ECLI:NL:CRVB:2025:64
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen terugvordering WIA-uitkering en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen besluiten van het UWV met betrekking tot de WIA-uitkering over de jaren 2017 en 2018. Het UWV had de uitkering definitief vastgesteld en een bedrag van ruim € 30.000,- aan verstrekte voorschotten teruggevorderd. Tijdens de procedure in hoger beroep verlaagde het UWV de vordering naar bijna € 11.000,- en schold dit resterende bedrag later kwijt. De appellant verzocht de Raad om het UWV te veroordelen tot schadevergoeding, stellende dat hij schade had geleden door onrechtmatige besluiten van het UWV. De Raad heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen oorzakelijk verband was aangetoond tussen de terugvorderingsbesluiten en de door appellant geleden schade. De Raad oordeelde dat de appellant geen belang meer had bij een oordeel over de aangevallen uitspraak, aangezien de vorderingen waren kwijtgescholden. De Raad heeft ook de kosten van de procedure toegewezen aan de appellant, die het UWV moet vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een oorzakelijk verband voor schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedures.