ECLI:NL:CRVB:2025:56
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een besluit inzake WIA-uitkering en proceskostenveroordeling
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een verzoek van appellant om terug te komen van een besluit van 15 oktober 2015, waarin het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant beëindigde per 21 oktober 2015. Appellant stelt dat er sprake is van een nieuw feit, namelijk een brief van het CVS/ME Medisch Centrum van 1 juni 2022, die aanleiding zou moeten geven om het eerdere besluit te herzien. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat deze brief niet kan worden aangemerkt als nieuw feit. De Raad bevestigt dat het Uwv het verzoek van appellant terecht heeft afgewezen. Daarnaast slaagt de beroepsgrond van appellant dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken voor het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover het de proceskosten betreft en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van de proceskosten in zowel beroep als hoger beroep. De uitspraak van de rechtbank wordt voor het overige bevestigd.