Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
7 oktober 2020 en de bedrijfsarts van 19 januari 2021, waar de verzekeringsarts naar verwijst, in het dossier ontbreekt, betekent niet dat de medische beoordeling onzorgvuldig is. Hiervoor heeft de rechtbank van belang geacht dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep recentere informatie van de bedrijfsarts en de behandelend psycholoog heeft meegenomen in de medische beoordeling. Ten aanzien van de medische beoordeling heeft de rechtbank overwogen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de belastbaarheid van appellante, zoals neergelegd in de FML van 14 september 2023, voldoende heeft gemotiveerd. Een medisch objectieve onderbouwing voor verdergaande beperkingen is er niet. Ten aanzien van de arbeidskundige beoordeling heeft de rechtbank overwogen dat de arbeidsdeskundigen op navolgbare wijze hebben toegelicht waarom de geselecteerde functies geschikt zijn voor appellante. Het Uwv heeft naar het oordeel van de rechtbank de ZW-uitkering van appellante terecht beëindigd per 24 oktober 2021, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. Omdat de FML in beroep is gewijzigd, is sprake van een gebrek in het bestreden besluit. Dit gebrek kan volgens de rechtbank worden gepasseerd met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat appellante hier geen nadeel van heeft ondervonden. De wijziging van de FML heeft immers niet geleid tot een ander arbeidsongeschiktheidspercentage. Wel heeft de rechtbank hierin reden gezien om te bepalen dat het Uwv de door appellante gemaakte proceskosten en het door haar betaalde griffierecht moet vergoeden.