Op 9 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder faillissementsvonnis van 24 december 2024. De opposant, geboren in 1971 en handelend onder verschillende bedrijfsnamen, had verzet ingesteld tegen zijn faillietverklaring, die was uitgesproken op verzoek van twee geopposeerden. De rechtbank heeft het verzet gegrond verklaard en het faillissement vernietigd. Dit besluit is genomen na een pro forma behandeling zonder zitting, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de opposant een minnelijke regeling had getroffen met de geopposeerden, die volledige kwijting van hun vorderingen hebben verleend. Tevens is er zekerheid gesteld voor het salaris van de curator en de faillissementskosten, die door de opposant zullen worden voldaan. De rechtbank heeft het salaris van de curator vastgesteld op € 1.952,14 en de faillissementskosten op € 78,09, beide exclusief omzetbelasting. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter L. Mundt, met ondersteuning van griffier C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B.