dhr. mr.drs. C.W.M.M. Verkoijen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2019 terecht is, gezien omkering van de bewijslast en toepassing van de gebruikelijk loonregeling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende accijns verschuldigd is voor rode diesel. Beroep tegen naheffingsaanslagen ongegrond en niet-ontvankelijk verklaard. Inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2016.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de aanslagen, zonder recht op kwijtscheldingswinstvrijstelling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor werkruimtes in zijn woning, omdat hij niet als ondernemer kwalificeert.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw van belanghebbende terecht zijn opgelegd, omdat zijn inkomsten niet als winst uit onderneming kwalificeren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldoet aan het urencriterium voor zelfstandigenaftrek over 2017-2020, waardoor de aanslagen IB/PVV en Zvw in stand blijven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op startersvrijstelling voor overdrachtsbelasting bij koopwoning, en draagt inspecteur op tot teruggaaf van € 9.600.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende in aanmerking komt voor de startersvrijstelling voor overdrachtsbelasting, en draagt de inspecteur op een teruggaaf van € 9.600 te verlenen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aansprakelijkheid inleners voor belastingschulden van een B.V. en vermindert de aansprakelijkheid tot € 104.231.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen navorderingsaanslagen IB/PVV en naheffingsaanslagen OB, met aanpassing van boetes en bevestiging van belastingrente.

De rechtbank heeft op 10 juni 2024 beslist over een verzoek tot geheimhouding van stukken in een belastingzaak. Het verzoek is gedeeltelijk afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbenden geen afwaardering op de bedrijfsvoorraad kunnen in aanmerking nemen in de inkomstenbelasting, waardoor de aanslagen in stand blijven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van € 1.215 accijns, vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en kent proceskostenvergoeding toe.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen IB 2017, 2018 en 2019 ten onrechte zijn vastgesteld en vermindert deze tot nihil. De belastingrentebeschikkingen worden dienovereenkomstig aangepast. De beroepen zijn gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslag IB/PVV 2019 en verhoogt persoonsgebonden aftrek naar € 3.230. Dwangsom afgewezen, griffierecht van € 50 vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op een hogere kostenvergoeding voor de bezwaarfase. De beslissing van de inspecteur blijft in stand.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboete ongegrond verklaard, omdat de belanghebbende niet aannemelijk maakte recht te hebben op aftrek van voorbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen loonheffingen en verzuimboeten. Naheffingsaanslag september 2022 wordt verminderd tot € 50, boetebeschikkingen blijven in stand. Verzoek om vrijstelling griffierecht afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag 2017 en belastingaanslag 2018. Belanghebbende heeft geen recht op aftrek wegens elders belast loon en bijtelling privégebruik auto is terecht vastgesteld.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag IB/PVV 2018 naar € 25.397 en nihil voor aanmerkelijk belang. De inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat de verzuimboete aan de gedetineerde belastingplichtige terecht is opgelegd, ondanks zijn verzoek om gehoord te worden in Spanje. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV 2015 wegens gebrek aan bewijs voor uitdeling; proceskostenvergoeding toegekend aan belanghebbenden.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbenden tegen de aanslagen IB/PVV ongegrond, omdat zij niet aannemelijk maken dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.

Rechtbank vermindert verzuimboete van € 385 naar € 100 wegens onjuiste adressering bij belastingaanslag. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de verzuimboete van € 385 bij de aanslag inkomstenbelasting voor 2021, omdat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de uitnodigings- en aanmaningsbrieven niet heeft ontvangen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verzuimboete van € 68 terecht is opgelegd aan belanghebbende wegens te late aangifte omzetbelasting. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen vermindering van schenkbelasting heeft verleend en kent een immateriële schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen vermindering van schenkbelasting heeft verleend en wijst de beroepen van belanghebbende af, maar kent een schadevergoeding van € 500 toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht geen vermindering van schenkbelasting heeft verleend en kent een schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het beroep van belanghebbende tegen de afwijzing van de 30%-bewijsregeling af, omdat niet is aangetoond dat aan de jaarloonnorm wordt voldaan.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de verzuimboete van € 55 voor het niet tijdig betalen van motorrijtuigenbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag verbruiksbelasting terecht is, maar vernietigt de vergrijpboete wegens onvoldoende bewijs van grofschuld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op dubbele aftrek van het heffingvrije vermogen in box 3. Het beroep is ongegrond en de aanslag blijft in stand.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen terecht is opgelegd, waarbij het vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang correct is vastgesteld op € 274.268.

De rechtbank oordeelt dat de retraites van de stichting belast zijn met omzetbelasting, omdat deze onder bezwarende titel zijn verricht. De naheffingsaanslagen worden verminderd en verzuimboeten vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het kwarttarief voor motorrijtuigenbelasting voor een kampeerauto terecht is vastgesteld op 19 oktober 2022, omdat belanghebbende niet kan aantonen dat zij eerder een verzoek heeft ingediend.

De rechtbank bevestigt de navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboetes voor de jaren 2010-2016, omdat de belanghebbende buitenlandse bankrekeningen niet had aangegeven en opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en fijnstoftoeslag, alsook verzuimboete, terecht zijn opgelegd. Beroepen van belanghebbende worden ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang voor 2016 en 2017 mocht verhogen, maar dat de schatting niet redelijk was. Aanslagen worden verminderd tot € 135.278 en € 74.916.

De rechtbank vernietigt aanslagen vennootschapsbelasting wegens onjuiste bekendmaking aan ontbonden stichtingen en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag IB/PVV 2018 naar € 2.155.003, met aanpassing van de belastingrente en vergoedingen voor griffierecht en proceskosten.

Hoger beroep over teruggave omzetbelasting door gemeente aan onderwijsstichting; levering schoolgebouw niet onder bezwarende titel, geen recht op teruggave.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldoet aan het grotendeelscriterium voor zelfstandigenaftrek, beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat erfpachtfinancieringen van belanghebbende niet als schulden in box 3 kwalificeren. Het belastbaar inkomen uit box 3 wordt vastgesteld op nihil, met compensatie op basis van het Kerstarrest.

Rechtbank vernietigt vergrijpboetes opgelegd aan belanghebbende door de inspecteur van de Belastingdienst wegens onvoldoende bewijs van opzet of grove schuld.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond met betrekking tot aanslagen IB/PVV voor de jaren 2017 en 2018, en oordeelt dat de inspecteur de aanslagen terecht heeft opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldoet aan het urencriterium voor zelfstandigenaftrek en startersaftrek, maar kent wel een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over belastingheffing op pensioenuitkeringen van een in België wonende erflater. Hof oordeelt dat het vertrouwensbeginsel in de weg staat aan navordering door de inspecteur.

Het hof heeft de proceskostenvergoeding in het kader van de Wet WOZ gecorrigeerd en vastgesteld op € 969,50 voor bezwaar en beroep, en € 1046,75 voor hoger beroep. De rechtbank uitspraak is vernietigd voor de proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over WOZ-waardes en proceskostenvergoeding. Hof oordeelt dat WOZ-waardes niet te hoog zijn vastgesteld en verlaagt immateriële schadevergoeding. Proceskostenvergoeding vastgesteld.

Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht een proceskostenvergoeding heeft toegekend, maar stelt deze vast op € 837. Het incidentele hoger beroep van belanghebbende is ontvankelijk.

Het hof bevestigt dat de gemeente belastingplichtig is voor haar reclameactiviteiten en dat de overheidstakenvrijstelling niet van toepassing is. De lopende contracten kunnen niet op de openingsbalans worden opgenomen.

Het hof oordeelt dat de gemeente belastingplichtig is voor haar reclameactiviteiten en dat de lopende contracten niet op de openingsbalans kunnen worden opgenomen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV 2012 en 2013 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard en de verzoeken om ambtshalve vermindering zijn afgewezen.

Het hof oordeelt dat het pauzedrankje bij theatervoorstellingen als een bijkomende prestatie moet worden beschouwd, waardoor het lage tarief van de omzetbelasting van toepassing is. De belanghebbende krijgt een teruggaaf van € 1.967 en een vergoeding van immateriële schade van € 500.

Het hof oordeelt dat het pauzedrankje bij theatervoorstellingen als één enkele prestatie moet worden beschouwd, waardoor het lage tarief van toepassing is. Het hoger beroep is gegrond en de naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Het hof oordeelt dat het alcoholische pauzedrankje bij een theatervoorstelling onder het lage tarief van de omzetbelasting valt, omdat het een bijkomende prestatie is die het fiscale lot van de hoofdprestatie deelt. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Het hof bevestigt de afwijzing van de inspecteur om ambtshalve de aanslag IB/PVV 2015 te verminderen, omdat de onjuistheid voortvloeit uit latere jurisprudentie. Het hoger beroep is ongegrond.

Hoger beroep over aanslagen IB en Zvw; bewijsaanbod afgewezen; immateriële schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over aanslagen IB 2012-2017; waarde polder niet onder vrijstelling natuurterreinen; geen compensatie voor 2017.

Inwoner van Bulgarije met AOW en werkzaamheden in Nederland is premieplichtig voor volksverzekeringen. Hoger beroep ongegrond, uitspraak rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB 2010-2017 en verzuimboete. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de aanslagen niet te hoog zijn vastgesteld en de verzuimboete terecht is opgelegd.

Hoger beroep over premie volksverzekeringen 2017 en 2018; belanghebbende niet premieplichtig in Nederland; uitspraak rechtbank bevestigd.

Het Gerechtshof bevestigt dat de margeregeling van toepassing is op de levering van een jacht door een fiscale eenheid aan haar directeur-grootaandeelhouder, en verklaart het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk na het overlijden van de belanghebbende en de verwerping van de nalatenschap door zijn erfgenamen.

Het hof vernietigt de informatiebeschikking voor de jaren 2013 tot en met 2017, maar handhaaft deze voor de jaren 2005 tot en met 2010. De inspecteur wordt veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV 2008-2012. Hof oordeelt dat nieuw feit navordering rechtvaardigt. Aangiften niet gedaan, bewijslast omgekeerd. Boeten verminderd, hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een kinderdagverblijf; belanghebbende betwist te hoge restwaarde; hof bevestigt uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over afwaardering van tbs-vordering door Belgische belastingplichtige. Hof bevestigt dat heffingsrecht aan België is toegewezen en verwerpt beroep op vertrouwensbeginsel. Hoger beroep ongegrond verklaard op 12 juli 2023.

Het hof oordeelt dat de letselschade-uitkering van belanghebbende correct is meegenomen in de box 3-heffing en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af, maar kent wel een schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over de kwalificatie van € 25.000 als loon of rentevergoeding. Het hof oordeelt dat het bedrag terecht als loon is aangemerkt, gezien de inhouding van loonheffing en de context van de uitkering.

Het hof oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is over een deel van het inkomen van de dga en wijst hypotheekrenteaftrek af. De aanslag inkomstenbelasting wordt verminderd tot € 8.088.

Het hof oordeelt dat de opbrengstlimiet niet is overschreden en de aanslagen leges blijven in stand. Schadevergoeding van € 3.000 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het hof vernietigt de aanslagen toeristenbelasting 2016, oordeelt dat het vertrouwensbeginsel van belanghebbende slaagt en veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van kosten.

Het hof oordeelt dat de gebruikelijkloonregeling van toepassing is en dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat het loon lager vastgesteld dient te worden. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt, maar de vergrijpboeten worden vernietigd.

Hoger beroep inzake navorderingsaanslagen en vergrijpboeten IB/PVV 2012 en 2013. Het hof oordeelt dat belanghebbende zich bewust was van onjuiste aangiften en verlaagt de boeten met 15%.

Het hof bevestigt dat Nederland het heffingsrecht heeft over een eenmalige uitkering van belanghebbende, die in België woont, in het kader van beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Het beroep op verdragenrecht slaagt niet.

Hoger beroep van belanghebbende tegen belastingaanslagen en verliesbeschikking, waarbij het hof de uitspraak van de rechtbank bevestigt en het hoger beroep ongegrond verklaart.

Het hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op € 54 meer aftrek voor de eigen woning, maar geen recht op aftrek van specifieke zorgkosten of TBS-verlies. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Het hof bevestigt de conserverende aanslag inkomstenbelasting en oordeelt dat de inspecteur wettelijke rente moet vergoeden over te laat uitgekeerde bedragen.

Het hof oordeelt dat de bekendmaking van de verordeningen afvalstoffenheffing en rioolheffing rechtsgeldig is, maar vernietigt het variabele deel van de afvalstoffenheffing wegens onduidelijkheid over de heffingsgrondslag.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat belanghebbende overdrachtsbelasting verschuldigd is bij de verkrijging van aandelen in een onroerende zaakrechtspersoon.

Het hof vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2016 naar € 2.110 en vernietigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof oordeelt dat de aftrek van omzetbelasting voor onderkomens van buitenlandse uitzendkrachten niet is toegestaan, en verwerpt het beroep op het gelijkheidsbeginsel.

Hoger beroep over box-3 heffing; geen rechtsherstel voor 2015 en 2016, wel vermindering voor 2017.

Het Gerechtshof bevestigt de naheffingsaanslag accijns en voorraadheffing, oordelend dat de tanks als losse brandstofreservoirs moeten worden aangemerkt en dat de inspecteur de wet correct heeft toegepast.

Het hof bevestigt dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat zijn auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt, wegens gebrek aan betrouwbare kilometeradministratie.

Hoger beroep over belastingaanslag IB/PVV 2017 en boetebeschikking. Hof vermindert aanslag naar € 125.943 op basis van vertrouwensbeginsel, maar handhaaft boete wegens niet-indienen aangifte.

Hoger beroep over naheffingsaanslag parkeerbelasting. Het hof vernietigt de naheffingsaanslag omdat belanghebbende voor het eerste uur parkeerbelasting heeft voldaan, conform het arrest van de Hoge Raad.

Hoger beroep ongegrond; aanslagen watersysteemheffing zijn rechtmatig opgelegd. Belanghebbende kan niet worden vrijgesteld op basis van laag waterbezwaar.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigt dat een LLP niet als transparant lichaam voor de VPB kan worden aangemerkt en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. De belanghebbende heeft niet aangetoond loonkosten te hebben gemaakt.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft het verzoek tot herziening van belastingaanslagen afgewezen en het hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW en naheffingsaanslagen omzetbelasting; hof vermindert enkele aanslagen en bevestigt andere.

Hoger beroep ongegrond verklaard; navorderingsaanslagen IB/PVV bevestigd; geen recht op integrale kostenvergoeding.

Het hof vermindert de verzuimboete van belanghebbende tot € 3.500 en oordeelt dat er geen schending van het hoorrecht is geweest.

Hoger beroep over naheffingsaanslagen omzetbelasting; gedeeltelijke vernietiging van de naheffingsaanslag 2013-2015; proceskostenvergoeding vastgesteld op € 395.

Hoger beroep over naheffingsaanslagen omzetbelasting; hof oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op teruggave en bevestigt naheffingsaanslagen, behalve voor 2011, die wordt verminderd tot € 56.611.

Het hof oordeelt dat de betekeningskosten voor naheffingsaanslagen omzetbelasting 2010 terecht zijn, maar vermindert de kosten voor 2011. Hoger beroep gegrond verklaard.

Het hof oordeelt dat het bezwaar van belanghebbende tegen de 30%-beschikking terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaarschriften tegen aanslagen IB/PVV wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het hof oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op de partnervrijstelling, omdat zij niet als fiscale partner kan worden aangemerkt in het kader van de Successiewet 1956.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een bouwmarkt; hof stelt waarde vast op € 3.600.000 en verklaart hoger beroep gegrond.