ECLI:NL:CRVB:2025:142
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- E. Dijt
- T. Dompeling
- S.B. SmitColenbrander
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 januari 2025 het verzoek om wraking van de behandelend rechter afgewezen. Verzoeker had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam en verzocht om wraking van de rechters F. Hoogendijk, W.F. Claessens en J.T.H. Zimmerman. Dit verzoek werd eerder niet-ontvankelijk verklaard. Na de behandeling van het hoger beroep op 12 november 2024, diende verzoeker opnieuw een wrakingsverzoek in tegen Hoogendijk, de voorzitter van de meervoudige kamer. De behandelend rechter gaf aan niet in de wraking te berusten. Het wrakingsverzoek werd op 9 januari 2025 behandeld, maar verzoeker was niet verschenen en had een bericht van verhindering ingediend. De Raad oordeelde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid of vooringenomenheid van de behandelend rechter was. De beoordeling van het wrakingsverzoek vond plaats op basis van de Algemene wet bestuursrecht en de Wrakings- en verschoningsregeling bestuursrechtelijke rechtscolleges 2022. De Raad concludeerde dat de vragen die de behandelend rechter stelde aan partijen geen aanwijzing voor vooringenomenheid vormden. De beslissing om het verzoek om wraking af te wijzen werd in het openbaar uitgesproken.