AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde rooktabak in woning belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een naheffingsaanslag accijns die aan de belanghebbende was opgelegd. De zaak betreft de ontdekking van zes dozen met onveraccijnsde rooktabak in de woning van de belanghebbende, wat leidde tot de naheffingsaanslag van € 8.963. De belanghebbende stelde dat hij niet op de hoogte was van het ontbreken van accijns op de rooktabak en dat de tabak eigendom was van zijn voormalig zakenpartner. Het hof oordeelde echter dat het enkele voorhanden hebben van onveraccijnsde goederen een zelfstandig belastbaar feit vormt, ongeacht de wetenschap van de belanghebbende. De inspecteur is niet verplicht om de aanslag op te leggen aan de oorspronkelijke eigenaar van de tabak. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond, maar kende de belanghebbende wel een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 1.000, te betalen door de minister van Justitie en Veiligheid. Daarnaast werd een proceskostenvergoeding van € 218,75 toegekend aan de belanghebbende.
Voetnoten
1.Artikel 1, lid 1, onder f, Wet op de accijns.
2.Artikel 1, lid 2, Wet op de accijns.
3.Artikel 2, lid 1, onder b, Wet op de accijns (wettekst 2018).
4.Artikel 51, lid 1, onder b, Wet op de accijns (wettekst 2018).
5.TK 2008/09, 32 031, nr. 3, p.8.
6.TK 2008/09, 32 031, nr. 3, p. 23.
7.Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) 10 juni 2021, WR, C-279/19, ECLI:EU:C:2021:473.
9.Vgl. de conclusie van A-G Tanchev van 21 januari 2021 bij de zaak WR, C-279/19, ECLI:EU:C:2021:59.
12.1 punt x € 875 x 0,25 (wegingsfactor ‘zeer licht’), zie Hoge Raad 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1526, overweging 5.2.