ECLI:NL:RBGEL:2024:2465

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
434535 FT RK 24-351
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om afkoelingsperiode en aanwijzing herstructureringsdeskundige in het kader van de WHOA door B.V. Vitesse

Op 25 april 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een beschikking gegeven in de zaak van B.V. Vitesse, een betaald voetbalorganisatie te Arnhem, die een verzoek heeft ingediend voor een afkoelingsperiode en de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige in het kader van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Vitesse heeft op 9 april 2024 een startverklaring gedeponeerd en heeft gekozen voor een openbare akkoordprocedure buiten faillissement. Tijdens de zitting op 22 april 2024 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de advocaat van Vitesse, mr. S.J.B. Drijber, en vertegenwoordigers van de grootste schuldeiser. De rechtbank heeft Vitesse de gelegenheid gegeven om alternatieve herstructureringsdeskundigen voor te stellen, maar Vitesse heeft geen andere namen aangedragen. De rechtbank heeft uiteindelijk mr. H. de Coninck aangewezen als herstructureringsdeskundige, omdat zij in staat wordt geacht haar taak onafhankelijk en onpartijdig uit te voeren. Het verzoek om een afkoelingsperiode werd afgewezen, omdat niet is aangetoond dat dit noodzakelijk was voor de voortzetting van de onderneming. De rechtbank heeft de kosten van de herstructureringsdeskundige vastgesteld op een voorschot van € 15.000,- exclusief btw en verschotten.

Uitspraak

Rechtbank GELDERLAND
Afdeling Privaatrecht
Locatie: Zutphen
verzoek afkoelingsperiode (artikel 376 Faillissementswet) en
aanwijzing herstructureringsdeskundige (artikel 371 Faillissementswet)
rekestnummer: 434535 FT RK 24-351
uitspraakdatum: 25 april 2024
beschikking op het ingekomen verzoekschrift met bijlagen van
de besloten vennootschap
B.V. Vitesse,
gevestigd te Arnhem,
hierna te noemen: Vitesse of verzoekster
advocaat: mr. S.J.B. Drijber

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft op 9 april 2024 een startverklaring als bedoeld in artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd. Blijkens de startverklaring werkt Vitesse aan een herstructureringsplan; de herstructurering dient voorafgaand aan het nieuwe voetbalseizoen – dat op 9 augustus 2024 begint – te zijn afgerond.
1.2.
Verzoekster heeft gekozen voor een openbare akkoordprocedure buiten faillissement.
1.3.
Op 12 april 2024 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend waarin zij heeft verzocht om een afkoelingsperiode en de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. In verband met het laatstgenoemde verzoek zijn twee offertes bij het verzoekschrift gevoegd.
1.4.
Het verzoekschrift is op 22 april 2024 via een videoverbinding behandeld. Bij deze behandeling zijn namens verzoekster gehoord mr. Drijber voornoemd, mr. D. Segaar (advocaat te Loosdrecht), de heer [naam bestuurder] ((indirect en enig) bestuurder van Vitesse), de heer [naam adviseur] (adviseur Vitesse) en mevrouw [naam medewerkster] (financieel medewerkster Vitesse). Ook waren aanwezig de heer [naam betrokkene] (namens [groep] als grootste schuldeiser), die werd bijgestaan door mrs. L.P. Kortmann en F.D. Crul (advocaten te Amsterdam), mrs. J.Ph. de Korte en G.J. Wilts (advocaten te Amsterdam), mrs. N.E. Meijer-de Kwaadsteniet en J.J.A. Sombezki (advocaten te Amsterdam). Namens de heer [naam betrokkene] / [groep] heeft mr. Kortmann voornoemd het woord gevoerd.
1.5.
De rechtbank heeft Vitesse bij de mondelinge behandeling van het verzoek meegegeven dat naar het oordeel van de rechtbank aan de voorgestelde herstructureringsdeskundigen bezwaren kleven en zowel Vitesse als de grootste schuldeiser in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 24 april om 15:00 uur schriftelijk en gemotiveerd – al dan niet gezamenlijk – twee namen te noemen van mogelijk door de rechtbank te benoemen herstructureringsdeskundigen.
1.6.
Bij e-mailbericht van 24 april 2024 heeft de advocaat van Vitesse de rechtbank bericht en het standpunt van Vitesse ten aanzien van de mogelijke door de rechtbank te benoemen herstructureringsdeskundige kenbaar gemaakt. Vitesse heeft daarbij geen namen genoemd, maar heeft aangegeven dat zij het van belang acht dat de grootste schuldeiser geen bedenkingen heeft bij de aan te wijzen persoon en ten slotte de rechtbank verzocht zelf een herstructureringsdeskundige (naar de rechtbank begrijpt) te zoeken.
1.7.
De advocaat van de grootste schuldeiser heeft bij e-mailbericht van 24 april 2024 drie namen van mogelijke door de rechtbank te benoemen herstructureringsdeskundigen genoemd en daarbij drie offertes overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Vitesse is een betaald voetbalorganisatie te Arnhem en bestaat sinds 1892.
2.2.
De indirect bestuurder van Vitesse is sinds 25 maart 2024 de heer [naam bestuurder] Vitesse heeft een raad van commissarissen die bestaat uit twee leden, de heer [commissaris 1] en de heer [commissaris 2] . De gewone aandelen in Vitesse worden gehouden door [Holding] B.V. (" [Holding] ") en een prioriteitsaandeel wordt gehouden door de stichting [prioriteitsaandeelhouder] (de " [prioriteitsaandeelhouder] "). De aandeelhouder en bestuurder van [Holding] is de heer [(indirect) aandeelhouder] , die de Russische nationaliteit heeft. De [prioriteitsaandeelhouder] heeft op basis van dit prioriteitsaandeel een vetorecht ten aanzien van een aantal besluiten, waaronder wijzigingen van de kernactiviteiten, de organisatie, de clubkleuren, het logo, het tenue, de plaats waar thuiswedstrijden worden gespeeld, de naam van de club en de statuten. Daarnaast dient de [prioriteitsaandeelhouder] in te stemmen met een eventuele aangifte van het faillissement en aanvraag van surseance van betaling.
2.3.
De Ondernemingsraad van Vitesse heeft op 28 maart 2024 bij deze rechtbank een verzoekschrift ingediend om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Dit verzoek werd ondersteund door Vitesse. Op 8 april 2024 is het verzoek in raadkamer behandeld. De rechtbank heeft op 9 april het verzoek afgewezen.
2.4.
Na de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 heeft de heer [(indirect) aandeelhouder] besloten om de door [Holding] gehouden aandelen in Vitesse te verkopen. In het verleden werden exploitatietekorten bij Vitesse gedekt door de heer [(indirect) aandeelhouder] . Echter, als gevolg van internationale sancties tegen Russische personen zou de heer [(indirect) aandeelhouder] niet langer in staat zijn om Vitesse financieel te ondersteunen. Doordat de heer [(indirect) aandeelhouder] Vitesse niet langer financieel kon ondersteunen, kwam de continuïteit van de club per direct in gevaar.
2.5.
In september 2022 heeft het toenmalige bestuur van Vitesse de [groep] van de heer [naam betrokkene] gepresenteerd als geïnteresseerde partij voor overname van de aandelen. Op 4 en 5 augustus 2022 heeft Vitesse met de vennootschap naar buitenlands recht [schuldeiser] (“ [schuldeiser] ”) een overeenkomst van geldlening gesloten voor een bedrag van in totaal € 9 miljoen. Op 15 juni 2023 heeft Vitesse nog eens € 1,5 miljoen van [schuldeiser] geleend. Daarbij is overeengekomen dat Vitesse de geleende bedragen, inclusief rente en boetes, moet terugbetalen als de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (“KNVB”) de overdracht van aandelen aan de [groep] zou afkeuren. Dat gebeurde op 12 februari 2024. Als gevolg hiervan is Vitesse verplicht om uiterlijk op 1 april 2024 een betaling van € 3,2 miljoen aan [schuldeiser] te doen.
2.6.
Vitesse heeft een totale schuldenlast van ongeveer € 18,9 miljoen. Deze schuldenlast bestaat onder meer uit ongeveer 150 handelscrediteuren met vorderingen ten belope van ongeveer € 3,1 miljoen en een schuld aan de Belastingdienst (t/m maart 2024) van circa € 1,45 miljoen. De schuld aan [schuldeiser] is opgelopen tot een totaalbedrag van € 14,3 miljoen.
2.7.
Vitesse heeft een liquiditeitsbegroting overgelegd. Vitesse heeft liquide middelen (cash) voor een bedrag van ongeveer € 1,7 miljoen. De liquiditeitsbegroting voorziet in ontvangsten uit de verkoop van seizoen- en parkeerkaarten 2024/2025 ten bedrage van € 1.2 miljoen. Daarnaast is rekening gehouden met een reductie van de personeelskosten vanaf juli 2024. In de liquiditeitsbegroting is niet voorzien in de betaling van loonheffingen voor een bedrag van ongeveer € 500.000 per maand. De liquiditeitsbegroting laat het volgende saldoverloop zien over de maanden april tot en met juli:
2.8.
Ter zitting heeft Vitesse toegelicht dat de verkoop van seizoen- en parkeerkaarten 2024/2025 in tijd naar voren is gehaald om cash te genereren voor de komende maanden. Vitesse heeft verklaard dat zij de kopers van seizoen- en parkeerkaarten wijst op het risico dat er geen seizoen 2024/2025 komt. Vitesse heeft daarbij verklaard dat de Belastingdienst voldoende dekking heeft voor haar oplopende vordering, dat geen van haar schuldeisers beslagmaatregelen of de aanvraag van haar faillissement heeft aangekondigd en dat zij een meerwaarde buiten faillissement verwacht van ongeveer € 1 tot € 1,5 miljoen.

3.De verzoeken

3.1.
Verzoekster verzoekt de rechtbank een afkoelingsperiode af te kondigen voor de duur van vier maanden. Ook verzoekt verzoekster tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige, waarbij zij offertes heeft overgelegd van mr. [voorgestelde HD 1] ( [advocatenkantoor 1] B.V. te [plaats] ) en mr. [voorgestelde HD 2] ( [advocatenkantoor 2] N.V. te [plaats] ).

4.De beoordeling

Soort procedure en rechtsmacht
4.1.
Vitesse heeft gevraagd om afkondiging van een afkoelingsperiode en aanwijzing van een herstructureringsdeskundige.
4.2.
Vitesse heeft gekozen voor een openbare akkoordprocedure. De OR had in haar eerdere verzoek, met instemming van Vitesse, weliswaar gekozen voor een besloten akkoordprocedure, maar het verzoek van de OR werd afgewezen. Daarom heeft Vitesse nu opnieuw de mogelijkheid het soort procedure te kiezen.
4.3.
Vitesse is statutair gevestigd te Arnhem. Het centrum van voornaamste belangen van Vitesse ligt in Nederland. De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 369 lid 7 sub a Fw jo artikel 3 lid 1 van de Verordening betreffende insolventieprocedures (IVO) rechtsmacht. De bevoegdheid kan niet worden gegrond op artikel 369 lid 7 sub a Fw, zoals Vitesse heeft betoogd, omdat zij onder de werking van de IVO valt. De rechtbank Gelderland is relatief bevoegd het verzoek in behandeling te nemen.
4.4.
De openbaarheid van de akkoordprocedure en de bevoegdheid van de rechtbank liggen hiermee vast voor het verdere verloop van de procedure.
Afkoelingsperiode
4.5.
Op grond van artikel 376 Fw kan, nadat een verklaring als bedoeld in artikel 370 lid 3 Fw is gedeponeerd, door de schuldenaar het verzoek worden gedaan om een afkoelingsperiode af te kondigen. Indien het verzoek door de schuldenaar is gedaan, dient het akkoord reeds te zijn aangeboden of dient de schuldenaar toe te zeggen dat binnen ten hoogste twee maanden een akkoord zal worden aangeboden.
4.6.
Op grond van artikel 376 lid 4 Fw wordt het verzoek tot het afkondigen van een afkoelingsperiode toegewezen indien aan twee vereisten wordt voldaan, namelijk indien (1) summierlijk blijkt dat dit noodzakelijk is om de door Vitesse gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten en (2) summierlijk blijkt dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers hierbij gediend zijn en dat de door de afkoelingsperiode getroffen derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.
4.7.
Bij de behandeling van het verzoek is niet (summierlijk) gebleken dat een afkoelingsperiode noodzakelijk is om de door verzoekster gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten. Desgevraagd heeft verzoekster ter zitting aangevoerd dat er geen schuldeisers zijn die het faillissement van Vitesse hebben aangevraagd of andere verhaalsmaatregelen hebben genomen. Bovendien heeft de grootste schuldeiser ter zitting aangegeven niet uit te zijn op een faillissement van Vitesse.
4.8.
Nu van de noodzaak van een afkoelingsperiode niet is gebleken, behoeft de vraag of het belang van de gezamenlijke schuldeisers met de verzochte afkoelingsperiode is gediend geen verdere bespreking. Het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode zal worden afgewezen.
Aanwijzing herstructureringsdeskundige
4.9.
Een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige wordt toegewezen als de schuldenaar verkeert in een toestand als bedoeld in artikel 370, eerste lid Fw, tenzij summierlijk blijkt dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers hierbij niet gediend zijn. Is het verzoek door de schuldenaar zelf ingediend, dan is niet noodzakelijk dat wordt aangetoond dat de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige in het belang van de gezamenlijke schuldeisers is. In dat geval kan dus worden volstaan met een beoordeling van de in artikel 370 Fw bedoelde toestand.
4.10.
Er moet sprake zijn van een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat Vitesse nog in staat is om haar lopende verplichtingen te voldoen, maar voorziet dat er geen realistisch perspectief bestaat om een toekomstige insolventie af te wenden, als de schulden niet worden geherstructureerd. Om deze reden zal Vitesse, in de regel op basis van een liquiditeitsbegroting en het verloop van het werkkapitaal, moeten laten zien wat de gevolgen zijn van voortzetting van haar onderneming gedurende de beoogde herstructurering. Wanneer, zoals in dit geval, sprake is van een negatieve exploitatie kan desondanks ruimte bestaan om een herstructureringsdeskundige te benoemen. Hierbij is in de eerste plaats van belang wat de meerwaarde van het akkoord is boven een afwikkeling in faillissement. In de tweede plaats is belangrijk hoe groot het risico is dat een akkoord niet tot stand komt. In de derde plaats is van belang welke financiering de onderneming beschikbaar heeft om eventuele tekorten op te vangen.
4.11.
De rechtbank komt tot de conclusie dat Vitesse op dit moment verkeert in de in artikel 370 Fw bedoelde toestand. Daarbij is het volgende belangrijk.
4.12.
Vitesse is niet in staat haar lopende verplichtingen gedurende de komende maanden te voldoen. De liquiditeitsbegroting gaat uit van een afname van de beschikbare cash van ongeveer € 500.000 tot en met juli. Gedurende deze periode zal de belastingschuld van Vitesse oplopen met ongeveer € 2 miljoen.
4.13.
Tegenover de tekorten in de exploitatie staat dat Vitesse in goed overleg is met de partijen die vooruitbetalingen zouden moeten doen voor het seizoen 2024/2025. [schuldeiser] heeft ter zitting aangegeven niet uit te zijn op een faillissement van Vitesse. Er zijn ook geen schuldeisers die het faillissement van Vitesse hebben aangevraagd of andere verhaalsmaatregelen hebben genomen. Kennelijk krijgt Vitesse op dit moment van haar schuldeisers het voordeel van de twijfel. Omdat het verzoek om een afkoelingsperiode op dit moment wordt afgewezen, behouden de schuldeisers van Vitesse het recht om haar faillissement aan te vragen.
4.14.
Het is daarnaast aannemelijk dat – zoals Vitesse heeft gesteld – zij buiten faillissement beter in staat is om waarde voor haar schuldeisers te realiseren. Met name de transfersommen van spelers zullen in een faillissement niet kunnen worden verzilverd. Het is allerminst zeker dat deze meerwaarde van een herstructurering boven faillissement kan opwegen tegen de exploitatietekorten, maar ook hier geniet Vitesse op dit moment het voordeel van de twijfel. Daarbij speelt een rol dat een voetbalclub als Vitesse voor haar voortbestaan afhankelijk is van incidentele baten en giften en over het algemeen een negatieve exploitatie heeft. Het zal tot de taak van de herstructureringsdeskundige gaan behoren om zich op zeer korte termijn hierover verder te laten informeren en de haalbaarheid van een akkoord in het belang van de gezamenlijke schuldeisers te onderzoeken.
4.15.
Ten aanzien van de persoon van de te benoemen herstructureringsdeskundige wordt het volgende overwogen. In een WHOA-procedure speelt de herstructureringsdeskundige een belangrijke rol. Artikel 371 lid 6 Fw bepaalt daarom dat de herstructureringsdeskundige zijn taak doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk moet kunnen uitoefenen. Dit betekent onder meer dat hij 1) geen belangen mag hebben die strijdig zijn met het belang van de schuldenaar of van een van de betrokken partijen, 2) geen vooroordelen mag hebben jegens een van de partijen en 3) zich moet kunnen distantiëren van derden die belangen hebben bij de procedure.
4.16.
Om de rechtbank te overtuigen van zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid, moet de herstructureringsdeskundige in zijn offerte in ieder geval een verklaring opnemen dat hij geen belangen heeft die strijdig zijn met het belang van Vitesse of van een van de betrokken partijen. Als er directe of indirecte banden bestaan of hebben bestaan tussen de herstructureringsdeskundige en de schuldenaar, belangrijke schuldeisers of andere betrokkenen bij de procedure, moet de herstructureringsdeskundige hiervan een toelichting geven in zijn offerte. De rechtbank zal op basis van deze informatie en de informatie in het verzoekschrift een beslissing moeten nemen over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de herstructureringsdeskundige. Het is daarom van belang dat de herstructureringsdeskundige en de verzoeker transparant zijn over alle mogelijke belangenconflicten en dat hij voldoende informatie wordt verstrekt om de rechtbank een goed oordeel te laten vellen.
4.17.
In dit geval werden offertes overgelegd van mr. [voorgestelde HD 1] ( [advocatenkantoor 1] B.V.) en mr. [voorgestelde HD 2] ( [advocatenkantoor 2] N.V.). De rechtbank zal deze herstructureringsdeskundigen niet benoemen, omdat niet voldoende aannemelijk is dat zij deze rol onafhankelijk kunnen vervullen.
4.18.
Mr. [voorgestelde HD 1] heeft in zijn offerte het volgende opgenomen ten aanzien van zijn onafhankelijkheid:

Mijn kantoor en ik zijn (mede als gevolg van de afstand) volledig vrij ten opzichte van Vitesse, haar aandeelhouder, bestuurders, financiers en leveranciers, maar ik heb wel historische kennis van Vitesse, gelet op mijn eerdere betrokkenheid bij Vitesse. Ik ben dan ook in staat de taak van HSD onpartijdig en onafhankelijk te vervullen.
4.19.
Ter zitting heeft de rechtbank gevraagd om een toelichting op de eerdere betrokkenheid van mr. [voorgestelde HD 1] . Vitesse heeft verklaard dat zijn zoon tot 1 september 2023 als keeper in dienst was bij Vitesse. Hij is op dat moment uit dienst getreden, waarbij Vitesse aan de zoon een betaling heeft gedaan van € 24.000.
4.20.
Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank niet zal overgaan tot benoeming van mr. [voorgestelde HD 1] tot herstructureringsdeskundige. Het behoeft geen verdere toelichting dat iemand wiens zoon recent in dienst was bij Vitesse niet voldoende op afstand staat om de rol van onafhankelijke herstructureringsdeskundige te vervullen. Daar komt bij dat Vitesse in de processtukken onvoldoende transparant is geweest over de betrokkenheid van de zoon van mr. [voorgestelde HD 1] . Pas na expliciete vragen daarover van de rechtbank, werd op dit punt een toelichting gegeven.
4.21.
Uit het later – op verzoek van de rechtbank – toegezonden “Plan op hoofdlijnen voor de redding van Vitesse” van 3 april 2024 blijkt dat Vitesse voornemens is om (ongeacht de keuze die de rechtbank zou maken) de andere advocaat voor zichzelf te laten werken:

Aan de rechtbank zullen conform de daarvoor geldende eisen twee offertes worden overgelegd van mogelijke herstructureringsdeskundigen. Beide advocaten zijn onafhankelijk. Het betreft [voorgestelde HD 1] ( [advocatenkantoor 1] ) en [voorgestelde HD 2] ( [advocatenkantoor 2] ). Zij waren beide betrokken bij de WHOA van [naam onderneming] . [voorgestelde HD 1] was in die kwestie herstructureringsdeskundige en heeft veel ervaring in het adviseren ten aanzien van de corporate governance en het saneren van betaald voetbalclubs en [voorgestelde HD 2] was de advocaat van [naam onderneming] . Beoogd wordt om een van beide door de rechtbank te laten benoemen tot herstructureringsdeskundige. De ander zal Vitesse dan als (nieuwe) advocaat in de WHOA-procedure bijstaan.
4.22.
Vitesse heeft aldus de belangen van de twee voorgestelde herstructureringsdeskundige aan elkaar verbonden. Wanneer een van hen niet het voordeel zou krijgen van een benoeming tot herstructureringsdeskundige, zou die advocaat van Vitesse worden. Daarbij speelt een rol dat mr. [voorgestelde HD 1] als herstructureringsdeskundige, mr. [voorgestelde HD 2] als advocaat van [naam onderneming] hebben opgetreden tijdens een herstructurering waar ook de huidige bestuurder van Vitesse bij betrokken was. De rechtbank is met [schuldeiser] van oordeel dat onder dergelijke omstandigheden ten minste de schijn is gewekt dat de door Vitesse beoogde toekomstige advocaat en herstructureringsdeskundige niet voldoende onafhankelijk zullen zijn en teveel gezamenlijk zullen optrekken in het belang van de continuïteit van Vitesse.
4.23.
De rechtbank heeft vervolgens Vitesse en [schuldeiser] de gelegenheid gegeven om – al dan niet gezamenlijk – twee andere herstructureringsdeskundigen voor te stellen. Vitesse heeft geen andere herstructureringsdeskundige voorgesteld. [schuldeiser] heeft drie offertes overgelegd van mogelijke door de rechtbank te benoemen herstructureringsdeskundigen.
4.24.
De rechtbank acht in beginsel alle door [schuldeiser] voorgestelde herstructureringsdeskundigen geschikt, maar heeft op basis van de uitgebrachte offertes gecombineerd met de geconstateerde problematiek een voorkeur voor mr. H. de Coninck, advocaat te Amsterdam. Uit de offerte van mr. De Coninck blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat zij haar taak doeltreffend, onpartijdig en onafhankelijk zal kunnen uitoefenen en over de competenties beschikt die voor deze specifieke casus van belang lijken.
4.25.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank mr. H. de Coninck aanwijzen als herstructureringsdeskundige. De rechtbank dient vervolgens het bedrag vast te stellen dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en de door haar in te schakelen derden ten hoogste mogen kosten. De rechtbank zal de kosten vooreerst begroten op een voorschot van € 15.000 en zal de herstructureringsdeskundige opdragen om binnen een week na de datum van deze beschikking een begroting van de kosten van haar werkzaamheden en die van de derden die door haar worden geraadpleegd te maken en deze aan de rechtbank toe te zenden. Voor zover noodzakelijk kan dit bedrag gedurende het proces door de rechtbank op gemotiveerd verzoek van de herstructureringsdeskundige worden verhoogd.
4.26.
In rechtsoverweging 4.14. heeft de rechtbank ten aanzien van de voor de WHOA vereiste toestand overwogen dat Vitesse het voordeel van de twijfel geniet, maar het is allerminst zeker is dat de (mogelijke) meerwaarde van een herstructurering boven faillissement kan opwegen tegen de exploitatietekorten. De rechtbank draagt de herstructureringsdeskundige op om op zeer korte termijn te inventariseren of incidentele baten en giften, waarvan Vitesse voor haar voortbestaan kennelijk afhankelijk is, (structureel) en op korte termijn te realiseren zijn en hoe die te realiseren zijn. Daarnaast zal de herstructureringsdeskundige de haalbaarheid van een akkoord in het belang van de gezamenlijke schuldeisers moeten onderzoeken. Indien de herstructureringsdeskundige van oordeel is dat op korte termijn geen incidentele baten of giften te realiseren zijn en/of de (mogelijke) meerwaarde van een herstructurering niet langer opweegt tegen oplopende exploitatietekorten, en aldus Vitesse niet langer in de voor de WHOA vereiste toestand verkeert, alsmede wanneer de haalbaarheid van een akkoord in het belang van de schuldeisers niet mogelijk blijkt, zal de herstructureringsdeskundige onmiddellijk intrekking van de aanwijzing moeten verzoeken.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst mr. H. de Coninck, advocaat te Amsterdam, aan tot herstructureringsdeskundige in de openbare akkoordprocedure van B.V. Vitesse;
- stelt het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige bij wijze van voorschot vast op € 15.000,- exclusief btw en verschotten, en draagt de herstructureringsdeskundige op om binnen een week na de datum van deze beschikking een begroting van de kosten van haar werkzaamheden en die van de derden die door haar worden geraadpleegd te maken en deze aan de rechtbank toe te zenden, en houdt de vaststelling van het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van de derden die door haar worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten aan;
- bepaalt dat de kosten van de herstructureringsdeskundige ten laste van B.V. Vitesse komen en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de herstructureringsdeskundige zekerheid dient te stellen;
- wijst het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode af;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Steverink, voorzitter, mr. R. Cats en mr. P.J. Neijt, rechters, en in aanwezigheid van mr. W.J. van ‘t Spijker, griffier, in het openbaar uitgesproken door mr. J.H. Steverink op 25 april 2024.