dhr. mr. R. Cats

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en vernietigt het faillissement van de opposant, die een minnelijke regeling heeft getroffen met de geopposeerden.

De rechtbank heeft het verzoek van mevrouw [naam] tot toelating tot de WSNP toegewezen, gezien haar problematische schuldensituatie en het faillissement van haar echtgenoot.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [naam 1] om een dwangakkoord op te leggen aan SC Immorente toegewezen, gezien zijn problematische schuldensituatie en het maximaal haalbare voorstel.

Rechtbank Den Haag wijst dwangakkoord toe aan mevrouw [naam 1] tegen Tandartsenpraktijk Appelenburg, waarbij de meerderheid van de schuldeisers instemt met de schuldregeling.

De rechtbank beëindigt de WSNP van de heer [naam 1] zonder schone lei wegens toerekenbare tekortkomingen in zijn verplichtingen.

De rechtbank wijst het verzoek tot faillietverklaring van [verzoekster] B.V. af, omdat er geen baten zijn en turboliquidatie mogelijk is.

De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van de WSNP afgewezen en de looptijd met 11 maanden verlengd, tot 10 april 2026.

De rechtbank heeft het verzoek van mevrouw [naam] tot voorlopige voorziening afgewezen en haar niet-ontvankelijk verklaard in het WSNP-verzoek, wegens gebrek aan bewijs van een minnelijk schuldsaneringstraject.

De Rechtbank Amsterdam homologeert op 4 december 2024 het akkoord van de gefailleerde B.V. in het kader van de WHOA, ondanks verzet van UWV.

De rechtbank verklaart de heer [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot WSNP, omdat onvoldoende is aangetoond dat een buitengerechtelijke schuldregeling onmogelijk is.

De rechtbank verklaart de heer [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn WSNP-verzoek wegens onvoldoende pogingen tot buitengerechtelijke schuldregeling.

De Rechtbank Den Haag heeft op 12 november 2024 een verzoek tot faillietverklaring van een besloten vennootschap toegewezen, met benoeming van een rechter-commissaris en curator.

De rechtbank wijst het verzoek van mevrouw [naam 1] om een voorlopige voorziening af en verklaart haar niet-ontvankelijk in het WSNP-verzoek wegens gebrek aan financiële stabiliteit en schuldhulpverlening.

De rechtbank verklaart de WSNP-verzoeken van verzoekers niet-ontvankelijk wegens onvoldoende bewijs van onmogelijkheid tot buitengerechtelijke schuldregeling.

De rechtbank heeft de heer [verzoeker] toegelaten tot de WSNP, maar het verzoek om een eerdere ingangsdatum afgewezen wegens onvoldoende bewijs van afdrachtverplichting.

De rechtbank heeft de verzoeker toegelaten tot de WSNP, maar het verzoek om een eerdere ingangsdatum is afgewezen. De WSNP duurt achttien maanden vanaf 4 oktober 2024.

De rechtbank wijst het verzoek tot faillietverklaring van [verweerder] af wegens onvoldoende bewijs van vorderingsrecht van [verzoeker].

De rechtbank Den Haag heeft op 30 september 2024 een verzoek tot instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie toegewezen in het faillissement van een gefailleerde, met benoeming van drie commissieleden.

De rechtbank verklaart de heer [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot WSNP, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor een buitengerechtelijke schuldregeling.

De rechtbank verklaart het verzoek van de heer [verzoeker] tot toelating tot de WSNP niet-ontvankelijk wegens onvoldoende bewijs voor een buitengerechtelijke schuldregeling.

De Rechtbank Den Haag verklaart het verzoek van de heer [verzoeker] tot toelating tot de WSNP niet-ontvankelijk wegens onvoldoende pogingen tot buitengerechtelijke schuldregeling.

De rechtbank verklaart mevrouw [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoek tot WSNP wegens onvoldoende bewijs voor een buitengerechtelijke schuldregeling.

Rechtbank Den Haag wijst het homologatieverzoek van [naam 1] af wegens onvoldoende informatie en waarborgen in het WHOA-akkoord.

De rechtbank intrekt de aanwijzing van mr. H. De Coninck als herstructureringsdeskundige in de openbare akkoordprocedure van B.V. Vitesse, wegens onvoldoende kans op een succesvol akkoord.

De rechtbank wijst het verzoek van de heer [verzoeker] om een eerdere ingangsdatum van de WSNP af, maar verklaart hem wel toegelaten tot de WSNP voor achttien maanden.

De rechtbank Den Haag verklaart het verzoek tot WSNP van de verzoeker niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een minnelijk aanbod aan schuldeisers.

De rechtbank wijst het verzoek tot voorlopige voorziening af en verklaart het verzoek tot wettelijke schuldsanering niet-ontvankelijk, omdat er geen begin is gemaakt met het minnelijk schuldsaneringstraject.

De rechtbank Den Haag heeft op 21 mei 2024 de WSNP toegewezen aan een verzoeker, met een ingangsdatum van 1 mei 2023, en heeft de termijn vastgesteld op achttien maanden.

Rechtbank Gelderland stelt budget herstructureringsdeskundige vast op € 401.086,- exclusief btw in openbare akkoordprocedure van B.V. Vitesse.

De rechtbank heeft het voorschot voor de herstructureringsdeskundige in de openbare akkoordprocedure van B.V. Vitesse vastgesteld op € 100.000,- exclusief btw en verschotten.

De rechtbank heeft het voorschot voor de herstructureringsdeskundige in de WHOA-procedure van B.V. Vitesse verhoogd tot € 50.000,- exclusief btw, na goedkeuring van de schuldenares.

De rechtbank heeft het verzoek van B.V. Vitesse om een afkoelingsperiode afgewezen en mr. H. de Coninck aangewezen als herstructureringsdeskundige in het kader van de WHOA.

De rechtbank heeft het verzoek van mevrouw [naam 1] tot voorlopige voorziening afgewezen, omdat er niet of nauwelijks een reëel begin was gemaakt met het minnelijk schuldsaneringstraject.

De rechtbank heeft het verzoek van de ondernemingsraad tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de schuldenaar in de vereiste toestand verkeert.

De rechtbank wijst het verzoek van [naam 1] om een voorlopige voorziening af, omdat niet is aangetoond dat er een begin is gemaakt met het minnelijk schuldsaneringstraject.

De rechtbank verklaart de heer [naam] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot WSNP wegens ontbrekende documenten en onvoldoende bewijs van een buitengerechtelijke schuldregeling.

De rechtbank heeft de inbewaringstelling van de gefailleerde verlengd wegens onvoldoende medewerking aan de curator in het faillissement. De gefailleerde heeft niet voldaan aan zijn inlichtingenplicht, wat leidt tot een verlenging van dertig dagen.

De rechtbank heeft het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode afgewezen, omdat de WHOA-toestand niet was aangetoond en de belangen van de schuldeisers niet gediend waren.

Rechtbank Gelderland verlengt de afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw voor 24 B.V.'s met twee maanden, ingaande op 19 februari 2024, na vaststelling van belangrijke vooruitgang in de akkoordprocedures.

Rechtbank Rotterdam trekt de aanwijzing van herstructureringsdeskundige in na unaniem aanvaard onderhands akkoord en stelt salaris vast op € 12.500,- exclusief BTW.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [verzoeker] tot toelating tot de WSNP afgewezen wegens onvoldoende goeder trouw en het niet kunnen nakomen van verplichtingen.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [naam 1] om een dwangakkoord op te leggen afgewezen, omdat het voorstel niet goed gedocumenteerd was en niet het maximaal haalbare bleek te zijn.

De rechtbank heft de afkoelingsperiode op in een besloten akkoordprocedure, omdat verzoekster niet langer aan de voorwaarden voldoet en failliet wil verklaren.

De rechtbank heeft op 7 december 2023 een voorlopige voorziening toegewezen aan de verzoeker, waarbij DHKH B.V. werd verboden de woning van de verzoeker te ontruimen voor zes maanden.

De rechtbank wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar WSNP-verzoek, omdat er geen beslag is gelegd en het verzoek niet compleet is.

Wrakingsverzoek afgewezen wegens gebrek aan schijn van partijdigheid. Rechters hebben correct gehandeld tijdens de zitting.

Wrakingsverzoek afgewezen; verzoekers konden niet onderbouwen welke rechters zij wraken en waarom. Verzoek kennelijk ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft op 26 september 2023 een faillietverklaring uitgesproken voor een B.V. vanwege het niet betalen van loon aan ziek gemelde werknemers. De verzoekers ontvingen hun loon niet voor augustus 2023, wat leidde tot de faillietverklaring.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [verzoeker] tot toelating tot de WSNP afgewezen wegens gebrek aan bevoegdheid van de schuldhulpverlener.

De rechtbank heeft verzoekers in de gelegenheid gesteld om binnen drie weken de gemeente Den Haag te verzoeken om medewerking aan een buitengerechtelijke schuldregeling, na beoordeling van hun WSNP-verzoek.