest hoger beroep over dagloonberekening en verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet WIA. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van de verzoeker niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van het recht. Een volgend verzoek om wraking wordt eveneens niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep wijst wrakingsverzoek af wegens evident misbruik van recht. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; schending van reformatio in peius vastgesteld. Uwv moet wettelijke rente en schadevergoeding betalen.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-aanvraag. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen onjuiste beoordeling medische situatie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond wegens onvoldoende bewijs van werkzaamheden voor 12 juni 2012. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering en kent schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van eerdere uitspraken inzake arbeidsongeschiktheid af, omdat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellante, oordeelt dat er geen aanleiding is voor meer beperkingen en dat de medische beoordeling door het Uwv juist is.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering voor appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht op 16 maart 2016.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging WIA-uitkering. Geen noodzaak voor urenbeperking vastgesteld door deskundige. Hoger beroep afgewezen, Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de toekenning van een WGA-vervolguitkering aan appellant, met een arbeidsongeschiktheid van 47,16%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, oordeelt dat psychische beperkingen correct zijn ingeschat en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld; medische onderzoeken zijn zorgvuldig uitgevoerd en appellant is geschikt voor zijn eigen werk.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordeelt dat de psychische klachten correct zijn ingeschat en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Appellant's Ziektewetuitkering blijft beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant; deskundige oordeelt dat functies geschikt zijn ondanks beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; medische beperkingen niet toegenomen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de hoogte van het WIA-dagloon en de referteperiode, waarbij het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht WIA-uitkering aan appellante weigerde wegens gebrek aan nieuw gebleken feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het ZW-dagloon op € 57,90, oordelend dat appellant geen gronden heeft aangevoerd die de berekening in twijfel trekken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bezwaar van appellant tegen de brief van 13 april 2016 ontvankelijk is. Hoger beroep slaagt; beroep tegen bestreden besluit ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WAO-uitkering wegens volledige arbeidsongeschiktheid en wijst schadevergoeding toe voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de aflossingscapaciteit van appellant mocht wijzigen. Geen strijd met het vertrouwensbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WGA-uitkering terecht is toegekend en IVA-uitkering terecht is geweigerd, omdat arbeidsongeschiktheid niet volledig en duurzaam was op de datum in geding.

Hoger beroep over boete wegens schending inlichtingenplicht bij IOW-uitkering. Boete vastgesteld op € 1.684,67. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op staande voet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WW-uitkering en dat faillissementsuitkering correct is vastgesteld, met terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WAO-uitkering en nabetaling salaris in februari 2016, oordelend dat de wet geen ruimte biedt voor afwijkingen.

Hoger beroep over WGA-uitkering; appellante niet als medische afzakker aangemerkt; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Appellant niet verdergaand beperkt dan vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de herziening van het dagloon in het kader van de WAO-uitkering correct is toegepast en er geen strijd is met het eigendomsrecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en beëindiging Wajong-uitkering; medische beoordeling en belastbaarheid zijn adequaat vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WIA-uitkering terecht beëindigd is; betrokkene kan functioneren als assistent consultatiebureau.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag van appellante heeft afgewezen. Medisch onderzoek was zorgvuldig, en verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de WIA-uitkering van appellant, die geen nieuwe medische informatie heeft ingebracht.

Verzoek om wraking van de behandelend rechters niet in behandeling genomen; volgend verzoek om wraking wordt ook niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WW-uitkering van appellant, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant verbleef buiten Nederland zonder dit te melden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan werknemer na beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid na een hersenbloeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de berekening van WAO-uitkering na WW- en ZW-uitkering, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel en oordeelt dat het Uwv terecht de maatman niet heeft gewijzigd en het maatmanloon niet heeft geactualiseerd.

Hoger beroep over WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de medische en arbeidskundige grondslagen correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een eenmalige cao-uitkering niet als periodieke uitkering geldt voor WAO. Terugvordering van te veel ontvangen uitkering door Uwv is terecht.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon in het kader van de WAO. Appellant voldoet niet aan de voorwaarden voor herziening van het dagloon, omdat er geen toename van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om hogere WAO-uitkering; appellant is sinds 1991 volledig arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WGA-uitkering van appellante terecht is voortgezet en IVA-uitkering is geweigerd, omdat appellante niet duurzaam volledig arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat medische beoordeling zorgvuldig was en dat beperkingen in FML adequaat zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv op goede gronden WIA-aanvraag van appellant niet in behandeling heeft genomen en besluit niet heeft herzien.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten Uwv over terugvordering WAO-uitkering en boete wegens hennepkwekerij, oordeelt dat onschuldpresumptie is geschonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van bijzondere bijstand voor contra-expertise in WIA-procedure; appellant slaagt er niet in noodzaak aan te tonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de hoogte van de toeslag op grond van de Toeslagenwet, waarbij de toeslag correct is vastgesteld op € 4,36 per dag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de WIA-uitkering van appellant, die onvoldoende medische informatie heeft ingebracht om zijn beperkingen te onderbouwen.

Hoger beroep over WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant in staat is tot geselecteerde functies. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat medische beoordeling zorgvuldig was en dat er geen nieuwe gezichtspunten zijn.

Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv terecht het ziekengeld van appellant heeft beëindigd. Proceskosten van € 2.304,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek; geen twijfel aan belastbaarheid appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag van de appellant heeft afgewezen wegens gebrek aan medewerking aan een noodzakelijke klinische observatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv, geen twijfel aan medisch oordeel.

Hoger beroep van appellant over toezegging Uwv betreffende snipperdagen en WAO-uitkering. Raad bevestigt uitspraak rechtbank dat geen toezegging is gedaan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster met MS recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt bestreden besluit Uwv.

Appellante heeft recht op een WAO-uitkering van 25 tot 35% vastgesteld door het Uwv. De rechtbank heeft de eerdere beslissing van het Uwv bevestigd. Hoger beroep van appellante is afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen twijfel aan conclusies verzekeringsarts.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant, omdat er onvoldoende medische informatie beschikbaar is over zijn belastbaarheid op zeventienjarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het dagloon voor loondervingsuitkering correct heeft vastgesteld, zonder strijd met het discriminatieverbod van het IVBPR.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongewijzigde voortzetting van de WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep van appellant afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv zich kon beperken tot de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en geen maatregel hoefde op te leggen wegens het niet volgen van medische behandeling door de werkneemster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, geen reden tot twijfel aan geschiktheid functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit inzake WIA-uitkering, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de hoogte van de IVA-uitkering en toepassing van het Dagloonbesluit. Verzoek om vergoeding van wettelijke rente afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat er geen schending van 'equality of arms' was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat appellant geen recht heeft op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herbeoordeling arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering, stelt mate van arbeidsongeschiktheid vast op 53,23% en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van appellante door het Uwv, zonder ruimte voor tweedeling van lonen van verschillende werkgevers.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herbeoordeling WAZ-uitkering wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellant is ongeschikt voor projectmanager; medische grondslag en FML juist vastgesteld.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid op 42,92% en WIA-uitkering. Geen medische afzakker aangetoond, maatmanomvang vastgesteld op 24 uur per week. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een financieel spoedeisend belang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering wegens gebrek aan toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de functie huishoudelijk medewerker gebouwen niet passend is voor werkneemster met WIA-uitkering, gezien haar beperkingen en de solistische aard van de functie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen verdere beperkingen voor werkneemster zijn vastgesteld na hersenschudding; hoger beroep afgewezen.

Appellante verzoekt om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en kent € 500,- schadevergoeding toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet medisch onderbouwd is als arbeidsongeschikt en dat geselecteerde functies geschikt zijn, ondanks haar klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering, geen wapenongelijkheid, FML correct toegepast.

Centrale Raad van Beroep weigert WW-uitkering aan appellant die in Zwitserland woonde en werkte, o.a. wegens onvoldoende bewijs van woonplaats in Nederland.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv inzake WIA-uitkering en past de FML aan op basis van deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WW-recht en dagloongarantie na beëindiging van dienstverbanden. Appellant heeft geen recht op hogere uitkering. Proceskosten van € 1.970,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de WGA-loonaanvullingsuitkering van belanghebbende, die niet langer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de eindejaarsuitkering van betrokkene niet tot het dagloon behoort, waardoor de eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant geschikt voor geselecteerde functies ondanks gezondheidsklachten en beperkte taalvaardigheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van verhoging WGA-vervolguitkering. Uwv's onderbouwing is consistent en toetsbaar. Proceskosten van € 2.004,- en griffierecht van € 828,- worden vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de functies passend zijn voor appellante, ondanks haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid van appellante, waarbij het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ontslag appellante op dringende grond gerechtvaardigd is en dat zij verwijtbaar werkloos is geworden, waardoor het Uwv een maatregel moet opleggen op haar WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak van 25 juli 2018 wegens een kennelijke fout in de FML. Geen bezwaren van partijen ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking IVA-uitkering; medische beperkingen appellante correct vastgesteld. Schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van WAO-uitkering van appellante, oordeelt dat medische beoordeling zorgvuldig was en dat psychische klachten niet zijn onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-vervolguitkering van appellant met 45-55% arbeidsongeschiktheid en de geschiktheid van geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant is in staat een volledige werkweek te werken.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter niet-ontvankelijk verklaard door de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2018.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; Uwv mocht verzoek om herziening afwijzen zonder vertaling van medische stukken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WAO-uitkering en de dwangsom. Appellant heeft geen nieuwe gegevens overgelegd die het oordeel kunnen veranderen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na beoordeling van psychische klachten en geschiktheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling door het Uwv. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over terugvordering WAO-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. Boete vastgesteld op € 1.562,95 en schadevergoeding van € 1.000,- toegekend voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische en arbeidskundige grondslagen zijn voldoende onderbouwd.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter na uitspraak in hoger beroep wordt niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen twijfel aan beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere WAO-uitspraak af, omdat het niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 8:119 Awb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant's beperkingen niet onderschat. Proceskostenveroordeling wegens motiveringsgebrek Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant medisch geschikt is voor arbeid na beëindiging WGA-uitkering, ondanks psychische en lichamelijke klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen twijfel aan geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld en de wachttijd voor WIA niet heeft volbracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA-uitkering aan appellant met 40,54% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herziening en terugvordering van WW-uitkering en de vaststelling van aflossingscapaciteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering toeslag door Uwv wegens schending inlichtingenverplichting door appellant met betrekking tot pensioeninkomsten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering. Geen schending van equality of arms. Medische beoordeling door Uwv is voldoende gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om wraking van de rechters niet-ontvankelijk, omdat verzoeker niet tijdig heeft gehandeld volgens de Awb.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het wrakingsverzoek van verzoeker niet-ontvankelijk, omdat het verzoek te laat is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onrechtmatig bankafschriften heeft opgevraagd bij appellant, wat in strijd is met het recht op respect voor het privéleven. Het Uwv moet het besluit tot intrekking van de WW-uitkering herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor maatgevende arbeid.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medische beoordeling door Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ZW-uitkering van appellant terecht is beëindigd; medische beperkingen zijn juist vastgesteld en functies zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante haar inlichtingenplicht heeft geschonden door inkomsten uit pensioenafkoop niet te melden, wat leidde tot herziening en terugvordering van toeslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellante niet duurzaam is, waardoor zij geen recht heeft op een IVA-uitkering. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Hoger beroep over afwijzing van faillissementsuitkering en ZW-uitkering wegens gebrek aan privaatrechtelijke dienstbetrekking. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering en intrekking ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband.

Centrale Raad van Beroep herziening en terugvordering WIA-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Totale terugvordering vastgesteld op € 32.702,15, boete verlaagd naar € 480,60.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WAO-uitkering van appellant wegens schending van inlichtingenplicht en handhaving van boete.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de arbeidsongeschiktheid van appellante op 0,96% is vastgesteld, na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van de geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-uitkering van appellante, vastgesteld op 77,36%, en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan de appellant, omdat er geen sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 1 maart 2015; geschiktheid voor functie machinebediende inpak/verpakkingsmachine is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging Ziektewetuitkering; medische beperkingen appellant zijn juist vastgesteld.

Appellant verliest hoger beroep over WIA-uitkering; medische informatie biedt geen gemotiveerde betwisting van deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische onderzoeken zijn niet onzorgvuldig en functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WW-uitkering; appellant had voldoende redenen voor termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering; appellant toont geen gezagsverhouding aan met [naam 1].

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld in beoordeling van arbeidsongeschiktheid en belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt verhaalsbesluit Uwv voor WGA-uitkering, oordeelt dat appellante aan onderzoeksplicht heeft voldaan en herroept eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang, maar veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 3.357,36.

Hoger beroep van appellant over afwijzing Wajong-uitkering. Deskundigenrapport bevestigt geschiktheid functies. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.254,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant per 5 november 2014 recht heeft op IVA-uitkering, wegens onvoldoende medische onderbouwing voor herstel.

Appellant verzocht om een WW-uitkering, maar het Uwv weigerde deze op basis van niet voldoen aan de referte-eis en gebrek aan bewijs van een dienstverband. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden door onterecht gebruik van internet tijdens werktijd, waardoor zijn WW-uitkering niet wordt uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht WW-uitkering introk; appellant had een dienstbetrekking bij de pizzeria.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat FNV geen ANBI-status heeft, waardoor toestemming voor vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op tantième ter hoogte van een maandsalaris, ondanks faillissement van de werkgeefster. Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op herleving van zijn WIA-uitkering per 1 november 2013, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, na harttransplantatie, niet volledig arbeidsongeschikt is en dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van zijn WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv correct het dagloon heeft vastgesteld op basis van het Dagloonbesluit, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad bevestigt weigering WW-uitkering wegens ernstige schending van vertrouwen door appellante. Gedragingen leiden tot dringende reden voor ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt correcte toepassing van het Dagloonbesluit door Uwv; dagloon vastgesteld op basis van polisadministratie, eerdere rechtbankuitspraak vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de export van de WW-uitkering van de appellant te verlengen, omdat er geen bijzonderheden waren die dit rechtvaardigden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland over ziekengeld. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en verklaart het hoger beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de fiscale bijtelling van de auto van de zaak niet meetelt bij de berekening van het WIA-dagloon, omdat deze bijtelling niet onder het loonbegrip valt voor de referteperiode.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de schorsing van de WIA-uitkering van appellant, omdat hij niet meewerkte aan een noodzakelijke klinische observatie voor de vaststelling van zijn recht op uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat docente verwijtbaar werkloos is door onjuiste declaraties. WW-uitkering terecht geweigerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de WW-uitkering van appellant en de oplegging van een boete wegens schending van de inlichtingenplicht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is, omdat zij mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, ondanks de benodigde begeleiding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellant niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering; psychische klachten zijn niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek, waarbij geen psychotische verschijnselen zijn vastgesteld.

Hoger beroep over beëindiging Ziektewet-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. Geen tekortkomingen in re-integratie-inspanningen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag overneming betalingsverplichtingen wegens betalingsonmacht van werkgever; onvoldoende bewijs voor betalingsonmacht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de hoogte van de maatregel voor onvoldoende sollicitatieactiviteiten moet verlagen van 100% naar 37,5%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat voormalig topambtenaar recht heeft op gedeeltelijke WW-uitkering na zelfontslag, maar niet voor de eerste 26 weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene voldoende opleidingsniveau 2 bezit op basis van werkervaring en afgerond basisonderwijs, waardoor de beëindiging van de WIA-uitkering terecht was.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. Werkzaamheden bij [naam bedrijf] niet als vriendendienst aangemerkt. Boete vastgesteld op € 1.080,- en terugvordering op € 12.557,40.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen medische onderbouwing voor urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat de FML adequaat rekening houdt met zijn klachten en dat hij geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de geschiktheid van functies voor WIA-uitkering.

Hoger beroep over WW-uitkering en inkomstenverrekening bij nevenwerkzaamheden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de WW-uitkering van appellante, waarbij het Uwv de wet correct heeft toegepast en inkomensverrekening rechtmatig is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WW-uitkering van betrokkene na wijziging wetgeving, oordeelt dat de rechtbank onterecht de startersproblematiek heeft aangenomen en wijst het beroep van betrokkene af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de maatregel opgelegd aan appellant wegens het niet solliciteren, ondanks zijn beroep op ziekte en dringende reden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WAO-uitkering na 14 februari 2006, omdat toegenomen psychische klachten niet voor deze datum zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de Wajong-uitkering van appellante moet heroverwegen na vaststelling van extra beperkingen door een deskundige.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een WAO-uitkering door het Uwv na vaststelling van werkzaamheden door betrokkene, die meer inkomen verwierf dan zijn maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het ZW-dagloon van appellante per 29 december 2014 moet herzien naar € 49,40 bruto, en vernietigt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 71,79% en wijst het hoger beroep af, maar veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 2.755,50.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 21 maart 2018 inzake schadevergoeding door de Staat wegens overschrijding van de redelijke termijn, met aanpassing van enkele zinnen en toekenning van € 500,- schadevergoeding.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoekster af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van de behandelend rechter af, omdat verzoeker geen bewijs heeft geleverd voor vooringenomenheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over het recht op ziekengeld van een appellant zonder werkgever, na beoordeling van zijn beperkingen en geschiktheid voor functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ZW-uitkering na eerstejaars ZW-beoordeling, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende toegenomen klachten en een zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op een WAZ-uitkering en dat zijn WAO-dagloon correct is vastgesteld.

Hoger beroep over de afwijzing van een uitkering op grond van de WW, waarbij de Centrale Raad oordeelt dat geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking.

WIA-uitkering van appellant is terecht ingetrokken en teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenverplichting. Boete van € 7.800,- is bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden en stelt de boete vast op € 599,88, terwijl het Uwv in de proceskosten wordt veroordeeld tot € 2.004,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant kon geen bewijs leveren voor zijn dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn standpunt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA- en WW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellante kon niet aantonen dat zij daadwerkelijk in dienst was van de BV.