ECLI:NL:RBDHA:2025:144
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een schuldregeling tussen een natuurlijke persoon en zijn schuldeiser
In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser, SC Immorente. De heer [naam 1] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 32.239,91, waarvan € 31.350,82 aan SC Immorente. Hij heeft een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers, waarbij hij een uitkering van 2,56% over een periode van 18 maanden aanbiedt, in ruil voor kwijtschelding van het restant van de vorderingen. SC Immorente heeft echter geweigerd in te stemmen met dit voorstel, wat de heer [naam 1] ertoe heeft aangezet om de rechtbank te verzoeken het akkoord dwingend op te leggen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de heer [naam 1] behandeld op een zitting op 23 december 2024, waar de heer [naam 1] en zijn schuldhulpverleners aanwezig waren, maar SC Immorente niet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling correct is uitgevoerd door Verder Financiële Zorgverlening B.V. en dat het voorstel goed gedocumenteerd is. De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat het onredelijk is dat SC Immorente weigert in te stemmen met het aangeboden akkoord. De heer [naam 1] heeft zich maximaal ingespannen en het voorstel is het maximaal haalbare gezien zijn huidige omstandigheden, waaronder zijn arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank heeft daarom het verzoek van de heer [naam 1] om een dwangakkoord op te leggen toegewezen en het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen. De beslissing is genomen door mr. R. Cats, rechter, en is openbaar uitgesproken op 2 januari 2025.