ECLI:NL:RBDHA:2024:15630

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
30 september 2024
Zaaknummer
F.09/23/109
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie in faillissement

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 september 2024 een beschikking gegeven in het faillissement van een gefailleerde, waarbij de curator verzocht heeft om de instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie op basis van artikel 74 van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank heeft het verzoek van de curator toegewezen en drie commissieleden benoemd. De gefailleerde was eerder op 25 april 2023 in staat van faillissement verklaard, met mr. J.C.A.T. Frima als rechter-commissaris en mr. J.A. Dullaart als curator. De curator heeft op 7 augustus 2024 het verzoek ingediend, waarbij hij drie schuldeisers bereid heeft gevonden om zitting te nemen in de commissie. De rechter-commissaris steunde het verzoek van de curator, gezien de omvang en complexiteit van het faillissement, dat miljoenen euro's aan gefailleerde toevertrouwde bedragen omvatte. De rechtbank oordeelde dat de instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie noodzakelijk was voor de deskundige en voortvarende afwikkeling van het faillissement. De gefailleerde stemde in met het verzoek en er waren geen bezwaren van andere schuldeisers. De rechtbank benoemde de drie commissieleden en liet het aan hen en de curator over om een reglement voor de werkwijze van de commissie op te stellen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/23/109 F
beschikking van 30 september 2024
in het faillissement van:
[gefailleerde] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna: gefailleerde,
heeft de curator verzocht om instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie zoals bedoeld in artikel 74 van de Faillissementswet (hierna: Fw).
Waar deze zaak over gaat
De curator verzoekt de rechtbank over te gaan tot instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie en benoeming van drie commissieleden, omdat de aard en omvang van het faillissement daar aanleiding toe geven. Een schuldeiserscommissie kan een nuttige functie vervullen bij de afwikkeling van een faillissement en de Faillissementswet kent haar belangrijke bevoegdheden toe. De rechter-commissaris schaart zich achter het verzoek van de curator. Bij deze beschikking wijst de rechtbank het verzoek toe en legt zij hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De feiten en het procesverloop

1.1.
Bij vonnis van 25 april 2023 is gefailleerde in staat van faillissement verklaard. Tot rechter-commissaris is, voor het laatst, mr. J.C.A.T. Frima benoemd en mr. J.A. Dullaart, advocaat te Den Haag, is als curator aangesteld.
1.2.
Bij verzoekschrift van 7 augustus 2024 heeft de curator een verzoek gedaan tot instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie als bedoeld in artikel 74 Fw. De curator heeft drie schuldeisers bereid gevonden zitting te nemen in de beoogde voorlopige schuldeiserscommissie en verzoekt de rechtbank hen te benoemen als commissieleden. Het gaat om de volgende personen:
- [naam 1] , geboren op [geboortedag 1] 1966, wonende te [woonplaats 2] ;
- [naam 2] , geboren op [geboortedag 2] 1982, wonende te [woonplaats 3] ;
- [naam 3] , geboren op [geboortedag 3] 1996, wonende te [woonplaats 1] .
1.3.
De rechterbank heeft op 14 augustus 2024 het advies van de rechter-commissaris ontvangen. De rechter-commissaris stelt zich op het standpunt dat het verzoek van de curator dient te worden toegewezen.
1.4.
De rechtbank maakt verder melding van de ontvangst van:
- een e-mail van gefailleerde van 16 augustus 2024 aan de curator, waarin gefailleerde reageert op voorliggend verzoek;
- een brief van 18 september 2024 aan de rechtbank waarin door de (waarnemend) curator wordt bevestigd dat de bekende schuldeisers geïnformeerd zijn over het verzoek, waarbij die schuldeisers is meegedeeld dat zij hun bezwaren tegen het verzoek aan de curator kenbaar kunnen maken. De curator heeft bericht dat bij hem geen bezwaren van schuldeisers zijn binnengekomen tegen de samenstelling of tegen de benoeming van (de leden van) de voorlopige schuldeiserscommissie.
1.5.
De behandeling van het verzoek heeft, buiten aanwezigheid van partijen, plaatsgevonden op 30 september 2024.
1.6.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten van partijen

Het verzoek van de curator

2.1.
De curator verzoekt de rechtbank bij beschikking over te gaan tot het instellen van een voorlopige schuldeiserscommissie en tot benoeming van de drie door hem aangedragen commissieleden. Aan het verzoek legt de curator ten grondslag dat in het faillissement sprake is van omvangrijke bedragen die aan gefailleerde zijn toevertrouwd. Het was de bedoeling dat gefailleerde daarmee voor de investeerders zou beleggen in aandelen in niet-beursgenoteerde Amerikaanse tech-bedrijven die kans maken op een beursgang. Met een deel van de aan gefailleerde toevertrouwde bedragen zijn privé-uitgaven gedaan. Het is duidelijk dat er ook winstrechten bestaan waar gefailleerde aanspraak op kan maken, deels via buitenlandse vennootschappen. Ook is sprake van rechtstreeks aandelenbezit in onder meer een Amerikaans tech-bedrijf. Het instellen van een voorlopige schuldeiserscommissie kan van belang zijn voor de afwikkeling van het faillissement, onder meer omdat de mogelijkheid bestaat dat bepaalde fondsen of winstrechten zullen moeten worden veiliggesteld en aangehouden moeten worden. Na de afwikkeling van het faillissement zouden deze fondsen tot uitkering kunnen komen ten behoeve van de schuldeisers. Een voorlopige schuldeiserscommissie kan daaraan een zinvolle bijdrage leven. De drie door de curator aangedragen leden vormen, rekening houdend met de belangen, aard en achtergrond van deze schuldeisers, een evenwichtige samenstelling van de schuldeiserscommissie en hebben zich reeds bereid verklaard in een dergelijke commissie deel te nemen.
Het advies van de rechter-commissaris
2.2.
Kort samengevat ondersteunt de rechter-commissaris het verzoek van de curator en merkt zij op dat haar geen feiten of omstandigheden bekend zijn die aan de instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie en de benoeming van de aangedragen commissieleden in de weg zouden staan. Het faillissement is omvangrijk en inhoudelijk gecompliceerd. Er is sprake van complexe investeringen en geldstromen en er zijn bovendien veel investeerders gedupeerd. De investeerders beschikken (mogelijk) over kennis die de curator goed kan gebruiken bij het traceren van geldstromen en rechten op gelden of uitkeringen, teneinde baten voor de boedel te genereren. Met de curator acht de rechter-commissaris een voorlopige schuldeiserscommissie van belang voor de deskundige en voortvarende afwikkeling van het faillissement.
De instemming van gefailleerde
2.3.
Op 16 augustus 2024 heeft gefailleerde per e-mail aan de curator bevestigd in te stemmen met het verzoek tot het instellen van een voorlopige schuldeiserscommissie in zijn persoonlijke faillissement. Daarnaast stemt hij in met benoeming van de drie door de curator aangedragen commissieleden.
Geen bezwaren vanuit de schuldeisers
2.4.
De curator heeft de bij hem bekende schuldeisers geïnformeerd over voorliggend verzoek en hen tijdig in de gelegenheid gesteld mogelijke bezwaren tegen de instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie en de samenstelling daarvan aan hem kenbaar te maken. De (waarnemend) curator heeft de rechtbank op 18 september 2024 laten weten dat er geen bezwaren zijn binnengekomen binnen de daarvoor aan de schuldeisers gestelde termijn.

3.De beoordeling

Juridisch kader

3.1.
De rechtbank kan op grond van artikel 74 Fw overgaan tot het instellen van een voorlopige schuldeiserscommissie, indien zij van mening is dat de omvang of de aard van de boedel hiertoe aanleiding geeft en zolang niet is beslist over de instelling van een definitieve schuldeiserscommissie zoals bedoeld in artikel 75 Fw. Het is hierbij van belang of de schuldeiserscommissie een zinvolle inbreng kan hebben bij de afwikkeling van het faillissement.
Instelling van de voorlopige schuldeiserscommissie
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat de omvang van het faillissement aanleiding geeft tot het instellen van een voorlopige schuldeiserscommissie. In dit grensoverschrijdende faillissement zijn omvangrijke bedragen (miljoenen euro’s) aan gefailleerde toevertrouwd. Er is sprake van complexe (buitenlandse) investeringen en geldstromen. Het achterhalen en doorgronden daarvan vergt veel onderzoek en expertise. De voorlopige schuldeiserscommissie zal met haar kunde en kennis van de activiteiten van gefailleerde daaraan een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Ook kan de voorlopige schuldeiserscommissie een belangrijke rol spelen bij de verdere afwikkeling van dit faillissement. Alle betrokkenen zijn het er klaarblijkelijk mee eens dat een voorlopige schuldeiserscommissie van meerwaarde kan zijn voor de afwikkeling van dit faillissement. Dit alles maakt dat de rechtbank het verzoek tot instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie toewijsbaar acht.
Samenstelling van de voorlopige schuldeiserscommissie
3.3.
Voor wat betreft de samenstelling van de voorlopige schuldeiserscommissie, is de rechtbank van oordeel dat er geen bezwaren bestaan om de drie door de curator aangedragen personen tot lid te benoemen. De rechtbank zal deze personen benoemen als leden van de voorlopige schuldeiserscommissie.
3.4.
De rechtbank laat het aan de curator en de commissieleden over om in onderling overleg een reglement voor de werkwijze van de voorlopige schuldeiserscommissie op te stellen. Indien alsdan vaststelling van het reglement gewenst is (artikel 75a Fw.), kunnen de curator of de voorlopige schuldeiserscommissie dat alsnog verzoeken.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek tot het instellen van een voorlopige schuldeiserscommissie toe;
- benoemt als leden van de voorlopige schuldeiserscommissie:
 [naam 1] , geboren op [geboortedag 1] 1966, wonende te [woonplaats 2] ;
 [naam 2] , geboren op [geboortedag 2] 1982, wonende te [woonplaats 3] ;
 [naam 3] , geboren op [geboortedag 3] 1996, wonende te [woonplaats 1] .
Dit is een beslissing van mr. R. Cats, rechter-commissaris, in samenwerking met M.Y.P.M. Zeeman, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.