Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
3.De beslissing
schuldsaneringsregeling voor de datum van de toepassing van de wettelijke
schuldsaneringsregeling af;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. De rechtbank heeft op 22 juli 2024 de zitting gehouden waarin het verzoek is behandeld. De heer [verzoeker] werd bijgestaan door schuldhulpverleners en een vriendin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, maar heeft het verzoek om de ingangsdatum van de WSNP te vervroegen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de hoogte van de aflossingen die de heer [verzoeker] had gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling. De rechtbank benadrukte dat correcte Vtlb-berekeningen essentieel zijn voor de toewijsbaarheid van een verzoek om een eerdere ingangsdatum. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf 23 juli 2024, en benoemde mr. R. Cats tot rechter-commissaris. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.